NIET BIJ GROTE groepen in de samenleving bekende sporten, zoals wielrennen moeten, in tegenstelling tot bijvoorbeeld voetbal en basketbal, extra moeite doen om het (financiële) hoofd boven water te houden. De ‘grote’ sporten kunnen veelal terugvallen op sponsors om- zij het met passen en meten- hun begroting rond te krijgen.
De SVB heeft het redelijk makkelijk door de regelmatige geldstroom van de wereldvoetbalbond Fifa. De praktijk heeft intussen geleerd dat individuele sporters, noch sportorganisaties bij de zittende regering hoeven aan te kloppen voor steun. In ons sportcommentaar van vorige week hebben wij er al op gewezen dat in de jaarrede van de regering sport letterlijk is doodgezwegen.
Bedrijven, het directoraat Sportzaken, en het Surinaams Olympisch Comité laten voor deze afvaardiging de SWU in de kou staan en tot nu toe is niet duidelijk of de renners die zijn geselecteerd wel kunnen worden afgevaardigd
De Surinaamse Wielrenunie (SWU) doet er al weken alles aan om het geld bijeen te krijgen voor een afvaardiging naar de Caribische kampioenschappen op 14 en 15 oktober op Guadeloupe.
Bedrijven, het directoraat Sportzaken, en het Surinaams Olympisch Comité laten voor deze afvaardiging de SWU in de kou staan en tot nu toe is niet duidelijk of de renners die zijn geselecteerd wel kunnen worden afgevaardigd. Suriname is lid van de Caricom en het is belangrijk dat wij ons gezicht zoveel mogelijk laten zien in de regio op uiteenlopend gebied, dus ook bij sport.
De voorzitter van de SWU, Earl van Wilgen heeft kortgeleden in deze krant toegelicht dat deelname aan de wedstrijden belangrijk is om je land te laten zien en gezien te worden en door te netwerken kunnen wij misschien ondersteund worden door de overkoepelende organisatie in de regio, Caribbean Cycling Union (CCU).
Ook kunnen de wielrenners wedstrijdervaring opdoen en kan worden gemeten waar ze in de regio staan. Maar de regering, in het bijzonder de minister van Regionale Ontwikkeling en Sport en haar sportstaf lopen met oogkleppen rond en zien het belang van doordringen in de regio kennelijk niet in.
Reizen dwars door het Caribisch gebied en Midden-Amerika vereist een minimale begroting, omdat wij de allerbesten moeten afvaardigen en wij ons de weelde niet kunnen veroorloven van een mammoetdelegatie. Tot die bewustwording moeten sportorganisaties, maar ook het ministerie van ROS zien te komen.
Weer een sportdelegatie, in dit geval wielrenners de pas afsnijden, zou opnieuw jonge sporters die zich intensief hebben voorbereid deprimeren en demotiveren.
In de marge van de Caribische kampioenschappen het komend weekeind worden bestuursverkiezing gehouden. De SWU-voorzitter hoopt erbij te zijn om de problemen waarmee zijn organisatie kampt, onder de aandacht te brengen van de Caribische Unie en om de mogelijkheid af te tasten hoe geld los te peuteren bij de CCU.
De regering kan de voortdurende kritiek op haar visie op sport – let wel, we schrijven bewust niet sportbeleid, want dat is er niet- ombuigen door alsnog voor 2024 een substantieel bedrag voor sport uit te trekken.
De Nationale Assemblee behandelt volgend jaar de begroting voor 2023/2024. Dat is een goede gelegenheid voor de regering om wat de afgelopen jaren bij haar is fout gegaan op sportgebied, een beetje goed te maken.