De ultrareligieuze islamitische partij Tehreek-e-Labaik Pakistan (TLP) bracht vrijdag duizenden aanhangers op de been om uitvoering van de doodstraf te eisen voor een christelijke vrouw, die in 2010 ter dood werd veroordeeld wegens belediging van de profeet Mohammed.
De zaak zorgt al acht jaren voor veel boosheid bij Pakistaanse moslims en christenen wereldwijd.
Aasiya Noreen, in Pakistan en daarbuiten bekend geworden als Asia Bibi, kreeg in 2009 ruzie met een groep moslimvrouwen.
Verontreinigde beker
De christelijke versie van van het verhaal (islamitische media laten zich nauwelijks over de zaak uit) is dat de vrouwen boos waren geworden omdat Asia tijdens het werken op het veld uit een put zou hebben gedronken; daarbij zou zij de beker gebruikt hebben die haar islamitische collega’s normaliter gebruiken.
Een van de vrouwen zei tegen de groep dat Asia het water had verontreinigd, door als christen uit hun beker te drinken. Zij zouden haar hebben willen dwingen zich te bekeren tot de islam.
Bibi zou hierop gezegd hebben: “Ik ga mij niet bekeren. Ik geloof in mijn religie en in Jezus Christus, die aan het kruis stierf voor de zonden van de mensheid.
Wat heeft jouw profeet Mohammed ooit gedaan om de mensheid te redden? En waarom zou ik het moeten zijn die zich bekeert? Waarom bekeren jullie je niet?”
Moord
Die uitspraak wordt conform de zeer strenge Pakistaanse blasfemiewetgeving gezien als godslastering, en Bibi werd in november 2011 hiervoor ter dood veroordeeld.
De gouverneur van Punjab en de katholieke minister van Religieuze Minderheden werden vermoord, omdat zij zeiden de blasfemiewet te streng te vinden.
Internationaal wordt zware druk uitgeoefend op Pakistan om het vonnis niet uit te voeren, maar het land verkeert in de positie van een graankorrel tussen twee molenstenen: bij uitvoering zal de wereld zich tegen het islamitische land keren, als Asia Bibi niet wordt gedood, zal dat leiden tot nog meer woede bij fanatieke moslims.