Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » ‘Er is echt een hele hoop te doen’

‘Er is echt een hele hoop te doen’

Tekst en beeld Jason Pinas

PARAMARIBO — Suriname mag in de komende twee jaar rekenen op bijzondere Nederlandse ondersteuning voor vernieuwing van het onderwijs, vooral in de vorm van overdracht van kennis en delen van ervaring. “Er is een hele hoop te doen en Nederland heeft jarenlange kennis en expertise op het gebied van vernieuwing”, zei minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (OWC) na ondertekening van een samenwerkingsovereenkomst met zijn Nederlandse collega Robert Dijkgraaf van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Dat gebeurde vrijdag op de Openbare School Hanna’s Lust.

Volgens Ori behoort de vernieuwing tot de grootste en meest gedurfde sinds de onafhankelijkheid van Suriname in 1975. Hij sprak van “een wens van heel lange tijd die nu in vervulling gaat”. De prioriteiten in de samenwerking zijn versterken van wet- en regelgeving in Suriname, uitwisseling tussen Nederlandse en Surinaamse ministeries van Onderwijs en inspectie voor kennisoverdracht, versterken van het basis- en voortgezet onderwijs, betere aansluiting op de arbeidsmarkt en ontwikkeling en behoud van talent in Suriname.

“We hebben wetgeving die vijftig jaar achterloopt op de actuele situatie”

OWC-minister Ori

Ori: “We gaan de komende twee jaar hard werken om instituten te ondersteunen op het niveau van de lerarenopleiding. Er zijn veel aspecten waar we met elkaar versterking gaan aanbieden om een aantal processen in het Surinaamse onderwijs kwalitatief te verbeteren.”

Trainingen

Minister Dijkgraaf: “We gaan kijken hoe we de instellingen meer met elkaar en docenten en studenten meer met elkaar kunnen verbinden. Maar ook heel belangrijk is dat het onderwijs opleidt voor de arbeidsmarkt van de toekomst.” Vooral het marktgericht klaarstomen van leerlingen is volgens de Nederlandse bewindsman een grote uitdaging.

Daarnaast is deze samenwerking volgens hem bedoeld om de band tussen Suriname en Nederland verder te versterken. “Ik denk dat onderwijs een hele mooie component is om dat te doen.”

Ori kondigt trainingen aan voor meerdere onderwijsinstituten en noemt als voorbeeld het inspectie-apparaat om de kwaliteit van onderwijs beter te meten. De samenwerking zal ook beleidsdiensten in staat stellen om scholen en leerlingen die minder presteren meer te ondersteunen.

“We hebben wetgeving die vijftig jaar achterloopt op de actuele situatie. We hebben juristen nodig die ons moeten helpen. Ook zullen we moeten  kijken naar curriculumontwikkeling. In het nieuwe profiel geven leerkrachten niet alleen les maar ze moeten leerlingen ook begeleiden.”

Ook de lerarenopleidingen zullen onder de loep worden genomen, zodat al bij de instroom zaken goed worden aangepakt. Dijkgraaf zegt dat er ook in Nederland een discussie gaande is over meer aandacht voor rekenen en taal. Hij denkt dat het goed is als Suriname op dat gebied samen optrekt met zijn ministerie om te zien of het wat heeft aan wat uit de discussies voortkomt.

Ori zegt dat binnen de samenwerking ook aandacht zal komen voor onderwijs in het binnenland. Geprobeerd zal worden om via extra programma’s de grote achterstanden aan te pakken. “Vanaf het gebied van meertaligheid, rekenen en taal, zullen we onze jonge kinderen meer kansen bieden zich op te trekken en om zich aan te sluiten.”