Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Caribische slaven na afschaffing slavernij op wrede wijze in Suriname tewerkgesteld

Caribische slaven na afschaffing slavernij op wrede wijze in Suriname tewerkgesteld

INGEZONDEN

Suriname en het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden herdenken  op 1 juli 160 jaar afschaffing van de trans-Atlantische slavernij. Echter, deze afschaffing op 1 juli 1863 betekende niet dat slavernij daadwerkelijk voorbij was. In Suriname ging immers toen de 10-jarige periode van Staatstoezicht in:  de ‘voormalige’ slaven moesten nog 10 jaar verplicht doorwerken op de plantages, zodat deze konden voortbestaan. Bovendien werden slaven na afschaffing nog steeds, op illegale wijze, vanuit Afrika aangevoerd naar Suriname.

Op Curaçao moesten de nazaten van de slaven één dag per week voor de voormalige slavenhouders blijven werken om in hun huisjes te mogen blijven wonen. Om te kunnen overleven en gedreven door armoede en honger, vroegen sommigen zelfs om de slavernij wederom in te voeren. Op Aruba leidde de afschaffing van de kleinschalige plantage-economie tot veldwerk en huishoudelijke diensten tegen zeer lage vergoedingen. Daarbij was er ook sprake van een lang bestaand verbod als het op gemengde huwelijken (tussen nazaten van slaven en nazaten van slavenhouders) aankwam. 

Caribische contractarbeiders

Afgelopen week hield professor Humphrey Lamur, expert op het gebied van de slavernij in Suriname en wat zich op de diverse plantages heeft afgespeeld een inleiding. Hij stipte daarbij ook de Caribische context aan: ex-slaven en andere vrije personen (chinezen en hindoestanen) uit het Caribisch gebied werden namelijk in Suriname als contractarbeiders tewerkgesteld. Dit waren de zogeheten “Caribische contractarbeiders” die nodig waren om de plantages in Suriname, onder Nederlands toezicht, van arbeidskrachten  te voorzien.

Dit vond plaats na de afschaffing van de slavernij in 1830 door Engeland in haar Caribische koloniën en na de afschaffing van de slavernij door Nederland. Deze ‘Caribische periode’ duurde van 1863-1899 en voltrok zich vóór de komst van, onder meer, Javaanse en Indiase  contractarbeiders in Suriname. Nieuwe kennis opgedaan tijdens de lezing was ook dat alleen zij die vóór 1 juli 1863 slaaf waren, in de slavenregisters vermeld staan onder de naam die ze toegewezen kregen.

Vleselijke eigendommen

Er zijn diverse verhalen die mij enorm geraakt hebben. Eén van ze ging over de kinderen van de slaven, in het bijzonder (tiener)meisjes die gedwongen werden om in de seksuele behoeften van de slaveneigenaren te voorzien; ze werden in de expliciete zin verkracht. Hun ouders hadden het recht niet om hen te beschermen, omdat ook deze kinderen als slaven beschouwd werden en niets anders waren dan vleselijke eigendommen.

In het verlengde hiervan vertelden twee vrouwen aan mij dat veel vrouwelijke nazaten tegenwoordig nog steeds last hebben van deze gruweldaden: men voelt zich ‘vuil’ en ‘vies’, men voelt zich afgewezen en heeft moeilijkheden om gezonde en stabiele relaties aan te gaan. Mannelijke slaven moesten het vaker bekopen: ze werden aan een stok met handen en voeten in foetushouding vastgebonden terwijl hun huid zonder enig pardon kapot geslagen werd. Sommigen zijn ook ‘gewoon’ verbrand omdat ze aangaven vrij te willen zijn.

Veel wreedheden vonden onder het toeziend oog plaats van families, inclusief kinderen, die gedwongen moesten toe kijken. We leven in het nu, het heden, maar er zijn nog veel vragen over het verleden: hoe staat het met de emotionele en sociale gevolgen van de Nederlandse slavernij? Hoe staat het met de sociaal-maatschappelijke ongelijkheid als het op de nazaten van de slaven aankomt? En hoe kan de ene mens de andere zoveel schade berokkenen?

