Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » BESCHOUWING — ‘Tweede helft’ vooralsnog veel van hetzelfde

BESCHOUWING — ‘Tweede helft’ vooralsnog veel van hetzelfde

De regering van president Chandrikapersad Santokhi was halverwege vorige maand, toen ze precies drie jaar in het machtscentrum zat, uiteraard zeer positief over de eigen verrichtingen. Ook al denkt een groot deel van de samenleving daar anders over. Maar Santokhi negeert de meeste kritiek en is zelfs ongekend optimistisch over de resterende twee jaar, die door hem vreemd genoeg de ‘tweede helft’ wordt genoemd. Daarin zouden spijkers met koppen worden geslagen en eindelijk concrete resultaten worden geboekt. Maar tot nu toe is het veel van hetzelfde gebleken en worden weer nieuwe commissies en werkgroepen benoemd, waarin vooral vooraanstaande VHP’ers zitting hebben.

Tekst Armand Snijders

Beeld CDS/kabinet van de president

Volgens Santokhi is er met “prudent beleid van de regering” een ware ommekeer gebracht nadat “het land berooid was achtergelaten”. Het was, zo zei het staatshoofd verder, “een immense taak om de financieel-economische crisis op het goede spoor te krijgen”. “Na drie jaren regeren staan wij op het punt waar de problemen structureel worden aangepakt en tegelijkertijd de economie goed op het traject van gezondmaking ligt.”

Er zijn in zijn ogen goede beleidsresultaten neergezet. “Dit alles werd gerealiseerd in goed overleg met sociaal-maatschappelijke organisaties, vakbonden, het bedrijfsleven en functionele organisaties.” In ieder geval over dat laatste zullen de meningen verschillen, omdat velen het gevoel hebben dat de regering grote groepen in de samenleving flink in de steek heeft gelaten, terwijl wel de lasten steeds zijn en nog steeds worden verzwaard.

Nog meer verlichting

Dus dat Santokhi vorige maand beloofde dat de tweede helft van de regeertermijn start met een strakkere, doelgerichte aanpak, wordt door menigeen met een korreltje zout genomen. “We hebben gezegd: ‘we gaan Suriname redden, wo set’ en!’ (…) De regering zal nu alle aandacht schenken aan de burger; microniveau. Er komt nog meer verlichting, dat merkbaar is in de portemonnee van Surinamers. Er komen nog meer investeringen in woningbouw, projecten landelijk, vooral in publiek-private partnerschappen.”

Hij jubelde verder: “We gaan doelpunten scoren. De regering heeft reeds gezorgd voor het opvoeren van sociale uitkeringen en koopkrachtversterking.” Dat dit dankzij zijn minister van Sociale Zaken en Volkshuisvesting, Uraiqit Ramsaran, uiterst moeizaam en rommelig verloopt, vergat Santokhi gemakshalve te zeggen. Maar wel: “Een mooie toekomst ligt in het verschiet, maar dan moeten we harder gaan werken, zodat wij gezamenlijk een mooi, sterker Suriname hebben, om erin te wonen, werken en vooral een goed leven te leiden. Het zal goed komen met Suriname!” riep hij – waarschijnlijk tegen beter weten in – enthousiast.

Van een president die het serieus meent met zijn volk zou je mogen verwachten dat hij de zaken nu echt serieus wil aanpakken en dat hij de grootste en behoorlijk geldverslindende bron van ergernis van het volk zou elimineren. Al was het alleen maar om een beetje goodwill te kweken en wat van zijn populariteit terug te winnen.

En dat hij dus zou stoppen met het in het leven roepen van presidentiële commissies en stuur- en werkgroepen, waarvan iedereen zich afvraagt of deze wel nut hebben. Echter, sinds 16 juli, de start van de tweede helft, heeft hij er achteloos weer heel wat het levenslicht laten zien. En meestal worden die aangevoerd door VHP-toppers, alsof er buiten zijn innercircle geen deskundigen zijn die deze klus ook kunnen klaren.

Oud-minister Ramlagansing

Het meest opzichtige is het ‘Coördinatiebureau ter uitvoering van het actieplan tweede helft van de regering’. Dat moet zich gaan bezighouden met het erop toezien dat het recentelijk, tijdens een regeringsvergadering, goedgekeurde actieplan op de juiste wijze wordt uitgevoerd. In dat plan zijn opgenomen de punten die zijn besproken tijdens de eerder gehouden predialogen, die nog altijd moeten leiden tot de door Santokhi beloofde nationale dialoog.

