Hoe het begon

Kippie, een nieuw merk in Suriname geprobeerde kip, zou hét betaalbaar alternatief moeten worden voor het alsmaar duurder wordende stukje vlees dat vrijwel elke Surinamer graag op zijn bord heeft. Het project, een initiatief van de eigenaar van De Doksenclub gefinancierd door Kirpalani’s, heeft ruim vijf jaar later niet één kippenboutje geproduceerd. De zakenpartners raakten met elkaar gebrouilleerd en rechtszaak op rechtszaak volgde. Daarnaast heeft Kirpalani een strafklacht ingediend tegen de eigenaren van De Doksenclub waar het Openbaar Ministerie geruime tijd mee bezig is en vorderingen maakt. In een serie artikelen leest u de feiten op een rij. Vandaag deel 1.

Tekst en beeld Ivan Cairo

Suriname was decennialang zelfvoorzienend wat betreft de voorziening van kippenvlees. De markt werd bediend door enkele grote lokale producenten, maar ook kleinere kwekers hadden een plek. Er zat brood in de sector en iedereen maakte een living, groot en klein. Dat ging zo lang door totdat in de jaren negentig goedkopere dumpkip uit het buitenland werd geïmporteerd en de markt overnam.

De duurdere Surinaamse kip kwam vanwege de hogere productiekosten in de verdrukking en talrijke kleine en middelgrote lokale kwekers gaven er de brui aan, omdat zij de moordende concurrentie van het buitenlands product niet meer aankonden. Slechts een handjevol grote spelers bleef overeind.

“Hij heeft nimmer verteld tijdens de gesprekken, dat hij op dat moment in staat van faillissement verkeerde”

Vijay Kirpalani

Van hobby naar commercie

In 2008 begon Gerard van den Bergh samen met zijn levenspartner Asha Badal een commerciële eendenkwekerij die bekend werd onder de naam ‘De Doksenclub’. Nadat het koppel zich vanuit Nederland in Suriname had gevestigd sloeg de verveling al gauw toe bij Van den Bergh en veranderde zijn hobby, het kweken van doksen, in een commerciële onderneming.

De productie werd vergroot en uiteindelijk kreeg ‘De Doksenclub’ na veel stampei te hebben gemaakt toegang tot de markt op Trinidad en Tobago. Op een gegeven moment besloot de ondernemer de productie verder uit te breiden naar kip, omdat vanwege de verslechterde economische omstandigheden doksenvlees duurder werd en de afzet achteruitging. Het Kippie-project was geboren.

Omstreeks maart/april 2018 ontmoetten Van den Bergh, de motor achter eendenkwekerij ‘De Doksenclub’ en Vijay Kirpalani, topman bij de firma Kirpalani, elkaar op een social event bij een gemeenschappelijke vriend. De mannen raakten met elkaar aan de praat en natuurlijk werd ook over business gesproken en de uitdagingen waarmee die in de Surinaamse economie gepaard ging. Van den Bergh vertelde honderduit over zijn doksenkwekerij en dat hij wilde beginnen met kip op grote schaal. Hij zou daarbij kip tegen een veel lagere verkoopprijs kunnen aanbieden dan de toen gebruikelijke.

Kirpalani: “Ik luisterde naar hem en heb gewoon uit interesse het een en ander besproken over zijn doksenbusiness. Ongeveer een maand daarna kwam ik hem weer tegen en vroeg ik hem hoe het vorderde met zijn kippenproject. Hij gaf aan dat het verkrijgen van kapitaal erg moeilijk was in Suriname.”

Van den Bergh had bij een lokale bank aangeklopt voor financiering, maar kon niet het bedrag krijgen dat hij nodig had om op grote schaal te produceren. “Hij vroeg of hij een presentatie kon doen van zijn project en ik heb daarmee ingestemd. Vervolgens is er een afspraak gemaakt met hem voor een gesprek bij mij op kantoor. Er zijn vervolgafspraken gemaakt met ons team waarbij hij projecties heeft gepresenteerd aan ons. Van den Bergh heeft zich uitgegeven als een succesvolle ondernemer in Nederland en Costa Rica. Hij heeft nimmer verteld tijdens de gesprekken, dat hij op dat moment in staat van faillissement verkeerde. Omdat wij dit niet wisten en ervan uitgingen dat hij en zijn partner eerlijke ondernemers waren is er uiteindelijk een overeenkomst gemaakt.”

Spontaan financiering aangeboden

Volgens Van den Bergh steekt het verhaal een beetje anders in elkaar. Inderdaad was er een toevallige ontmoeting bij een gemeenschappelijke vriend en sprak hij over zijn plannen om over te stappen van het kweken van doksen naar de productie van kip. “Toen hij hoorde dat ik in de kip ging heeft híj me gebeld. Ik had z’n nummer nog niet eens. Kirpalani heeft mij ineens gebeld en de financiering aangeboden”, stelt hij.

Van den Bergh vertelt dat hij door de zakenman werd uitgenodigd voor een gesprek en tijdens die ontmoeting heeft hij zijn plannen toegelicht. “Ik ben naar hem toegegaan en in tien minuten, ik zeg ‘t je, in tien minuten tijd biedt hij aan één-driekwart miljoen”, aldus de pluimveehouder.

Van den Bergh beweert dat hij op dat moment nog niet echt een vastomlijnd businessplan had. Na verschillende vervolgontmoetingen met medewerkers van Kirpalani die belast zouden worden met het monitoren van de projectuitvoering en besteding van de financiering werd op 4 juni 2018 de eerste samenwerkingsovereenkomst tussen partijen getekend.

“In principe kreeg hij kapitaal met een grace period en een lage rente. Hij zou ons een deel van de productie verkopen voor zijn engrosprijs. De projecties en het plan waren van hem en niet van ons. Wij hebben aangegeven dat wij een financier waren en niet een aandeelhouder van zijn bedrijf”, zegt Kirpalani die deze zaak liever buiten de media had gehouden.