Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Global Investigative Journalism Conference: Digitale (on)veiligheid

Global Investigative Journalism Conference: Digitale (on)veiligheid

In een wereld waar overheden en grote transnationale organisaties en netwerken hun informatie niet wensen te delen met journalisten zijn (internationale) netwerken een must. De hedendaagse journalist die de intentie heeft het dagelijkse nieuws te ontstijgen en het verhaal achter het nieuws zoekt, heeft een duwtje in de rug nodig. De Global Investigative Journalism Conference in Göteborg geeft daartoe mogelijkheden en skills. Vanaf 19 tot en met 22 september schrijft Euritha Tjan A Way daar iedere dag over. Vandaag deel 2.

Digitale (on)veiligheid

Hoewel journalisten wereldwijd onder vuur zijn vanwege hun onderzoek in zaken waar grote belangen spelen, neemt het aantal onderzoeksjournalisten toch wereldwijd toe. Dat zei David Kaplan die director is van de Global Investigative journalism network. De organisatie heeft in verschillende delen van de wereld vertakkingen die casussen wereldwijd samen onderzoeken. Veel criminele organisatie werken ook in verschillende landen samen, dus zo een samenwerking is noodzaak.

Professor Ron Deibert die initiator is van The Citizen Lab die ook sprak tijdens de officiële opening van de Global Investigative Journalism Conference (GIJC) in Göteborg, beaamde dit ook. “Ik wilde in mijn studententijd al journalist worden. Ik schreef al voor de schoolkrant”. Helaas kreeg hij daar geen beurs voor en ging hij een andere kant op. Toch ontwikkelde hij The Citizen Lab die specialiseert in het onderzoek naar digitale aanvallen (van hackers) op journalisten.

Volgens deze twee heren is het de intrinsieke drang naar waarheidsvinding die mensen doet kiezen voor dit beroep. Helaas is in Suriname niet te merken dat het aantal journalisten toeneemt. Althans, die niet verbonden zijn aan de overheid. En daar valt dan ook wat voor te zeggen. Maar daarover is al voldoende gesproken.

“Tijdens het GIJC is duidelijk geworden dat er steeds meer bedrijven zijn die openlijk overheden en criminele organisaties benaderen om spyware aan te bieden.”

Het gaat mij in deze column vooral om de aanvallen op journalisten die tegenwoordig niet alleen fysiek zijn, maar ook via de digitale weg plaatsvinden. Zo dwaalden mij gedachten af naar de uitspraak van de minister met (tegenwoordig) een kort lontje Bronto Somohardjo van Binnenlandse Zaken. Die zei eens terloops in woorden van gelijke strekking : ‘Die journalisten praten in appgroepen over mij. Ze vragen zich af wat mijn kwalificaties zijn’ Dat zette mij toen al aan het denken. Lekken journalisten apps naar ministers of zijn telefoons van journalisten gehacked en hoe komt de minister zo aan zijn informatie? Sideline is wel dat dat een volkomen normale vraag is, want een minister dient bekwaam te zijn.

Maar goed, dat er invloed wordt uitgeoefend op het internetverkeer weten we al. Zo is het bereik opvallend slecht geweest bij bepaalde protesten tegen de regering en na de rellen van 17 februari is ruiterlijk toegegeven dat bepaalde sociale mediakanalen geblokkeerd waren.

Tijdens het GIJC is duidelijk geworden dat er steeds meer bedrijven zijn die openlijk overheden en criminele organisaties benaderen om spyware aan te bieden. Dus het priveleven van veel journalisten kan als bedreiging tegen ze gebruikt worden. Dat viel dan weer diep bij mij.

Laat de gebruikelijke seksvideo’s die de ronde doen van mensen, we seksen allemaal wel eens en daar is geen schaamte over nodig. Maar hoe staat het met bijvoorbeeld informatie over je kinderen en je familie? Dat staat ook allemaal in de telefoon en dat wil je zeker prive houden, want als journalist koos jij voor een beroep, niet je hele omgeving. Allemaal zaken waarop tijdens deze conferentie veel aandacht aan besteed wordt.

Hoe willen wij in Suriname als beroepsgroep hiermee omgaan? Gezien de huidige situatie in het land en redacties die vooral veel met freelancers werken, is het antwoord daarop maar moeilijk te bedenken.

Deze column is mede tot stand gekomen met de hulp van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projekten.