door Ivan Cairo
PARAMARIBO — De Palestijnse regering heeft op 9 oktober formeel de Surinaamse regering gevraagd om een standpunt in te nemen over de bombardementen van het Israëlische leger in de Gazastrook. Daarbij zijn al meer dan tweeduizend Palestijnse burgers in dat gebied gedood.
Het verzoek bereikte Suriname via de Palestijnse diplomatieke vertegenwoordiger in het Caribisch Gebied. Twee dagen eerder, op 7 oktober, had de Israëlische regering aan Suriname gevraagd om de aanslagen van Hamas op Israëlisch grondgebied te veroordelen. Op 9 oktober heeft Suriname dit inderdaad gedaan.
Toelating ambassadeur
Ook blijkt dat de Palestijnse regering al enkele keren heeft gevraagd om haar voor Suriname aangewezen ambassadeur agrément te verlenen. Eén van deze verzoeken voor het accepteren van de accreditatie van ambassadeur Linda Sobeh Ali is gedaan op 7 september vorig jaar. De regering heeft nimmer gereageerd op de brieven en andere stukken die de afgelopen dagen naar Paramaribo zijn gestuurd.
De Ware Tijd heeft de hand weten te leggen op stukken die de afgelopen dagen door de diplomatieke vertegenwoordiger van Palestina in het Caribisch Gebied naar de minister van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (Bibis) zijn gestuurd. Suriname heeft in februari 2011 de staat Palestina binnen de grenzen van 1967 erkend.
“De afdeling Protocol van het ministerie van Buitenlandse Zaken en Expats van de staat Palestina biedt haar complimenten aan, aan het ministerie van Buitenlandse Zaken, Internationale Zaken en Internationale Samenwerking van de republiek Suriname. Het heeft de eer H.E. mevrouw Linda Sobeh Ali, als de nieuwe niet-ingezeten ambassadeur van de staat Palestina in de republiek Suriname aan te melden. De afdeling Protocol van het Palestijnse ministerie van Buitenlandse Zaken en Expats verzoekt uw gewaardeerde ministerie vriendelijk om agrément te verlenen voor H.E. mevrouw Ali.” Zo luidt een passage uit de brief van 7 september vorig jaar van de Palestijnse regering.
De diplomaat, die residerend ambassadeur in Venezuela is, heeft haar credentials persoonlijk afgegeven aan Surinames ambassadeur in Caracas, Venezuela. Bibis heeft hierop nimmer gereageerd.
Diplomatieke nota
Op 9 oktober werd Suriname gevraagd een standpunt bekend te maken in de twee dagen eerder begonnen oorlog. “De ambassade van de staat Palestina biedt haar complimenten aan het ministerie van Buitenlandse Zaken van de republiek Suriname aan met verwijzing naar de aanhoudende verslechterende situatie in de regio van het Midden-Oosten na de gruwelijke aanval die door de Israëlische bezettingsmacht in de Gazastrook wordt voortgezet en die sinds afgelopen zaterdag geleid heeft tot de dood van 510 Palestijnse burgers en 2.800 gewonden” Zo luidt een passage in een zogenoemd note verbale die de Palestijnse autoriteiten naar Paramaribo stuurden.
“Met aandacht voor de gevolgen ervan voor de vrede, veiligheid en stabiliteit in het Midden-Oosten zou de ambassade van de Palestijnse Staat een standpunt van uw geachte regering over deze kwestie op prijs stellen”, wordt vervolgd in de nota. Ook hierop gaf Bibis geen reactie.
Ramdin
De Ware Tijd heeft Bibis-minister Albert Ramdin benaderd voor een reactie over deze kwestie. Na enkele uren gaf de bewindsman aan nog niet alle informatie te hebben om te kunnen reageren. Vanwege de nationale vrije dag verliep het verzamelen van de informatie volgens hem stroef. Bij het ter perse gaan van de krant was de inhoudelijke reactie van de minister nog niet binnen.
De afgelopen dagen heeft de Palestijnse ambassadeur behalve naar Suriname naar andere Caribische landen brieven gestuurd om hen te informeren over de situatie in de Gazastrook. Ook verklaringen die naar de Verenigde Naties zijn gestuurd, werden aan Suriname en andere landen aangeboden.