Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Het mislukte Kippie-pluimveeproject (2)

Het mislukte Kippie-pluimveeproject (2)

Kippie, een nieuw merk in Suriname geproduceerde kip, zou hét betaalbare alternatief moeten worden voor het alsmaar duurder wordende stukje vlees dat vrijwel elke Surinamer graag op zijn bord heeft. Het project, een initiatief van de eigenaar van De Doksenclub gefinancierd door Kirpalani’s, heeft ruim vijf jaar later niet één kippenboutje geproduceerd. De zakenpartners raakten met elkaar gebrouilleerd en rechtszaak op rechtszaak volgde. Daarnaast heeft Kirpalani een strafklacht ingediend tegen de eigenaren van De Doksenclub waar het Openbaar Ministerie geruime tijd mee bezig is en vorderingen maakt. In een serie artikelen leest u de feiten op een rij. In deze editie deel 2.

Tekst Ivan Cairo

Beeld dWT archief

Gerard van den Bergh presenteerde een businessplan aan Kirpalani “Van zaadje tot carbonaadje”. Het omvatte een begroting voor het opzetten van een geïntegreerde kippenboerderij en vleesverwerkingsbedrijf. De cijfers voor de investering en rendement waren van Van den Bergh. Nadat hij en Vijay Kirpalani overeenstemming hadden bereikt samen te werken in de uitvoering van het Kippie-pluimveeproject volgden nog enkele besprekingen om zaken uiteindelijk in contracten vast te leggen.

De overeenkomsten zijn allemaal aangegaan tussen Kirpalani’s NV enerzijds en De Vliegende Eend BV en De Vliegende Eend NV met als vertegenwoordiger en directeur Asha Badal, de levenspartner van Van den Bergh. Alle verbintenissen zijn getekend door Badal, op wiens naam de twee bedrijven van Van den Bergh staan.

Tegenover de Ware Tijd bevestigt Van den Bergh dat hij in Nederland in staat van faillissement is gesteld en ook dat hij dit niet aan de financier heeft meegedeeld

Vervolgcontracten werden ook door Van den Bergh getekend. Stichting ‘Gerard en Asha’ van het ondernemerskoppel stelde zich bij het sluiten van de overeenkomst op 4 juni 2018 garant voor ‘alle verplichtingen’ waartoe het pluimveebedrijf zich had verbonden ter uitvoering van het Kippie-project.

Faillissement en leningen

Van den Bergh heeft nimmer aangegeven dat hij handelingsonbekwaam was vanwege het feit dat hij in faillissement verkeerde ten tijde van de ondertekening van de overeenkomsten. Dit feit hebben hij en Badal angstvallig voor Kirpalani verzwegen.

Het faillissement was in Nederland uitgesproken in het voordeel van Oliehandel Nederland BV en Arie Miedema voor een totaal van ongeveer driehonderdduizend euro. Verder was er een vordering van ING Bank Nederland ter waarde van 45.000 euro. De curator die werd aangesteld in het faillissement was mr. M.W. Steenpoorte gevestigd te ‘s Hertogenbosch. Kirpalani vermoedt dat Van den Bergh een deel van de gelden die zijn bedrijf als investeringskapitaal beschikbaar had gesteld, heeft gebruikt om uit het faillissement te komen. Hieromtrent is een strafklacht ingediend bij het Openbaar Ministerie in Suriname wegens oplichting.

Vijay Kirpalani diende een strafklacht in bij het Openbaar Ministerie in Suriname wegens oplichting.

Tegenover de Ware Tijd bevestigt Van den Bergh dat hij in Nederland in staat van faillissement is gesteld en ook dat hij dit niet aan de financier heeft meegedeeld. De ondernemer zegt dat hij inderdaad “een akkefietje” in Nederland had. Ook merkte hij op dat van meet af aan het duidelijk was dat de bedrijven op naam van zijn vrouw staan en dat zij de directeur is. Kirpalani heeft nimmer gevraagd waarom dat zo was. Indien dat was gevraagd, zou hij hebben verteld waarom voor die constructie was gekozen.

Financiering, kwaliteit en smaak

Het doel, vervat in de algemene samenwerkingsovereenkomst, was om ‘marktleider te worden van kip in Suriname’. Partijen zouden ernaar streven om kip te kweken op een wijze waarmee de kwaliteit en smaak zouden worden gegarandeerd en de consument dit product tegen een lagere prijs dan die van de concurrentie zou kunnen kopen.

