Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Grondautoriteit

Grondautoriteit

HET VROEGERE MINISTERIE van Ruimtelijke Ordening, Grond- en Bosbeheer (RGB), nu Grondbeleid en Bosbeheer (GBB), kent een korte turbulente historie die een weerspiegeling is van hoe een kapitaalgoed als grond wordt bezien in de Surinaamse politiek. Het is vaak een instrument om politieke vrienden te voorzien in ruil voor andere ‘diensten’. Maar dit ministerie is ook het resultaat van gebrek aan visionair leiderschap. En hoe dat een catastrofe teweeg kan brengen in een klein land als Suriname.

RGB werd afgesplitst van het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen na de verkiezingen van 2005. Nieuw Front-partner Pertjajah Luhur wilde coûte que coûte nog een ministerie erbij. Het kan dat de toenmalige president Ronald Venetiaan daaraan toegaf omdat hij in zijn hoofd had dat de grondautoriteit eraan kwam. Het was namelijk de bedoeling om met geld dat van Nederland was verkregen een grondautoriteit op te zetten die dan als onafhankelijke instantie zichtbaar zou maken welke domeingronden er ter beschikking waren. Dan kon de burger bij dat instituut zijn om aan grond te komen.

Nu, bijna twintig jaar verder van 2005, wordt het land voor de zoveelste keer met de neus op de feiten gedrukt: het gronduitgiftebeleid moet uit de politieke sfeer worden gehaald.

Het Management Instituut voor Grondregistratie en Land Informatiesysteem (MI-Glis) is vooral een registratie en administratieve instantie geworden, terwijl het ministerie, dat sinds 2010 negen ministers heeft gekend, fout na fout stempelt. De laatste oproer komt van mensen die zich benadeeld voelen omdat het GBB naar verluidt gronden heeft ingetrokken die in gebruik zijn.

De wet laat wel toe dat GBB dat doet wanneer grond, die is uitgegeven, niet wordt gebruikt voor het doel waarvoor het is uitgeven en de bestemming zonder de legale weg te bewandelen is veranderd. En die verhalen zijn er in overvloed. Mensen krijgen grond van de overheid en vervolgens verkavelen ze die en verdienen miljoenen of laten het perceel maar over aan de grillen van de natuur. Dat wil niet zeggen dat dat het geval is met de benadeelden, onder leiding van districtsraadslid Soerin Goerdayal, die recent in opstand zijn gekomen, maar deze zaken zijn de overheid niet onbekend.

Echter, als wordt gekeken naar het aantal rechtszaken en het aantal fouten dat het ministerie (on) bewust begaat, dan is weer een minister ontheffen en een ander op die plek zetten geen duurzame oplossing. Noch is het een oplossing om de bevoegdheid van het ministerie in te perken en een unit die over grondzaken gaat te plaatsen bij het kabinet van de president. Want dan wordt een ministerie betaald om het werk te doen en een extra unit om datzelfde werk te doen.

Nu, bijna twintig jaar verder van 2005, wordt het land voor de zoveelste keer met de neus op de feiten gedrukt: het gronduitgiftebeleid moet uit de politieke sfeer worden gehaald. Anders is de berg rechtszaken die het ministerie moet afhandelen op geen enkele manier te overzien. Het is nu de hoogste tijd om een grondautoriteit in te stellen. Een onafhankelijk instituut dat, los van politiek, ervoor zorgt dat domeingronden effectief worden beheerd.