Dat coördinatiebureau, waarvan onduidelijk is waar het wordt gevestigd en wat de leden maandelijks aan vergoeding ontvangen, is tot de verkiezingen van 25 mei operationeel en staat onder leiding van VHP-ondervoorzitter en oud-minister Urmila Ramlagansing, tevens adviseur van de president. Ze heeft kennelijk nog tijd voor haar nieuwe functie naast al haar andere toegeschoven baantjes, zoals het vicevoorzitterschap van de Staatsraad, plaatsvervangend voorzitter van het Overlegorgaan (Onderhandelingsorgaan van de overheid) en het lidmaatschap van het Tripartiet Overleg.

Alsof dat nog niet genoeg is, zal de president binnenkort ook nog een ‘monitoringsteam’ in het leven roepen, bestaande uit vertegenwoordigers van de verschillende groepen die tijdens het voortraject van de nationale dialoog zijn geconsulteerd. Dit team zal worden belast met de monitoring en uitvoering van het actieplan.

Verder is op 22 augustus de Local Content Board opgezet onder leiding van Arleen Emanuels, die eveneens de waarnemend algemeen directeur van het kabinet van de president is. Dit team zal zich ‘focussen op de standaarden van goederen en diensten’ en is tot en met 31 juli 2025 belast met de coördinatie daarvan.

Slecht functionerende Asycuda-systeem

De werkgroep ‘Upgrading Asycuda System, Automated System for Customs Data’ werd op 7 augustus gelanceerd en moet binnen een jaar ervoor zorgen dat het slecht functionerende Asycuda-systeem van de douane wordt aangepast aan de vereisten van de tijd. Overigens, het systeem hapert al jaren, dus je kunt je afvragen waarom nu pas een werkgroep wordt ingesteld die zich daarover gaat buigen. In het verleden hebben al tal van deskundigen daar adviezen over uitgebracht, maar al die rapporten zijn terzijde geschoven.

Prewien Ramadhin is voorzitter van de werkgroep, die verder bestaat uit vertegenwoordigers van het kabinet van de president, afdeling E-Gov, de ministeries van Financiën en Planning en Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie, de douane en de belastingdienst. Ramadhin is tevens onderdirecteur onderdirectoraat e-Gov van het kabinet van de president.

De bauxietreserves in het Bakhuis-gebergte hebben ook de aandacht getrokken van deze regering, vandaar dat onlangs de werkgroep om investeringen te realiseren voor de ontwikkeling van de West-Suriname Bakhuis bauxietreserves is ingesteld. Onder leiding van Amrish Lachman, die ook al voorzitter is van het Productie Kredietfonds, moeten de leden de komende negende maanden vooral investeerders zien aan te trekken.

President Santokhi (l) met leden van de werkgroep Upgrading asycuda system. [Foto: kabinet van de president]

Patamacca-deal

De meest overbodige en zinloze club die Santokhi heeft aangesteld, is de stuurgroep Ontwikkeling palmolie industrie Marowijne onder leiding van Geetapersad Gangaram Panday, voormalig VHP-minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij. Deze praatgroep heeft de taak om uit te zoeken wat er mis is gegaan rondom de Patamacca-deal, waarbij China Zhong Heng Tai Investment al negentien jaar niets heeft gedaan van wat ze moest doen, behalve dan heel veel kostbare Surinaamse bomen kappen.

Opeenvolgende regeringen zijn om onbegrijpelijke redenen iedere keer in de zoete praatjes van de Chinezen getrapt, terwijl ondertussen het bomen kappen doorgaat en het hout naar China wordt verscheept. Het parlement had vorig jaar opnieuw gevraagd om het bedrijf de wacht aan te zeggen, maar Santokhi heeft ervoor gekozen een stuurgroep eerst onderzoek te laten doen. Dat is veiliger, ook omdat China als enige land nog niet akkoord is gegaan met herschikking van het ruim half miljard aan schulden die Suriname nog bij Beijing heeft.

De president kan Gangaram Panday gerust met de leiding van deze stuurgroep belasten, dat kan hij er wel bij hebben naast het voorzitterschap van de Nationale Zaad raad en van het stichtingsbestuur van de Stichting Machinale Landbouw in Wageningen. Hij staat bekend als discreet en zal dus niet te snel de Chinezen voor het hoofd stoten. Hij mag er ook zijn tijd voor nemen: de stuurgroep is voor maar liefst drie jaar aangesteld.

Of de samenleving ooit voordelen zal kunnen proeven van het werk van al deze presidentiële groepen, mag zeer worden betwijfeld. Net zoals al die andere meer dan honderd ingestelde vriendenclubjes het land weinig hebben opgeleverd. Maar daarover zal Santokhi vóór mei 2025 wel verantwoording over moeten afleggen. Misschien kan hij alvast een commissie instellen die gaat evalueren wat al die commissies, werk- en stuurgroepen uiteindelijk hebben gedaan en vooral hoeveel geld dat het land heeft gekost.

Leden van de stuurgroep Ontwikkeling palmolie industrie Marowijne met president Santokhi (m). [Foto: kabinet van de president]