De partners kwamen overeen dat Kirpalani het investeringskapitaal tegen aantrekkelijke voorwaarden beschikbaar zou stellen. Van den Bergh en zijn bedrijf zouden ervoor zorgen het kapitaal zodanig te investeren dat een aantrekkelijk product werd aangeboden, waardoor het bedrijf zijn marktpositie duurzaam zou kunnen versterken.

Om het project uit te voeren verschafte Kirpalani’s een krediet van 2,25 miljoen Amerikaanse dollar, die zou worden gebruikt om een schuld van De Doksenclub bij De Surinaamsche Bank van ruim SRD 3,2 miljoen volledig af te betalen. Daarnaast zouden investeringen worden gepleegd in het opzetten van een volledig geïntegreerd pluimveeboerderij die uiteindelijk marktleider in de kipsector zou moeten worden.

Kirpalani is naderhand erachter gekomen dat een deel van het geld is gebruikt voor de kweek en verwerking van doksen wat nimmer de bedoeling was

De overeenkomst werd aangegaan voor de duur van tien jaar en negen maanden. De eerste negen maanden zou alleen 3 procent rente moeten worden betaald. Met ingang van 1 maart 2019 zou begonnen moeten worden met de aflossing van het investeringskapitaal. Voorts werd overeengekomen dat Kirpalani’s naast de rentebetalingen, per kilo geslachte kip SRD 0,40 aan royalty zou ontvangen.

Volgens het contract zou de financier, nadat de lening volledig was afgelost, geen aanspraak meer hebben op royalty’s. Wel behield Kirpalani het recht om 20 procent van de productie gedurende vijf jaar te kopen tegen de engrosprijs van De Doksenclub. De bedoeling van Kirpalani in dit project was om kip goedkoop te kunnen aanbieden aan haar klanten. De producten zouden onder de merknaam ‘Kippie’ op de markt worden gebracht.

In de samenwerking verwierf Kirpalani’s ook het recht om gedurende de looptijd van het contract periodiek de kippenboerderij te bezoeken om zich ervan te verzekeren dat de investering conform het door Van den Bergh gepresenteerde businessplan werd uitgevoerd. Indien werd geconstateerd dat het anders werd besteed dan was afgesproken, was de financier gerechtigd de overeenkomst onmiddellijk op te zeggen. De uitstaande schuld zou dan binnen twee maanden moeten worden terugbetaald.

Als onderpand voor de transactie gaf stichting Gerard en Asha een terrein van circa vijftien hectare en daarnaast het belendende perceel van 7,8 hectare. Ook werd overeengekomen dat Van den Bergh en Badal een risico- en brandverzekering zouden afsluiten.

Meer kapitaal nodig

Naarmate het project vorderde, nam ook de financieringsbehoefte van De Doksenclub toe en verstrekte Kirpalani’s meer geld. Tot en met het eerste kwartaal van 2019 was totaal drie miljoen Amerikaanse dollar in het bedrijf gepompt. Nog bleek dat niet genoeg te zijn en werden aanvullende overeenkomsten gesloten. Zo bleek De Doksenclub in april 2019 nog eens zeshonderdduizend euro aan werkkapitaal nodig te hebben.

Dat er gaandeweg de realisatie van het project steeds meer geld nodig was, is te verklaren zegt Van den Bergh. Zijn initiële plannen waren om de kippenboerderij met een tweedehandse slachtlijn op te zetten. Toen de apparatuur voor de slachtlijn zou worden aangeschaft, wilde Kirpalani niets van tweedehands weten. Hij wilde volgens de kippenboer splinternieuwe apparatuur voor het project en dat kostte ruim drie keer zoveel.

De vertegenwoordiger van Kirpalani, Eugène Diran, bevestigt dat er een voorkeur is uitgesproken voor nieuwe equipment, maar ontkent dat aan de financier is verteld dat het drie keer zoveel zou kosten. Voor de nieuwe equipment werd inderdaad meer geld beschikbaar gesteld. Echter, Kirpalani is naderhand erachter gekomen dat een deel van het geld is gebruikt voor de kweek en verwerking van doksen wat nimmer de bedoeling was. immers, de investeringen waren uitsluitend bestemd voor het Kippie-project.