President Chan Santokhi heeft per 1 september een beleidsinstructie ter zake geëxpireerde titels op gronden uitgevaardigd aan minister Dinotha Vorswijk van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB). Deze beleidsinstructie, die voor de periode van één jaar geldt, houdt in dat in geval een titel (hetzij grondhuur, erfpacht of huur) op een stuk perceelland is verstreken, slechts de gewezen titelgerechtigde in aanmerking komt om het bedoelde perceelland in grondhuur te krijgen.
Verder is besloten dat indien de gewezen titelgerechtigde zijn wil kenbaar heeft gemaakt het perceelland te willen overdragen aan zijn erfgenamen of als de gewezen titelgerechtigde is komen te overlijden, slechts de erfgenamen van de gewezen titelgerechtigde in aanmerking komen om het bedoelde perceel in grondhuur te krijgen.
In geen geval zal de titel in de voorkomende gevallen aan andere derden worden uitgegeven, mits het notarieel is vastgelegd. Het staatshoofd heeft bij het uitvaardigen van de beleidsinstructie artikel 9 van het Decreet Beginselen van Grondbeleid (S.B. 1982 no. 10) zoals laatstelijk gewijzigd bij (S.B. 2003 no. 8) in overweging genomen.
Onder meer wordt aangegeven dat domeingrond voor een bepaalde termijn in grondhuur wordt uitgegeven (minimaal 15 en maximaal 40 jaar). Na het verstrijken van deze termijn vindt er in de regel op verzoek verlenging met gelijke termijn plaats. De wetgever heeft met deze bepaling beoogd de rechtszekerheid ten behoeve van de burger te garanderen.
Opgemerkt wordt dat titels op gronden die gelijk na inwerkingtreding van de wet in 1982 werden uitgegeven, inmiddels zijn vervallen, voor zover de verlenging niet in gang is gezet. Een deel van de Surinamers is vanwege de lange tijdsduur van 40 jaar zich niet altijd bewust geweest c.q. in staat geweest om de expiratie bij te houden en in het verlengde hiervan tijdig de verlengingsprocedure in te zetten.
Verder wordt in overweging genomen dat personen echter de nodige investeringen hebben gepleegd op de bedoelde percelen en het van onbehoorlijk bestuur zou getuigen om hen niet alsnog de ruimte te geven om het recht van grondhuur (in voorkomende gevallen het recht van huur/erfpacht) te doen verlengen c.q. te doen aanvragen.