Tekst Audry Wajwakana
Beeld Terence Oosterwolde
PARAMARIBO — “We moeten ons immaterieel erfgoed niet alleen koesteren en waarderen, maar ook voortzetten en er vooral economisch voordeel uit halen.” Dat zegt Pamela Karg van Naks tegen de Ware Tijd. Om de kennis hiervan te delen wordt dit weekend op het eigen terrein aan de Thompsonstraat een driedaags pangi, koto en prapi braderie/festival gehouden in samenwerking met de stichting Marron Collectief Suriname en de Faculteit der Humaniora van de Anton de Kom Universiteit van Suriname.
De activiteit mag worden gezien als een platform voor culturele, micro- en kleine ondernemers om hun producten te presenteren en te verkopen. Het festival, dat gratis te bezoeken is, richt zich vooral op de promotie van het culturele erfgoed, met name de pangi, koto en prapi (aardewerk). Intussen hebben vijftien ondernemers zich opgegeven. Er kunnen door de beperkte ruimte hooguit nog twee erbij.
Saramaccaners
Onderdeel van het event wordt een tentoonstelling over de prapi, koto en klederdrachten van de marrons. Over dit erfgoed zal er ook een presentatie worden gegeven. Cheryl White, archeoloog en docent van Adek, is belast met de tentoonstelling over de prapi.
Onder haar leiding werd enkele jaren geleden onderzoek gedaan naar het aardewerk van de Saramaccaners in het Boven-Surinamegebied, dat naar alle waarschijnlijkheid langer dan twee eeuwen werd vervaardigd en in sommige woningen daar nog te zien is. White sprak over het aardwerk met ouderen en maakte daarvan de documentaire ‘Diima Doti’, die vrijdagavond zal worden vertoond, voorafgegaan door een presentatie.
Workshops
Tijdens een culturele show zaterdag, waarvoor een vrijwillige bijdrage wordt gevraagd, zal de samensmelting van deze klederdrachten worden getoond. Marroncollectief Suriname verzorgt zondag een show over de kennis hoe een marronmeisje haar eerste pangi krijgt.
Naks organiseert workshops over het vervaardigen van een inheemse schouderdoek en één over tay angisa (hoofddoek binden). Hiervoor moet wel worden betaald, omdat de organisatie zorgt voor het materiaal. Ook is registratie vereist. Aan een sessie kunnen maximaal tien personen deelnemen. Van elk van de twee onderdelen worden enkele keren per dag sessies gehouden met steeds een andere groep.
Economisch gewin
Het festival heeft vanwege de tentoonstellingen en presentaties een educatief karakter. Er is ook een jongerenprogramma. “Sowieso speelt overdracht van ons immaterieel erfgoed een grote rol, maar we moeten dat ook waarderen en er vooral economisch voordeel uit halen”, zegt Karg.
Zelf denkt ze dat Suriname daarmee nu goed op weg is. Ze verwijst naar het Koto Museum en een pangi winkel aan de Zwartenhovenbrugstraat, waar marron klederdracht setjes voor koppels, jong en oud, worden verkocht. “Als we het hebben over economisch gewin dan hebben we het niet alleen over kleding, maar ook over sieraden vervaardigd door onze crafters”, verduidelijkt Karg. Over de sieraden zal Hilde Neus zaterdag en zondag een presentatie houden.
Muziek
Het festival begint vrijdagmiddagmiddag om vijf uur met een optreden van onder meer het Naks Alakondre Dans Ensemble. Zaterdag en zondag start het om tien uur ’s morgens.
Op de laatste dag is er een grote after party met optredens van muziekbands als Naks Kaseko Loko, Masanga 2000 en Super Kankandra Kaseko Band. Ook Marcha Djoe is van de partij.
Het festival wordt uitgevoerd als onderdeel van de activiteiten van de subcommissie 150 jaar Ketikoti van de Nationale Commissie Jubileumjaar 2023. Hoewel het is gericht op Afro-Surinaams erfgoed is deelname volgens Karg niet alleen voor deze groep. “In onze multiculturele samenleving kunnen we het niet maken om groepen buiten te sluiten.”