Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Familie Dijksteel en Wolfjager: “De mannen zijn geëxecuteerd”

Familie Dijksteel en Wolfjager: “De mannen zijn geëxecuteerd”

De nabestaanden van de 32-jarige Ivanildo Dijksteel en de 65-jarige Martinus Wolfjager beweren dat zij zijn vermoord of geëxecuteerd vanwege hun strijd voor de grondrechten van de inheemsen. Tijdens een gisteren belegde persconferentie verklaarde de familie dat ze geestelijk gemarteld worden, doordat ze tot op heden geen informatie hebben ontvangen over het obductieonderzoek. De nabestaanden van Dijksteel en Wolfjager eisen gerechtigheid.

De twee mannen kwamen op 2 mei in het dorp Pikin Saron om het leven. De lijken van de mannen zijn reeds afgestaan aan de familie. Echter kan de familie niet overgaan tot begraven, omdat ze maar niet kunnen beschikken over een obductierapport om te weten hoe de mannen om het leven zijn gebracht.

De broer van Dijksteel betreurt het dat de regering al op 3 mei de mannen wisten te criminaliseren als te zijn terroristen, terwijl de familie niet eens wist dat de mannen dood waren.

De familie maakt bekend dat de mannen op brute wijze zijn mishandeld en van hun meest fundamentele recht, namelijk het recht op leven, zijn beroofd tijdens hun strijd voor erkenning van grondrechten in Pikin Saron. Deze dappere strijders hebben jarenlang gewerkt om de grondrechten van de inheemse bevolking wettelijk erkend te krijgen en onder de aandacht van de autoriteiten te brengen.

De handelingen die op de bewuste dag zijn gepleegd hebben geleid tot een klopjacht op de mannen, het verwonden van enkelen en het vermoorden en of executeren van Wolfjager en Dijksteel. Tot nu toe hebben de desbetreffende autoriteiten nagelaten een antwoord te geven op de vele vragen die de familie en vrienden bezighouden. De regering laat ze te lang wachten op antwoorden. Dit ondanks het feit dat de advocaten van de familie deze zaak continue onder de aandacht brengen van de autoriteiten.

De kinderen van de overledenen worden gepest op school, omdat er geen juiste informatie aan de samenleving wordt gegeven, stelt de familie. De president als hoogste gezag heeft in het parlement uitspraken gedaan en de mannen zonder bewijs of onderzoek bestempeld als terroristen. “Dit kan niet”, zeggen ze. Eveneens hebben bepaalde assembleeleden onverantwoordelijke uitspraken gedaan. De familie wil dat dit wordt gecorrigeerd.

De mannen worden enerzijds beschuldigd van criminaliteit, terwijl anderzijds de staat herhaaldelijk geld aanbiedt aan de familie om hen zo snel mogelijk te begraven. “Als de mannen vermeende criminelen zijn, hoe is het dan mogelijk dat de staat verantwoordelijk is voor hun begrafenis?” vraagt de familie zich af.

Er zijn veel vragen die de gemoederen bezighouden. “Wij keuren ieder overmatig politiegeweld af dat gebruikt is tegen de mannen. We vragen ons af in hoeverre de protocollen van zulke handelingen in acht zijn genomen.”

De familie eist:
– Dat de informatie van het obductieonderzoek snel wordt vrijgegeven. Ze willen niet langer in het ongewisse blijven en zo onnodig worden gemarteld.
– Een onafhankelijk forensisch en pathologisch onderzoek, desnoods met medewerking van buitenlandse deskundigen. De familie wil weten wat de doodsoorzaak is. Een antwoord hierop zal hun gemoedsrust schenken.
– Een eerlijk rechtsproces en veiligheid voor de overige strijders die in detentie zijn.
– Publieke verontschuldiging en zuivering van de naam van de overleden mannen.
– Nadat de vier eisen zijn gehonoreerd wil de familie de laatste eer bewijzen.

De nabestaanden zijn van oordeel dat de rechtstaat geschonden is en ze voelen zich in hun rechten beknot. Als de overheid niet kan voldoen aan de genoemde eisen is de familie genoodzaakt haar recht op internationaal niveau aan te vechten.