Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Hemel

Hemel

SERIEUS!? / Ivan Cairo

“De hemel zal over Suriname neerdalen.” Dat zei ondernemer Stijn Janssen vorig jaar november tegen de Ware Tijd toen hij met een handelsmissie uit Curaçao in Suriname was. Hij voorspelde dat Suriname de economische activiteiten en ontwikkeling die zullen volgen nauwelijks zal kunnen bijbenen wanneer de oliemaatschappijen beginnen met de offshore productie.

Behalve dat er meer arbeidskrachten nodig zullen zijn dan lokaal beschikbaar, zullen ondernemers ook meer investeringskapitaal nodig hebben, stelde hij. Wel nu. Sinds vorige week woensdag is de hemelpoort boven Suriname op een kiertje gezet met de aankondiging van Staatsolie en TotalEnergies dat het proces in gang is gezet om uiteindelijk eind 2028 te beginnen met de productie van olie in Blok 58.

“We willen geen hemel voor een handjevol mensen en hel voor de rest”

Niet lang daarna ging de hemelpoort een stukje verder open. Reuters meldde dat Suriname aan de vooravond staat om als eerste land ter wereld op basis van één of andere regeling binnen het VN- klimaatakkoord koolstofkredieten te verkopen. Die deal zou al de eerstkomende maanden kunnen worden beklonken. Voor hoeveel geld de staat de koolstofkredieten wil verkopen is nog niet bekendgemaakt. Naar verluidt hebben zeker dertig internationale bedrijven die hun ecologische voetafdruk willen verkleinen belangstelling.

In beide voornemens – grootschalige olieproductie en verkoop van koolstofkredieten – schuilt volgens mij een enorme contradictie. Verbruik van fossiele brandstoffen is één van de meest belangrijke factoren die bijdraagt aan uitstoot van broeikasgassen, opwarming van de aarde en klimaatverandering. Hoe valt het te rijmen dat Suriname, het groenste land ter wereld, dat meer broeikasgassen met zijn bossen opneemt dan het uitstoot, een grote olieproducent zal worden en dus bijdragen aan de uitstoot van broeikasgassen maar tegelijkertijd koolstofkredieten verkoopt om dat weer in balans te brengen? Ik krabde me even achter de oren. Fa dan?

Het kan dus wel, heb ik begrepen. Er schijnt een maas in de VN-regelgeving te zijn over hoe de bijdrage aan de uitstoot wordt berekend of vastgesteld. Het produceren van het product dat de uitstoot bevordert, telt bijna niet mee. Wie het product consumeert, dus de landen met hun tientallen miljoenen auto’s, vliegtuigen en fabrieken die de olie verbruiken: zij worden verantwoordelijk gesteld voor de schade en de gevolgen van klimaatverandering.

Zouden we ons niet druk moeten maken over wat ons product in de afzetmarkten veroorzaakt? Met deze gewetensvraag wil ik mij vooralsnog niet bezighouden. Ik wil tenminste een beetje van die hemel meemaken die Stijn Janssen heeft voorspeld. Maar dan zullen de bestuurders van het land wel heel goed met de oliedollars moeten omspringen. Voor de totale samenleving dus de taak om er op toe te zien dat dat ook daadwerkelijk gebeurt. We willen geen hemel voor een handjevol mensen en hel voor de rest. No way!

ivancairo@yahoo.com