Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » ‘Er moest koste wat het kost een veroordeling komen om de politiek een genoegen te doen’

‘Er moest koste wat het kost een veroordeling komen om de politiek een genoegen te doen’

“Ik ben bang dat ik zwanger ga raken als ik dit niet zeg, maar mij bekruipt het gevoel dat koste wat het kost een veroordeling moest komen om de politiek een genoegen te doen.” Dit zei Irvin Kanhai, advocaat van Robert van Trikt, voormalig governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), die in eerste aanleg is veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar en een geldboete van SRD 500.000. De raadsman heeft al aan het begin van zijn pleidooi geëist dat het vonnis wordt vernietigd en Van Trikt wordt vrijgesproken.Het Openbaar Ministerie (OM) wordt tijdens het hoger beroep van deze geruchtmakende rechtszaak zwaar onder vuur genomen door de verdediging van de verdachten. Hoewel moeite wordt gedaan de politiek in de rechtszaal niet te bespreken, krijgt ook die haar deel.

door Wilfred Leeuwin

Kanhai verwijt het OM niet alleen dat het geen kennis van deze ingewikkelde zaak heeft, maar ook dat het in strijd met de wet handelt. Die schrijft namelijk voor dat er wettig en overtuigend bewijs moet worden geleverd. “In het strafrechtelijke bewijsrecht is er geen ruimte voor vermoedens, conclusies van verbalisanten en meningen van derden”, aldus Kanhai. In zijn pleidooi van 130 pagina’s gaat de jurist systematisch in op alle aspecten van deze kwestie die begon in 2019. Daaruit moet blijken dat Van Trikt zich aan geen enkel strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.

Kanhai laat blijken zich goed bewust van te zijn dat zowel de toenmalige procureur-generaal (pg) Roy Baidjnath Panday als hoogste vervolgingsambtenaar als rechter Maytrie Kuldipsingh, die zijn cliënt heeft veroordeeld, politieke relaties hebben met de regering. De voormalige pg is nu consultant bij de CBvS, terwijl de kantonrechter door de regering is voorgedragen zitting te nemen in de anticorruptie commissie.

. “Alleen wanneer er sprake is van goed bestuur kunnen deze resultaten worden afgedwongen met een ongekend resultaat voor Suriname”

Goed bestuur

Volgens Kanhai zijn in deze zaak verschillende personen, onder wie de verbalisant die de verhoren heeft afgenomen als het OM in een tunnel geraakt van verdachtmakingen en daar niet meer uit gekomen. Dat heeft geresulteerd in de strafeis en veroordeling van zijn cliënt. Daartegenover staat wettelijke regelgeving, zoals de Bankwet, maar ook verslagen, zoals het IMF Artikel 4-rapport over Suriname en dat van de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank. Zij bestempelen het beleid dat toen bij de bank is gevoerd als ‘good governance’ en de door Van Trikt toen genomen maatregelen als juiste monetaire besluiten om de toen al wankele economie op rails te krijgen.

Op basis van dat goed bestuur zijn afspraken en overeenkomsten gesloten met het IMF. In lijn hiermee volgt dat de Amerikaanse Centrale Bank contant geld ter beschikking stelt voor de zusterorganisatie in Suriname en contractuele projecten met het Belgische bedrijf Clairfield. “Alleen wanneer er sprake is van goed bestuur kunnen deze resultaten worden afgedwongen met een ongekend resultaat voor Suriname”, zegt Kanhai.

Hij verwijst ook naar vorig jaar toen de CBvS onder de huidige leiding het jaarverslag van 2019 heeft uitgebracht. Daarin wordt nergens melding gemaakt van malversaties, beleid en projecten, die schade hebben aangericht aan de instelling, zoals de kantonrechter heeft aangegeven. In dat jaarverslag wordt niets gezegd van verlies als gevolg van de toen geïnitieerde projecten. Integendeel wordt juist over dat jaar een winst genoteerd van SRD 38 miljoen.

Sneer naar politiek

Kanhai sneert naar de politiek door op te merken dat, zoals nu het monetaire beleid wordt gevoerd, dat nooit de bedoeling van Van Trikt is geweest met de genomen beslissingen. “We kennen nu de Open Markt Operaties die er wel in hebben geresulteerd dat banken hoge rentes hebben opgestreken die oplopen tot 90 procent en tal van andere zaken die verkeerd zijn gelopen.”