De effecten en vertaalslagen als het op de gedragingen van de nazaten aankomt is ook uitgebreid tijdens de lezing besproken. Ook is stilgestaan bij kinderen van de slaven-nazaten, de opvoeding die ze kregen en de gevolgen op latere leeftijd (ook met betrekking tot de effecten op de daaropvolgende generaties). Kinderen van slaven-ouders groeiden immers op met de gedachte dat werk de boventoon moet voeren; voor affectie was er geen plek. Hun ouders leefden vaak gescheiden van elkaar. Deze kinderen moesten geregeld, op zelfstandige basis en onder dezelfde slechte omstandigheden als hun ouders, arbeid op de plantages verrichten. Ze kregen geen onderwijs, dus ze mochten niet leren lezen of schrijven, maar ook niet spelen.

Interne strijd

Is dit de achterliggende reden dat sommige nazaten zich moeilijk kunnen binden, er zoveel eenoudergezinnen zijn en ook zoveel echtscheidingen plaatsvinden? Komt dit doordat men van generatie op generatie niet over genoeg voorbeeldrollen heeft beschikt; dat wil zeggen gezinssystemen die aantoonden ‘hoe het hoort’?

Slaven trachtten vaak een ‘verbuntu’ met elkaar aan te gaan; maar ook dergelijke onderlinge ‘liefdesverbonden’ waren niet toegestaan, want men kon immers elk moment uit elkaar gehaald worden om doorverkocht te worden aan andere plantages. Kinderen, indien niet zelf doorverkocht, werden vaak door hun moeders en grootmoeders grootgebracht,  terwijl de mannen, onder meer als fokvee werden gebruikt.

Is het tewerkstellen van  ‘Caribische contractarbeiders’ mogelijk ook een van de verklaringen van de interne strijd en rivaliteit tussen de nazaten in de voormalige Caribisch-Nederlandse kolonies en de nazaten in Suriname? Wie zal het zeggen? De wreedheden en de naweeën van de trans-Atlantische slavernij zijn nu nog zichtbaar in samenlevingen die met slavernij te maken hebben gehad. Soms latent en soms expliciet, maar wel in verschillende uitingsvormen en intermenselijke verhoudingen. 

Ik hoop van harte dat 1 juli 2023, 160 jaar na de afschaffing van de slavernij, in het teken zal staan van de toekomst van de nazaten maar dan in een brede inclusieve context. Respect voor zowel degenen die de overtocht en de slavernij hebben overleefd als zij die gevallen zijn, respect voor degenen die na slavernij, ondanks alle beproevingen, verder zijn gegaan in het nastreven van vergeving en verzoening.

Maar ook dat in de betrokken landen activiteiten plaatsvinden en acties in het leven worden geroepen waarin alle nazaten zich kunnen herkennen. Kortom, volop aandacht voor de individualiteit van de trans-Atlantische slavernij die zich op Aruba, Curaçao, Sint-Maarten, Sint-Eustatius, Saba, Bonaire en in Suriname plaats heeft gevonden.

(Geraadpleegde bronnen:  Familienaam & Verwantschap van emancipeerde slaven in Suriname. Zoeken naar voorouders. Professor Dr H.E. Lamur et al. “West Indische Contractarbeiders in Suriname 1863-1899).

Evelin-Pierre Dumfries.

De redactie van de Ware Tijd stelt lezers in de gelegenheid stukken in te zenden ter publicatie. In principe worden alle ingezonden artikelen opgenomen, tenzij de inhoud schadelijk, kwetsend of beledigend is voor derden. Stukken die worden geplaatst komen niet noodzakelijkerwijs overeen met de mening van de Ware Tijd. De redactie behoudt zich het recht voor om stukken niet te plaatsen, of in te korten of te redigeren zonder dat die uit hun context worden gehaald.