Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Geweld

Geweld

GANGA / Sharda Ganga

Vanochtend reed ik over de Kleinestraat en zag in de verte, voorbij de sluis, voorbij de kruising met de Verlengde Anamoestraat, een auto staan. Het was groot, het was zwart. Ik minderde vaart en mijn gedachten buitelden over elkaar. Dit kon niet goed zijn. In dat deel worden vaker lijken gevonden. Verschuilen criminelen zich om de haverklap. Worden gestolen auto’s gedumpt. Zou ik het redden tot de kruising of hadden ze me al gezien? Moest ik liever met een vaart achteruit rijden?

Dit was tien uur in de ochtend. Klaarlichte dag. Hou op, dacht ik dan ook, het is klaarlichte dag, je leest en kijkt te veel thrillers. Ik reed dus voorzichtig door en zag een man lopen naast een koe (of paard, ze waren ver weg en ik heb een nieuwe bril nodig) en de auto reed stapvoets met ze mee, vermoedelijk waren paard/koe-loper en chauffeur aan het keuvelen.

“Als mensenlevens steeds minder waard zijn in ons land, wat zegt dat van ons in ons switi Sranan?”

Dit was het moment dat ik besefte hoezeer de krantenkoppen van de laatste weken mij angst hebben aangejaagd, ook al was ik er ogenschijnlijk niet mee bezig. Ik zie overal verdachte bewegingen, ik ben continu alert op verdachte bewegingen, getrokken pistolen en snelle messteken.

Het lijkt alsof we steeds sneller afglijden naar Centraal-Amerikaanse en Jamaicaanse toestanden, waar er hele buurten zijn waar je niet kan en wil komen, waar je continu op je hoede bent als je op straat loopt, want je kan elk moment worden beroofd of erger. In de auto zittend hoop je dat er niemand bij het kruispunt, als het licht op rood staat, in die halve minuut je raam kapotslaat en je tas weggrist (nooit je tas op de stoel naast je houden). Zo zijn er continu dingen waar je aan denkt; die een tweede natuur zijn geworden, die we normaal zijn gaan vinden.

De grenzen worden steeds verder opgetrokken, ook de grenzen van onze aandacht en verontwaardiging. De eerste keer dat jongeren met elkaar op de vuist gaan om een niemendalletje, iemand een mes trekt en een dodelijk slachtoffer maakt, schrikken we ons rot. Bij de derde zuchten we dat het een trend is en wat verschrikkelijk allemaal. Bij de tiende lezen we het bericht niet meer. Het is de nieuwe normaal.

Zo was het bericht over het slachtoffer bij Saoena Markt ook aan me voorbijgegaan. Een zoveelste schietpartij in korte tijd, ik hou het niet meer bij. Vandaag pas las ik de gruwelijke details, van hoe een dakloze gewoon is afgemaakt in de avond bij de markt.

En nu maak ik me zorgen; over welke dakloze uit mijn omgeving gaat het? Is het de ene ‘We nemen over’-meneer die een tijdje op social media te zien was? Is het de oudere Javaanse meneer die met een rollator over de straat hobbelt en altijd een babbeltje maakt als je hem een pak brood of een kleinigheid toestopt? Is het de jongere meneer die in het bushuisje voor de Saoena Markt sliep en verward was? Is het de meneer die soms bij de bank op de stoep is na sluitingstijd? En terwijl ik dit neerpen realiseer ik me hoeveel dak- en thuislozen we hebben in Paramaribo, als ik zo een opsomming kan geven van de vaste mensen die ik zie in de buurt.

Ook dat is een vorm van geweld; de ontkenning van hun menselijkheid, van hun bestaan. Dan denk je dat je ze gewoon kan neerknallen, zoals bij de markt afgelopen week. De samenleving heeft ze toch al weggedaan. Als mensenlevens steeds minder waard zijn in ons land, wat zegt dat van ons in ons switi Sranan?

gangadwt@gmail.com