Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Het mislukte Kippie-pluimveeproject (4)

Het mislukte Kippie-pluimveeproject (4)

Kippie, een nieuw merk in Suriname geproduceerde kip, zou hét betaalbaar alternatief moeten worden voor het alsmaar duurder wordende stukje vlees dat vrijwel elke Surinamer graag op zijn bord heeft. Het project, een initiatief van de eigenaar van De Doksenclub gefinancierd door Kirpalani’s, heeft ruim vijf jaar later bij wijze van spreken niet één kippenboutje geproduceerd. De zakenpartners raakten met elkaar gebrouilleerd en rechtszaak op rechtszaak volgde. Daarnaast heeft Kirpalani een strafklacht ingediend tegen de eigenaren van De Doksenclub waar het Openbaar Ministerie geruime tijd mee bezig is en vorderingen maakt. In een serie artikelen leest u de feiten op een rij. In deze editie deel 4.

Tekst en beeld Ivan Cairo

Met de investering van ruim 3,66 miljoen Amerikaanse dollar, beschikbaar gesteld door Kirpalani, ging De Doksenclub aan de slag om het nieuwe pluimvee-avontuur, Kippie, te beginnen. Onder meer moest alvast een lopende schuld bij De Surinaamsche Bank van omgerekend 423.000 US dollar (SRD 3,2 miljoen) worden afgelost en daarnaast moest worden geïnvesteerd in nieuwe hokken, apparatuur, equipment en andere faciliteiten.

In de beginfase van de uitvoering is “minimaal” kip verkocht onder het merk Kippie, bevestigt Gerard van den Bergh, de motor achter het initiatief. “We controleerden waar de knelpunten zouden zitten”, legt hij uit. Daar is het bij gebleven! Er werd niet één kip meer geproduceerd of geslacht. Integendeel, equipment die al was opgezet, werd ontmanteld en verkocht. Dit is gedaan omdat de kosten zich bleven opstapelen en salarissen van het personeel moest worden doorbetaald, verklaart hij.

De ondernemer beweert zodanig te zijn tegengewerkt, ook door de overheid, met name het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV), dat het project is vastgelopen. Vooral de halsstarrige houding van LVV-minister Prahlad Sewdien om geen vergunning te geven voor de import van broedeieren uit Nederland zou het project de nek hebben omgedraaid. Van den Bergh is ervan overtuigd dat zakenpartner Vijay Kirpalani, met wie het inmiddels niet meer boterde, zijn invloed heeft aangewend om het afgeven van de importvergunning te saboteren. “De problemen begonnen nadat Kirpalani de samenwerking stopte”, aldus de kippenboer.

Vraagtekens

Maar heeft de projectuitvoering wel op een gezonde manier plaatsgevonden? Hoe zat het met het door Asha Badal en Van den Bergh aangeboden businessplan? Was er sprake van prudent management en deskundigheid om een dergelijk project uit te voeren of was er sprake van fraude? Drie externe consultants hebben, onafhankelijk van elkaar, onderzoek gedaan naar de uitvoering, geldstromen en bestedingen, management en het bedrijfsplan. Alle drie kwamen in hun rapporten tot ontluisterende conclusies: ruim een derde van het investeringskapitaal kan niet worden verantwoord door de uitvoerders van De Doksenclub.

Kirpalani stond erop, nadat meer dan drie miljoen US dollar en zeshonderdduizend euro was geleend aan De Doksenclub, dat nader onderzoek moest worden gedaan om vast te stellen of het geld is gebruikt voor het Kippie-project en hoe de niet te verantwoorden bedragen zijn besteed. Nadat Van den Bergh, ondanks herhaaldelijk verzoek van financier Kirpalani’s, geen of onvoldoende inzage gaf in de besteding van de financiering en voortgang van de projectuitvoering kwam de klad in het partnerschap.

De financier schakelde consultants in om onderzoek te doen en kreeg via een rechterlijk vonnis gedaan dat een audit kon worden gedaan naar de besteding van het investeringskapitaal. Voor deze audit werd het kantoor van accountantsbureau Ernst & Young (E&Y) op Trinidad en Tobago ingehuurd. Eerder was de lokale consultant Sharmila Ramadhin aangetrokken om de besteding van het door Kirpalani beschikbaar gestelde geld te toetsen aan het businessplan. In een later stadium werd de Canadese pluimveeconsulent Ivan Bos aangetrokken om te toetsen of dit plan van Badal en Van den Bergh integer en uitvoerbaar was op grond van criteria van een moderne en geïntegreerde industriële kippenboerderij.

