Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Blokkade ontwikkeling door visieloze DIN en hypocrisie en dubbele moraal van Surinamers

Blokkade ontwikkeling door visieloze DIN en hypocrisie en dubbele moraal van Surinamers

Dit artikel is een vervolg op mijn vorig artikel “De rol van de diaspora roept te veel vragen op en lijkt een kwalijke te zijn” Diaspora Instituut Nederland (DIN) laat duidelijk zien dat ze alleen met cosmetica bezig zijn en alleen uit zijn op snel doelpunten maken voor hun idool Santokhi. DIN heeft kennelijk zelf geen visie en kan weinig zelf doen vandaar dat ze snel drie grote trajecten adopteren en labelen als diasporaprojecten. Dit is zo goedkoop en is symbolisch voor de onkunde bij grote delen van de diaspora.

De voormannen van het instituut de heer Robby Makka en John Brewster hebben in gesprekken met de media heel hoog opgegeven over drie trajecten: onderwijs, houtindustrie en makandra projecten.

Valse claim van DIN
De argeloze burger zou denken dat DIN met een enorme visie en pragmatisme is gekomen maar niks is minder waar als je de oorsprong van de drie trajecten onder de loep neemt.

Onderwijs: er loopt al een traject vanuit Almere waar meerdere scholen in Suriname al ruim worden voorzien in middelen en andersoortige hulp. Het DIN gaat dit project claimen en labelen. Gemakzuchtig en pure propaganda.

Houtindustrie: de EU is bezig een project rond de houtindustrie te financieren om zo de houtkap te herstellen omdat de EU in haar ambitie van duurzaamheid de bossen nodig heeft. Vanuit deze gedachte van de EU is gesproken om een houtfabriek in Suriname op te zetten. Ineens gaat DIN dit claimen en willen labelen als een eigen project. Gemakzuchtig en pure propaganda.

Makandra: Nederland geeft al jaar en dag geld vanuit verschillende ‘potjes’, vroeger heette dat ontwikkelingshulp en later onder andere noemers en nu onder de noemer Makandra. Dit heeft niks te maken met diaspora en diasporastrategie. Het DIN gaat ineens alle initiatieven vanuit Makandra claimen en labelen. Gemakzuchtig en pure propaganda.

Noot: voor de goede orde, de drie genoemde trajecten zijn zeer welkom voor Suriname en zijn zeker goed voor de ontwikkeling van het land. Dit artikel gaat over de kritiek op het DIN dat die projecten als eigen label wil claimen. En die kritiek is nodig om dit soort gemakzuchtig gedrag en pure propaganda bloot te leggen.

Onkunde van DIN
Waarom kan DIN niet met eigen trajecten komen en meer visie tonen? Je zou bijvoorbeeld denken dat met al die medici in de diaspora en vooral in en rond de VHP aan de ene kant en de gebrekkige gezondheidszorg in Suriname aan de andere kant, het DIN een enorme visie zou ontvouwen over de zorg, van “wieg tot graf”. Dan zouden ze zich onsterfelijk maken, dan slaan ze een deuk in een pak boter.

De VHP had toch allerlei visie documenten – waaronder “Vision Gezondheidszorg” – wat zij met veel bombari voor de verkiezingen had verteld. Zij zwaaiden met stapels papieren als visie documenten. Wat stond erin? Waarom is het zo’n rocket science voor de VHP om samen met het DIN dit – de gezondheidszorg – op te pakken? Let wel, in het vorig artikel heb ik al gewag gemaakt van de vier handen op één buik situatie namelijk dat de VHP het DIN is en het DIN de VHP is.

Als alleen B en C spelers in de diaspora zich met Suriname bezighouden en de Surinamers in Suriname lange tenen blijven hebben dan komt het zeker niet goed met Suriname. En dan wordt het een “self fulfilling propehcy”. Het was een rommeltje, het blijft een rommeltje. Deze groep diaspora is de groep waar ik met name in mijn vorig artikel kritiek op had. Het is een cirkel die door de kundige diaspora en open minded Surinamers moet worden doorbroken.

Hypocrisie en dubbele moraal van Suriname
De diaspora zal pas van nut zijn als de juiste ervaren professionals aangesproken – ‘aangeboord’ worden, en die zijn er genoeg. De “usual suspects” die zich al jaren met Suriname bezighouden vormen vaak een belemmering, zijn vaak een reden waarom het “onontgonnen potentieel” niet enthousiast raakt om mee te doen want als zij aan Suriname denken dan komen de namen van de “usual suspects” voorbij en die hebben vaak geen goede ‘pers’ en zijn niet inspirerend.

En een andere vrij belangrijke reden voor het afhaken van de diaspora in het algemeen en van de ‘goede’ specifiek is de hypocrisie en de dubbele moraal van de Surinamers in Suriname.

Die Surinamers zijn aardig voor de diaspora alleen voor de euro’s en de pakketten en de garantstelling voor een visum maar reageren vaak als door een bij gestoken als diezelfde diaspora kritische opmerkingen maakt over de “lamlendigheden in de maatschappij en de politiek”.

Suriname is een van de weinige landen waar men een ‘aversie’ heeft voor kennis van de diaspora. Zelf lukt het de Surinamers in de 50 jaar niet om verder te komen maar o wee als de diaspora daar iets over zegt of met suggesties komt. Dan trekken de Surinamers meteen de kaart van “jullie-wonen-niet-hier-dus-weten-jullie-niet-hoe-het-hier-aan-toe-gaat”. Ze doen alsof Suriname een land op een vreemde planeet is, waarvoor je een speciale training en opleiding voor moet hebben. De diaspora kan wel in een “vreemd land” als expat heel succesvol opereren maar vreemd genoeg vinden de Surinamers dat die diaspora niet in Suriname kan opereren.

Door deze houding van Suriname schrikken zij de goede professionals af en blijven daarmee met zichzelf en de “verkeerde diaspora” zoals DIN zitten. En de historie blijft zich herhalen, eeuwig dromen over Sinterklaas met fondsen of kabouters die ineens met een toverstok alles voor ze gaan doen.

De diasporastrategie begint daarom in Suriname. Suriname moet eerst leren toegeven dat ze met elkaar en samen het niet voor elkaar hebben gekregen en voorlopig ook niet voor elkaar gaan krijgen. De lange tenen moeten minder gevoelig worden. Als je weet wat je niet weet dan heb je al een eerste stap gezet in de juiste richting en dan kom je heel ver.

Hikmat Mahawat Khan

Noot: voor de critici ter geruststelling, nee ik solliciteer niet voor een rol of om gevraagd te worden. Ik ben allang blij als mijn bijdrage – wat confronterend is – tot denken zet.