Jan Gajentaan

Volgens voormalig ABOP Nederland secretaris Jan Gajentaan wordt de artikel 8 dialoog tussen de EU en Suriname, alsmede de discussie over de ACP-EU conferentie in Suriname, vertroebeld door post-koloniale sentimenten. “Steeds als Nederland zich ermee bemoeit, krijgt dit land meteen het verwijt dat ze bevoogdend bezig zijn en zich bemoeien met andermans zaken”.

Gajentaan vindt dat het hierdoor bijna onmogelijk is om een een objectief standpunt te bepalen in deze kwesties. “Natuurlijk ben ik blij voor de Surinaamse bevolking en het bedrijfsleven dat de ACP-EU conferentie toch in Suriname wordt gehouden. Tegelijkertijd deel ik de vrees van de Nederlandse EU-parlementariërs, dat de huidige machthebbers in Suriname zich gesterkt zullen voelen door deze beslissing en daarom hun beleid zullen voortzetten van afbraak van de rechtsstaat en intimidatie van de oppositie”.

“Gelukkig heeft de EU heldere taal gesproken in de Artikel 8 dialoog en is Suriname opgeroepen om niet te interveniëren in het 8 december proces en te stoppen met intimidatie van andersdenkenden. Daarom denk ik dat Nederland er wel vrede mee zal hebben dat de ACP-EU conferentie plaatsvindt in Paramaribo”.

Gajentaan vindt dat de NDP de zaak ééndimensionaal benaderd. ‘Het gaat niet om een machtsstrijd tussen Suriname en Nederland. Het gaat om het behoud van democratie en rechtsstaat. Dat is een kwestie van internationale solidariteit van democraten waar ook ter wereld. Toen Wilders in Nederland begon met zijn anti-Polen meldpunt hebben ook heel wat landen zich daarmee bemoeid, en terecht. Ieder land moet tegenwoordig rekening houden met de internationale gemeenschap”, aldus Gajentaan.