Alle drie moesten onderzoek doen naar de gang van zaken ten aanzien van de uitvoering van de overeenkomsten die Kirpalani’s had getekend met de ondernemingen ‘De Vliegende Eend BV’ en ‘De Vliegende Eend NV’ die opereerden onder de handelsnaam ‘De Doksenclub’ en het pluimveeproject zouden uitvoeren.

Financiële analyse

In haar rapport van juli 2019 constateerde Ramadhin dat “door de inenting van de eieren, de certificering van het gehele proces van broeden tot slachten en de extra ruimte die aanwezig is voor de kippen, mag worden aangenomen dat het product Kippie van zeer goede kwaliteit zal zijn”. Uiteraard zou het succes afhankelijk zijn van een vlotte uitvoering van het project en zorgvuldige besteding van de investering.

Evenwel waarschuwde de consultant voor valkuilen die ze bij haar analyse is tegengekomen. Bij het beoordelen van de cijfers en andere informatie die door Van den Bergh beschikbaar waren gesteld, constateerde zij discrepanties in wat totaal was geïnvesteerd en wat aan kapitaal beschikbaar was gesteld. Ramadhin stelt in haar verslag dat de besteding van 821.258 Amerikaanse dollar niet is te verklaren.

Verzoeken van haar aan de kippenboer om hiervoor een verklaring te geven bleven onbeantwoord. “Ik heb mijn bezorgdheid over het uitblijven van een adequate verklaring verwoord aan Kirpalani en geadviseerd een onafhankelijk accountantsonderzoek te plegen. Het feit dat De Vliegende Eend meerdere malen om een verhoging van de lening heeft gevraagd zonder verantwoording af te leggen over eerdere bestedingen is een zorgpunt”, stelde ze. “Indien De Vliegende Eend niet in staat is de timeline en targets op te leveren voor dit project, zou het kunnen mislukken”, voegde de consultant eraan toe.

Zij adviseerde daarom een onafhankelijk accountantsonderzoek en stelde verder dat analyse van een deskundige op het gebied van kippenteelt was vereist. Die zou kunnen vaststellen of het geld op de juiste wijze is ingezet, of het ontwerp van de boerderij voldoet aan alle gezondheids- en veiligheidseisen, de boerderij commercieel rendabel zou zijn en de directie van De Vliegende Eend over voldoende deskundigheid beschikte om het bedrijf te draaien. Op grond van haar advies werd Bos aangetrokken om een beoordeling te maken van het businessplan van Badal en Van den Bergh.

Rapport Ernst & Young

Nadat de directie van De Doksenclub had geweigerd mee te werken aan een diepgaande financiële audit van het verstrekte geld, spande Kirpalani een kort geding aan tegen de directie van De Doksenclub om dit af te dwingen. Op grond van een rechterlijk vonnis in kort geding, waar de rechter Kirpalani in het gelijk stelde, werd in september 2021 het kantoor van Ernst & Young op Trinidad en Tobago aangetrokken om een onafhankelijke beoordeling te plegen. In het kader van dit onderzoek hebben die maand accountants van Ernst & Young de bedrijfslocatie bezocht en daar gesproken en zaken onderzocht, waarbij Van den Bergh, de huisaccountant van zijn bedrijf, Hans Girjasing, een financieel medewerkster en vertegenwoordigers van Kirpalani’s aanwezig waren. Bij deze bijeenkomsten was een gerechtsdeurwaarder present die als notulist is opgetreden.

Bij het aanbieden van het voorlopig verslag op 5 november 2021 had Ernst & Young een aantal relevante documenten die bij De Doksenclub waren aangevraagd om de audit uit te voeren nog niet gekregen. “Dit heeft invloed gehad op ons vermogen om conclusies te trekken uit onze waarnemingen/bevindingen op sommige gebieden”, wordt gesteld.

