door Ivan Cairo
PARAMARIBO — Het Burgerinitiatief voor Participatie en Goed Bestuur (BINI) doet niet mee aan de gesprekken van president Santokhi die moeten leiden naar een door hem te houden nationale dialoog. Dat heeft de organisatie die voor donderdag was uitgenodigd per brief aan het staatshoofd laten weten. Ook vakcentrale C-47 en de Vereniging van Economisten in Suriname zijn niet ingegaan op de invitatie van de regeringsleider.
De uitnodiging van Santokhi was aan Stichting Projekta gericht, die op haar beurt BINI, het platform waar de stichting bij is aangesloten bij de invitatie betrok. “Wij zullen op dit moment niet ingaan op uw uitnodiging om diverse redenen, maar hoofdzakelijk omdat voor wat betreft het onderwerp van gesprek, wij u niets te vertellen hebben dat we niet al bij eerdere gelegenheden aan u en de uwen hebben gepresenteerd voor en na het aantreden van uw regering”, schrijft Sharda Ganga, directeur van Projekta aan de president namens de overige organisaties.
Kennismakingsgesprek
Ze herinnert de president aan het kennismakingsgesprek van 10 juni 2020 na de verkiezingen, “waarbij wij aan de beoogde coalitieleiders voorhielden dat wat wij van een nieuwe regering verwachtten was participatie, betrokkenheid, inspraak die niet afhankelijk is van de beleidsmakers/ministers, maar structureel is vastgelegd; die zich niet beperkt tot incidentele ‘consultaties’ maar een echt partnerschap is; en niet alleen bij de uitvoering van plannen, maar ook bij beleidsontwikkeling-, -en monitoring”.
De beoogde coalitieleiders werd toen te kennen gegeven wat BINI zag als cruciale principes waar elke regering zich aan zou moeten houden en de prioriteiten voor het regeerbeleid. Zaken als goed en behoorlijk bestuur, capaciteitsversterking vanwege uitholling van instituten, goede communicatie, decentralisatie van besluitvorming en dat het regeringsbeleid de beleving van mensenrechten als leidraad heeft wilde het platform als prioriteit hebben.
Ganga stuurde donderdag het intern verslag van dat gesprek ook naar de president. “Al deze zaken zijn herhaald onder andere bij de hearings van juli 2022. Ook toen benadrukten wij het belang van georganiseerde inspraak en overleg, met structuren voor effectieve participatie en dialoog, en niet slechts hearings op afroep. Wij deden u toen ook, op verzoek van de gespreksleider, enkele documenten toekomen die wij in een eerdere stadium hadden opgesteld, onder andere een basisvoorstel voor het opzetten van een structureel overleg met non-state actors. Ook dat hechten wij wederom aan”.
Ter herinnering zijn ook de commentaren van BINI op het Crisis- en Herstelplan, waarin naast commentaren op de inhoud, adviezen werden meegegeven over de communicatiestrategie. Zo moeten bijvoorbeeld dialoogprocessen vanaf het begin goed doordacht. Het ontwerpen en faciliteren daarvan zijn technische competenties.
“Even cruciaal is de keuze van degene die uitnodigt tot gesprek. In de terminologie van dialoogprocessen wordt zo iemand een ‘convener’ genoemd. Een convener moet boven partijen staan en niet zelf partij zijn in een (sluimerend) conflict of een persoonlijk of politiek belang hebben in de uitkomsten, moet geen geschiedenis van botsende belangen hebben met de mensen die om de tafel (komen) zitten, en moet door alle partijen geaccepteerd worden”, aldus Ganga.
Belang dialoog
Dialoog is volgens BINI ongetwijfeld de belangrijkste manier is om uit de impasse te geraken waar de samenleving zich momenteel in bevindt. Om die reden is BINI bereid elk initiatief om tot een echte dialoog te komen te ondersteunen. Dat de regering ook tot dat inzicht lijkt te zijn gekomen stemt goed, en dat Santokhi daar overleg over zegt te wensen, is volgens de Projekta-directeur, een eerste stap.
“Overleg moet echter zinvol zijn. Helaas overtuigden uw uitnodiging, noch de rapportages over de tot nu toe gevoerde gesprekken via de overheidscommunicatiekanalen, ons niet van de zinvolheid om in deze fase en op deze wijze aan de gesprekken deel te nemen”, wordt president Santokhi voorgehouden.
Het aanbod van BINI om een bijdrage te leveren aan het nadenken over, en vormgeven van dialoog- en participatieprocessen, vanuit haar expertise “onverkort van kracht”, besluit ze de brief aan het staatshoofd.