door Eliézer Pross
PARAMARIBO — De ambassade van de Coöperatieve Republiek van Guyana in Paramaribo heeft de 57ste onafhankelijkheidsviering van hun land aangepast naar aanleiding van de verwoestende brand die het leven van achttien meisjes en één jonge van de Mahdia Secundary School (middelbare school) heeft gekost. Tijdens een sobere viering in Ballroom Torarica zaterdag, werden de namen van de slachtoffers voorgelezen en hun foto’s getoond, waarna een minuut stilte in acht werd genomen.
Onder de aanwezigen die hun medeleven toonden, waren president Chandrikapersad Santokhi, minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, Internationale Business en Internationale Samenwerking, en diverse leden van het korps diplomatiek.
“Wij hebben zojuist op toepasselijke wijze eer betoond aan de jongeren die hun levens hebben verloren in de ramp te Mahdia Secondary School in het binnenland van Guyana. Het is onmogelijk om dit verlies voor de families en het land te vatten. Het is altijd hartverscheurend en pijnlijk om geliefden te verliezen, erger nog als ze in bloei van hun levens zijn met een toekomst, maar nu leeggemaakt door een gruwelijke en onmenselijke daad”, zei president Santokhi in zijn toespraak.
Onderzoek
De autoriteiten in het buurland hebben het vermoeden bekendgemaakt dat de brand waarschijnlijk gesticht is door één van de meisjes die zelf ook gebruik maakte van de slaapzalen van de school. “De regering van Guyana heeft kordaat gehandeld in reactie op de Mahdia-brand en heeft middelen verzameld, voorzien in ondersteuning en een onderzoek gelanceerd om ervoor te zorgen dat gerechtigheid zegeviert”, benadrukte Guyana’s ambassadeur , Virjanand Depoo, aan zijn gehoor.
Hij liet weten dat president Irfaan Ali van Guyana een onderzoekscommissie zal instellen voor de brand, om “ervoor te zorgen dat dit geen kind ooit meer overkomt.” Met deskundige hulp uit het buitenland, konden de lichamen van 14 meisjes middels DNA onderzoek worden geïdentificeerd.
Eén van de twee meisjes die er ernstig aan toe is in het ziekenhuis in Georgetown, moest zaterdag met een medische evacuatievlucht worden overgevlogen naar New York, de Verenigde Staten voor verdere hulp. Ambassadeur Depoo bedankte de internationale gemeenschap, in het bijzonder Suriname en haar regering, voor het getoonde medeleven en de ondersteuning in deze tragische tijden. “President Irfaan Ali en het volk van Guyana zijn dankbaar”.
Gemeenschappelijke belangen
President Santokhi stond in zijn toespraak ook stil bij de heldere toekomst die beide landen hebben vanwege de ontdekte olie- en gasrijkdommen in hun zee territoria. Plannen voor de bouw van de brug over de Corantijnrivier zijn volgens hem ook gevorderd en partijen zijn op het punt om een openbare inschrijving te houden om een uitvoerder voor het project aan te trekken.
Suriname en Guyana werken ook nou samen tegen grensoverschrijdende criminaliteit. Over het grensconflict, tussen de twee landen, zei Santokhi ervan overtuigd te zijn dat de landen in staat zijn om deze “geërfde geschillen uit de koloniale tijden”, op vreedzame wijze via dialoog op te lossen.
“Met betrekking tot de grensonderhandelingen, de regering van de republiek Suriname apprecieert de vooruitgang recentelijk gemaakt aan Guyana’s zijde. Wij kijken uit naar de afronding van het mandaat gegeven aan de grenscommissies van beide landen”, zei de president.
Hij wees er ook op dat het van cruciaal belang is dat beide landen, blijven werken in de regio en internationaal, op basis van hun gemeenschappelijke waarden en normen. Suriname en Guyana zouden nieuwe perspectieven kunnen toevoegen aan regionale en internationale discussies over “armoede bestrijding, klimaatverandering, schuldherschikking, ontwikkelingsfinanciering en het oplossen van conflicten.”
Santokhi: “Ik kijk ernaar uit om mijn vriend en broer, Dr. Irfaan Ali, op weg naar Brasilia, om veel van deze onderwerpen te bespreken.” Beide presidenten zullen aanwezig zijn in Brasilia, op uitnodiging van President Ignacio Lula da Silva, om de Unie van Zuid Amerikaanse Landen nieuw leven in te blazen.