In het verslag geeft Ernst & Young aan dat in de beoordeling ook de rapporten van de consultants Ramadhin en Bos zijn geanalyseerd. Ook hebben de auditors een ontmoeting gehad met deze consultants zodat ze hun bevindingen konden toelichten. De niet onderbouwde uitgaven van respectievelijk 861.000 US dollar en 1,06 miljoen US dollar die zij hadden geconstateerd kon Ernst & Young niet verifiëren omdat De Doksenclub “geen adequate ondersteunende documenten aan ons heeft verstrekt”.

“We hebben een rapport beoordeeld dat ons is verstrekt door De Vliegende Eend’s huisaccountant, Hans Girjasing, waaruit bleek dat de verliezen van De Vliegende Eend van SRD 3.175.242 in 2018 en SRD 5.449.024 in 2019 zijn afgetrokken van het geleende en geïnvesteerde geld van Kirpalani NV. Wij constateren dat dit niet in overeenstemming is met de ondertekende leningsovereenkomst (artikel 3.2 leningsovereenkomst van 4 juni 2018) en het daarin opgenomen Ondernemingsplan of ‘financieel overzicht’. Het is ook niet de normale boekhoudkundige toepassing voor het rechtvaardigen van de uitgegeven gelden en de berekening van de lening/investeringsbalansen. De heer Van den Bergh verklaarde dat de leningen aan De Vliegende Eend voor algemene doeleinden waren verstrekt en dat het door Kirpalani’s NV verstrekte geld niet specifiek was bestemd voor het Kippie-project”, luidt een passage in het rapport van Ernst & Young.

‘Van den Bergh heeft de gelden van Kirpalani’s gebruikt om eerdere verliezen te financieren en ten eigen bate aan te wenden. Dat is regelrechte fraude.’

Vertegenwoordiger Kirpalani

“Met andere woorden, Van den Bergh heeft de gelden van Kirpalani’s gebruikt om eerdere verliezen te financieren en ten eigen bate aan te wenden. Deze gelden zijn nimmer geïnvesteerd in het Kippie-project. Dit is regelrechte fraude”, stelt één van de vertegenwoordigers van Kirpalani desgevraagd. Dit wordt tegenover de Ware Tijd met klem tegengesproken door Van den Bergh. Om dat te staven stelt hij bankovermakingen van de ING Bank in Nederland beschikbaar waaruit zou moeten blijken dat betalingen zijn verricht aan bedrijven die goederen en equipment ten behoeve van het Kippie-project moesten leveren.

In het verslag van de huisaccountant van De Doksenclub kwam ook een verschil naar voren van 825.000 US dollar tussen de bedragen die aan het bedrijf beschikbaar waren gesteld door Kirpalani’s en de uitgaven voor het Kippie-project. In het rapport staat dat voornoemde bedrag door het bedrijf is gebruikt om de verliezen van 2018 en 2019 te compenseren. In de overeenkomsten was er volgens Ernst & Young “geen verwijzing dat De Vliegende Eend de geleende bedragen mocht gebruiken om bedrijfsverliezen te dekken en daardoor lijkt deze transactie onregelmatig, omdat het onduidelijk is waarom deze bedragen door De Vliegende Eend van de waarde van Kirpalani’s investering zouden zijn afgetrokken”. De fondsen waren nimmer bedoeld om eerdere verliezen van De Doksenclub te financieren.

Equipment die werd opgezet om kippen te produceren en te slachten werd opgegeven moment ontmanteld.

Tijdens het gesprek met de auditors hebben Van den Bergh én zijn huisaccountant aangegeven dat de verliezen van de “eendenoperatie” waren gefinancierd met geld dat was bestemd voor het Kippie-project. De huisaccountant gaf op vragen van de auditors aan dat de door hem samengestelde jaarrekeningen van 2018 en 2019 niet zijn gecontroleerd.

Tijdens een rondleiding van de onderzoekers op het bedrijfsterrein aan de Libanonweg werd geconstateerd dat de verwerkingsfabriek is verwijderd. De Ernst & Young-auditors stellen in hun verslag dat ze geen adequate inventarisatie hebben kunnen plegen van de onroerende goederen, omdat een deel van de equipment niet ter plekke was.

Van den Bergh had verklaard dat die goederen in een container in Commewijne waren opgeslagen, omdat de vloer van de ruimte, waar ze al waren geïnstalleerd, opnieuw zou worden aangepakt vanwege enkele gebreken. Evenwel, de auditors constateerden dat er op het terrein voldoende ruimte was om die goederen op te slaan. “Wij constateren dat de verwijdering van deze activa in strijd is met de fiduciaire eigendomsbepalingen in de leningsovereenkomsten tussen Kirpalani en De Vliegende Eend”, aldus het rapport.

