Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » BESCHOUWING — Kritiek op ‘snoepreis’ Onderwijsminister Henry Ori naar Azerbaijan

BESCHOUWING — Kritiek op ‘snoepreis’ Onderwijsminister Henry Ori naar Azerbaijan

Minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur blijkt met een forse delegatie van zijn departement naar het Europese Azerbaijan te zijn afgereisd. Los van het feit dat dit in alle stilte gebeurde en de Communicatiedienst Suriname daar geen melding van maakte, is het vooral de vraag waarom de Surinamers uitgerekend naar dit land, dat een behoorlijk dictatoriaal bewind heeft, moesten afreizen en welke voordelen het voor het kwakkelende onderwijs opleverde. Of was het gewoon een leuk snoepreisje op kosten van de belastingbetaler?

Tekst Armand Snijders

Beeld

Dat Ori met zeven ambtenaren naar het land op de grens van Europa en Azië is afgereisd, lekte via bepaalde media uit, die het oppikten uit de media aldaar. Anders zouden Surinamers er nooit iets over hebben vernomen. Misschien heeft het er mee te maken dat Azerbaijan – ook wel Azerbeidzjan genoemd – allesbehalve een schoolvoorbeeld van een democratie is. Ook in Suriname laat men wat de democratie betreft wat steekjes vallen, maar het is vergeleken met Azerbaijan een gezegend paradijs.

Tal van internationale waarnemers omschrijven het bestuur daar als autocratisch, een regime met dictatoriale trekjes. Nadat het land zich eind 1991 losweekte van de toenmalige Sovjet-Unie, is het er in democratisch opzicht nauwelijks op vooruit gegaan. Er worden wel met enige regelmaat verkiezingen gehouden, maar daar wordt altijd op grote schaal bij gefraudeerd, zodat de zittende president, Ilham Aliyev, aan de macht blijft.

Alleenheerser

Aliyev is sinds 2003 president nadat hij de macht overgedragen kreeg van zijn vader, die ruim tien jaar eerder middels een staatgreep de hoogste baas van het land werd, zeg maar gerust alleenheerser. Van de wijdverbreide corruptie kunnen politici in Suriname nog wat leren. Ze zouden dan veel rijker kunnen worden dan ze nu al zijn.

In de scores voor democratie en persvrijheid staat het land al jaren bijna helemaal onderaan. Op de ‘Democracy Index’ stond het in 2020 op plek 157 van 175, in de categorie ‘harde autocratieën’. ‘Freedom House’ gaf Azerbaijan in 2021 een score van negen uit honderd en ziet het land als ‘onvrij’. Ook voor journalisten is het er slecht toeven: Verslaggevers Zonder Grenzen plaatste Azerbaijan in 2022 op plek 154 van de 180 in zijn ranglijst voor persvrijheid en veiligheid van verslaggevers.

Nagorno-Karabach

Azerbaijan was tot de jaren tachtig van de vorige eeuw een grote toeristische trekpleister, die niet alleen Russische reizigers trok maar vakantiegangers uit de hele wereld. Maar als gevolg van de oorlog in de Armeense enclave Nagorno-Karabach die in de jaren negentig uitbrak, waarbij het leger op grove schaal mensenrechtenschendingen pleegde, werd het imago van het land als toeristische bestemming zwaar beschadigd. Sindsdien is het regelmatig onrustig in de regio Nagorno-Karabach, die zich nog altijd wil afsplitsen.

Dus in die wetenschap kun je je afvragen waarom de regering zo graag contacten met Azerbaijan wil onderhouden. En vooral waarom Ori zo nodig daar naartoe wilde afreizen. Misschien heeft hij zich het hoofd op hol laten brengen doordat ze daar een heuse onderwijsinstelling hebben die zich op studies voor de oliesector richt. Dat is voor een relatief klein olieland als Azerbaijan, waar op dagbasis ruim achthonderdduizend vaten olie worden opgepompt, inderdaad een hele prestatie. Misschien droomt Ori daar namens president Chandrikapersad Santokhi ook van. Maar de kennis om een dergelijk instituut op te zetten, kan ook veel dichter bij huis worden verkregen. Daar hoef je niet voor naar verre uithoeken te reizen.

Gezellig snoepreisje

Bovendien had hij niet een fors deel van zijn staf mee moeten laten reizen. Surinamers hebben het idee dat het een gezellig snoepreisje was, waar bovendien alle delegatieleden ook nog een forse dagvergoeding voor ontvangen. Dat is moeilijk te verkopen aan onder meer de onderwijsgevenden, die allang niet meer uitkomen en nauwelijks gehoor vinden om verbetering van hun loon- en arbeidsomstandigheden.

Op sociale media zijn de reacties dan ook niet mild. ‘Terwijl het onderwijs in Suriname op zijn gat ligt, is het schokkend om te zien dat een delegatie van zeven personen onder leiding van de minister van Suriname momenteel in Azerbaijan verblijft. Dit roept serieuze vragen op over de prioriteiten van de Surinaamse regering en diens toewijding aan het onderwijs, een van de belangrijkste pijlers van de samenleving’.

Studenten en ouders worden geconfronteerd met een zorgwekkende situatie waarin kwalitatief hoogwaardig onderwijs moeilijk te vinden is. Dit tekort aan investering in het onderwijs heeft negatieve gevolgen voor de toekomst van het land en de kansen van zijn jonge generatie.

Tekst en uitleg

Hoewel internationale betrekkingen belangrijk zijn, moeten de prioriteiten van de regering in evenwicht zijn. Het is van cruciaal belang dat de leiders van Suriname hun verantwoordelijkheid nemen om de onderwijssector te herstellen en te versterken, in plaats van de indruk te wekken dat andere zaken op dit moment prioriteit hebben. De toekomst van het land en de kansen van zijn jongeren hangen af van de kwaliteit van het onderwijs’.

Het is nu aan minister Ori om na zijn terugkeer tekst en uitleg te geven over het belang van deze dubieuze reis en welke voordelen die Suriname zal opleveren. En of het zal helpen de huidige actuele problemen in het veld op te lossen. Maar zoals het er nu naar uitziet, lijkt het erop dat er onnodig veel geld over de balk is gesmeten. Geld dat beter in het lokale onderwijs had kunnen worden gepompt.