Brokstukken van de onderzeeër Titan, die vorige week in de buurt van het wrak van de Titanic implodeerde, zijn op het Canadese vasteland aangekomen. De restanten gaan naar onderzoekers die uitzoeken wat er is misgegaan.
Een schip met de overblijfselen van de Titan arriveerde woensdagochtend in de haven van St. John’s, in het oosten van Canada, melden Canadese media. Die werden volgens nieuwszender CBC met een kraan naar een vrachtwagen gehesen.
Het zou gaan om onder meer een zijpaneel en mogelijk de neus van de onderzeeër.
De Titan raakte eerder deze maand vermist toen de onderzeeër afdaalde richting de Titanic. Het in 1912 gezonken schip ligt op de bodem van de Atlantische Oceaan.
Later bleek dat er een implosie had plaatsgevonden. Hoe en waar het vaartuig precies bezweek onder de hoge druk is niet bekend. Daar richt het onderzoek zich op. Geen van de vijf opvarenden van de onderzeeër heeft het overleefd.
Verschillende onderzoeken naar incident
De eigenaar van de onderwaterrobot die de Titan vorige week op een halve kilometer van de Titanic vond, heeft tegen Canadese media gezegd dat zijn team de operatie succesvol heeft afgerond.
Het bedrijf zegt vanwege de onderzoeken geen verdere uitspraken te kunnen doen, schrijft het Canadese dagblad The Globe and Mail.
Het onderzoek naar de Titan wordt uitgevoerd door de Amerikaanse en Canadese autoriteiten op het gebied van transportveiligheid. Ook de Amerikaanse kustwacht en de Canadese politie onderzoeken wat er is misgegaan met de onderzeeër.