Administratieve chaos

Bij het eerste bezoek van het auditteam op 16 september werd afgesproken dat bij een vervolgontmoeting zes dagen later alle opgevraagde informatie door de leiding van De Doksenclub beschikbaar zou worden gesteld. Bij het bezoek op 22 september informeerde Van den Bergh de auditors dat blikseminslag op 19 september ervoor had gezorgd dat de server was uitgevallen en de relevante gegevens die te maken hebben met de projectuitgaven daardoor niet beschikbaar waren.

Ook andere apparaten en equipment waren getroffen door de blikseminslag. Hij gaf daarbij aan dat de server naar Nederland moest worden gestuurd voor reparatie en pas in de eerste helft van oktober weer beschikbaar zou zijn. Tijdens het onderzoek ter plekke bleken de verstrekte documenten, waaronder bankafschriften en ondersteunende facturen, onvolledig te zijn en werd het team meegedeeld dat een deel van de uitgaven en betalingsinformatie dat betrekking had op het project op dat moment niet beschikbaar was voor beoordeling.

Het onderzoek bracht naar voren dat de administratie en boekhouding van De Doksenclub niet op orde was. Alles was op één hoop gegooid en er was geen aparte administratie en boekhouding van het Kippie-project. De administratie was incompleet en een chaos. Van den Bergh geeft toe dat de administratie en boekhouding niet op orde waren. Zijn voormalige financieel-directeur zou er een zooitje van hebben gemaakt. Zaken die apart moesten worden geboekt zou hij in veel gevallen onder één post hebben geboekt.

Voorts verklaarde de huisaccountant dat niet alle uitgaven van het project zijn afgestemd op facturen en bankafschriften, maar dat de afstemming voornamelijk werd uitgevoerd op buitenlandse betalingen. “Als zodanig kunnen we niet bevestigen hoeveel onverenigbare transacties zijn opgenomen in de door de huisaccountant gerapporteerde uitgavenwaarden”, staat in het rapport van Ernst & Young. Verder wordt aangegeven dat de auditors bij gebrek aan de juiste ondersteunende documentatie niet konden verifiëren of het investeringsbedrag van totaal 3,66 miljoen US dollar is gebruikt voor investeringsuitgaven in overeenstemming met het tussen partijen overeengekomen ondernemingsplan.

‘Het feit dat De Vliegende Eend meerdere malen om een verhoging van de lening heeft gevraagd zonder verantwoording af te leggen over eerdere bestedingen is een zorgpunt.’

Consultant Sharmila 

In de notulen van de deurwaarder staat dat Van den Bergh tijdens de ontmoetingen met de auditors verklaarde dat de leningen aan zijn bedrijf voor algemene doeleinden waren verstrekt en dat het door Kirpalani’s verstrekte geld niet specifiek was bestemd voor het Kippie-project. Ook had hij er moeite mee dat de wijze van doorlichting door de auditors van Ernst & Young zich scheen toe te spitsen op het zoeken naar frauduleuze handelingen en oneigenlijke bestedingen van zijn kant. De topman van De Doksenclub was van oordeel dat als met facturen en bonnen kon worden aangetoond dat het investeringskapitaal in De Vliegende Eend is gestoken men tevreden moest zijn.

Dat niet alle geld is besteed aan Kippie was volgens hem niet relevant, omdat zijn bedrijf de fondsen naar eigen inzicht mocht uitzetten en besteden. Als Kirpalani dat niet had gewild, had ze naar een “schone entiteit” moeten hebben gevraagd en de gelden op de rekening van die entiteit hebben overgemaakt , meent Van den Bergh.

Hij had de overtuiging dat Kirpalani op oneigenlijke wijze bezig was een stok te zoeken en spijkers op laag water om fraude te veronderstellen om hem de deur uit te werken. Daar Kirpalani’s al in 2019 de geldkraan had dichtgedraaid, had Van den Bergh er moeite mee dat inzage werd gevraagd naar informatie die betrekking had op 2019, 2020 en 2021. Dat maakte hij tijdens de audit ook kenbaar.-.