Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Derde evaluatie IMF

Derde evaluatie IMF

*door een technisch manco is het redactioneel niet op het gebruikelijke tijdstip (12:00 uur) verschenen

EEN TECHNISCHE MISSIE van het IMF heeft de voortgang van het met Suriname overeengekomen structureel aanpassingsprogramma geëvalueerd en is tevreden over de vorderingen. De missie is tevreden over de vorderingen en nu moet de directie van het IMF zich hierover buigen en er een waardering aan geven. De verwachting is dat er een goedkeuring komt en daarmee ook wat geld.

De IMF-missie stelt dat de inzet van de autoriteiten voor begrotingsdiscipline en macro-economische stabiliteit vruchten begint af te werpen. De druk op de wisselkoers is afgenomen en de inflatie is weliswaar nog steeds hoog, maar vertoont een neerwaartse trend. De bruikbare internationale reserves blijven comfortabel met 4,7 maanden import per eind juni 2023.

De regering zal zich harder moeten inspannen om het sociale programma te stroomlijnen met het afbouwen van subsidies en andere kostenverhogende maatregelen

Met een krachtige programma-uitvoering zal volgens de missie de groei zich naar verwachting herstellen tot 2,1 procent in 2023 en overgaan naar 3 procent op de middellange termijn. De begrotings- en monetaire verkrapping zal naar verwachting leiden tot een geleidelijke daling van de inflatie tot 40 procent tegen eind 2023.

Volgens de IMF-functionarissen worden de autoriteiten geconfronteerd met belangrijke uitdagingen bij de beleidsuitvoering op de korte termijn, die zowel capaciteitsbeperking als een uitdagende sociaal-politieke omgeving weerspiegelen, evenals externe risico’s van een nieuwe verslechtering van de handelsvoorwaarden.

Op de lange termijn zijn er aanzienlijke opwaartse risico’s voor de groei als gevolg van de ontwikkeling van grote nieuwe olievelden. De missie noemt de programmaprestaties goed en de meeste kwantitatieve doelstellingen zijn gehaald.

De autoriteiten liggen op koers om dit jaar een primair overschot van de centrale overheid van 1,7 procent van het BBP te realiseren, wat in overeenstemming is met de programmatoezeggingen. De agenda voor structurele hervormingen blijf vooruitgang boeken, zij het met enige vertraging.

Echter wordt gewaarschuwd -en daar wringt de schoen- dat het van cruciaal belang blijft dat de arme en kwetsbare groepen worden beschermd tegen de gevolgen van begrotingsaanpassingen en hoge inflatie. De regering breidt de dekking van sociale bijstandsprogramma’s uit en zal zoeken naar manieren om de waarde van betalingen tegen inflatie te beschermen.

Met steun van ontwikkelingspartners zal ze de efficiëntie en effectiviteit van deze sociale programma’s uitgebreid bekijken en een strategisch plan ontwikkelen om toekomstige hervormingsinspanningen op dit gebied te sturen.

In de praktijk blijkt tot nu toe dat de uitvoering van het sociaal programma nogal krakkemikkig verloopt. Uitkeringen zijn verhoogd, koopkrachtversterking aan bepaalde groepen is toegezegd, maar de middelen vloeien niet vlot genoeg naar de doelgroepen waardoor het effect dat beoogd wordt bij lange na niet wordt of is bereikt. Het afbouwen van subsidies houdt geen gelijke tred met voorzieningen die gekwalificeerd zouden kunnen worden als te zijn onderdeel van het sociaal vangnet.

De regering zal zich harder moeten inspannen om het sociaal programma te stroomlijnen met het afbouwen van subsidies en andere kostenverhogende maatregelen. Het heeft namelijk geen enkele zin om macro economische stabiliteit te realiseren, terwijl een groot deel van de bevolking daarvan niet kan genieten omdat die door de aanpassingsmaatregelen te zwaar verarmd is. Het kind mag niet met het badwater worden weggegooid.