De Cubaanse Nationale Assemblee kwam woensdag bijeen om een nieuwe president voor de komende vijf jaar te benoemen, in een tijd van sociale en economische crisis die bijna ongekend is sinds de revolutie van Fidel Castro in 1959.
De zittende president Miguel Díaz-Canel, leider van de Communistische Partij – de enige erkende politieke beweging van het land – zal naar verwachting later in de zitting van een dag worden herkozen tijdens een stemming in de Nationale Vergadering.
Zijn 91-jarige voorganger Raúl Castro, de broer van wijlen Fidel, was aanwezig bij de ochtendsessie, die werd uitgezonden op de staatstelevisie. Gekleed in saai olijfgroen militair gewaad schudde hij krachtig de hand van de parlementariërs.
Parlementariërs en de nieuwgekozen leiders zullen tijdens hun komende termijn van vijf jaar voor enorme uitdagingen komen te staan.
De inflatie is enorm gestegen en het toerisme is gekrompen sinds de pandemie van het coronavirus, en lange rijen voor brandstof, medicijnen en voedsel hebben voor spanningen gezorgd, waardoor de onrust is aangewakkerd die in juli 2021 leidde tot de grootste protesten in decennia.
Honderdduizenden mensen zijn het afgelopen jaar uit Cuba geëmigreerd, op de vlucht voor economische ondergang.
Kandidaten voor het presidentschap werden voorafgaand aan de zitting van woensdag in het geheim voorgesteld door parlementariërs en vervolgens doorgelicht door een Nationale Kandidatuurcommissie. De finalisten worden gepresenteerd voor een stemming van de voltallige vergadering.
De 470 assembleeleden die zouden stemmen, werden op 26 maart gekozen in een verkiezing zonder oppositiekandidaten.
De nieuwgekozen president zal later op de dag het land toespreken.