De jurist besteedt ruim aandacht aan de grondslag van de tenlasteleggingen en de inverzekeringstelling van Van Trikt op 6 februari 2020. Daar gaat het om de integriteit van het ambt van governor van de CBvS. Terwijl nergens in de Bankwet er verboden zijn bij het handelen van de governor, maar hem zelfs wettelijke bevoegdheden worden gegeven, wordt het handelen van Van Trikt door de vervolging gekoppeld aan een Anticorruptiewet, die volgens Kanhai niet werkbaar is, zoals het OM zelf heeft vastgesteld. Die wet is zonder de anti-corruptie commissie, die het hart ervan is, van geen enkele waarde.

De advocaat zegt dat een strafzaak altijd twee zijden heeft en als zodanig ook moet worden bekeken. Wat de verdachte ten laste is gelegd moet volgens diezelfde wet overtuigend worden bewezen. Op grond daarvan moet aan het eind de rechter die het laatste woord heeft een objectieve beoordeling maken. “Maar de commissie die volgens de wet de corruptie moet vaststellen is er nog steeds niet. De tegenstellende vaststelling van de vervolging dat de wet niet toepasbaar en uitvoerbaar is, is dat er nog voldoende gronden aanwezig zijn om te vervolgen. Deze stelling is onbegrijpelijk en wordt het nog meer, wanneer een rechter tot een veroordeling komt.”

Ook hierna sneert Kanhai naar de politiek door te stellen dat er nu pogingen worden gedaan die commissie in de wet te bemensen, maar dat het vreemd is dat uitgerekend de rechter die Van Trikt heeft veroordeeld door de regering wordt voorgedragen om die commissie te bemensen.

Dat Robert-Gray van Trikt persoonlijk voordeel heeft gehad of giften heeft aangenomen, is volgens advocaatIrvin Kanhai niet bewezen door de vervolging. [Foto: dWT archief]

Bankwet omzeild

Kanhai brengt onder de aandacht van het Hof van Justitie (HvJ) dat de toepassing van het strafrecht in deze kwestie een enorme blunder is van de justitiële autoriteiten. Althans de voorhoedepositie die deze rechtsvorm heeft gekregen in deze ingewikkelde zaak, zonder overtuigend bewijs, zonder de wettelijke voorschriften en internationale verdragen na te leven. Hij herinnert justitie eraan dat ze er op de hoogte van is voor welk ongemak en uitdagingen het staat met het ontbreken van het bestuurs- of administratief recht in het Surinaams rechtssysteem.

De vervolging en daarnaast de rechter die Van Trikt heeft veroordeeld, zijn wat hem betreft dan ook volledig de mist in gegaan. “Er moest om de één of andere redenen vervolgd worden en smet worden gelegd op personen”, zegt Kanhai. Hij onderbouwt deze stelling door het HvJ er mee te confronteren dat de vervolging bewust heeft gekozen in haar tenlastelegging geen artikelen uit de Bankwet te gebruiken die wel degelijk het strafrecht in stelling zouden hebben gebracht, waarop dan onderzoek zou moeten komen op handelingen die Van Trikt als persoon verantwoordelijk zouden stellen voor zijn handelen.

Het OM kiest voor artikel 21 van de Bankwet, die feitelijk totaal niet van toepassing is in deze kwestie. Het toepassen van de artikelen 16 en 18 zijn achterwege gelaten omdat daarin ook duidelijke termijnen en procedures zijn opgenomen voor het OM en met name de pg.

Vervolg pleidooi

Kanhai zal op 26 april zijn pleidooi vervolgen. Hij is afgelopen week maar tot een kwart van de inhoud gekomen. Hij heeft het HvJ alvast laten weten dat de vervolging daarin schromelijk heeft gefaald. Volgens hem heeft het OM misbruik gemaakt van zijn bevoegdheden en strikte wetgeving genegeerd.

Over de contracten met het Belgische bedrijf komt 26 april een gedetailleerd pleidooi. Overigens, de advocaat zegt dat de vervolging nergens vergelijkend materiaal heeft gebruikt over de aard van de contracten, geen antwoord heeft kunnen geven noch het bewijs heeft geleverd dat Van Trikt persoonlijk voordeel heeft gehad of giften heeft aangenomen. De jurist vraagt zich af waar naar toe in het recht wanneer OM en de rechter in eerste aanleg, niet alleen geen bewijs leveren, maar ook uitspraken doen en oordelen over economische vaktermen zoals wat kasreserves zijn, en hoe monetair economische beleid wordt gevoerd.