Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » BESCHOUWING: Dweilen met de corruptiekraan open

BESCHOUWING: Dweilen met de corruptiekraan open

Abop-minister Kenneth Amoksi van Justitie en Politie (Juspol) heeft vorige week gezegd dat de langverwachte nationale anticorruptie commissie binnen twee maanden zal worden geïnstalleerd. Dat lijkt goed nieuws, want daarmee wordt een nieuw stap gezet in de strijd tegen het “extreme kankergezwel”, zoals VHP-parlementariër Asiskumar Gajadien het lang geleden noemde. Echter, in werkelijkheid gebeurt er weinig concreets om corruptie daadwerkelijk aan te pakken, vooral omdat de echte politieke wil ontbreekt. Daardoor blijft het dweilen met de kraan open.

door Armand Snijders

In 2017 werd na jaren van politiek verzet eindelijk de Anticorruptiewet door De Nationale Assemblee (DNA) aangenomen. In 2003, tijdens de tweede regering-Venetiaan, werd de ontwerpwet al ingediend, waarna het tot 2008 duurde voordat het door het parlement in behandeling werd genomen. Ook toen vlotte het nog niet; het zou nog negen jaar duren voor de kogel door de kerk was. Dat gebeurde tijdens de regering-Bouterse, waarvan toen al vast stond dat er gedurende zijn bewind allerlei onoorbare zaken hadden plaatsgevonden en er vele tientallen miljoenen US dollars aan staatsgeld in de verkeerde zakken terecht waren gekomen.

Bouterse zei  in 2010 bij het uitspreken van de regeringsverklaring 2010-2015 wel dat “corruptie als een groot kwaad wordt beschouwd”. En bij verschillende gelegenheden daarna schreeuwde hij van de daken dat zijn regering een “kruistocht tegen corruptie” zou beginnen en dat diegenen die zich daar aan schuldig zouden maken “zonder aanzien des persoons” zouden worden aangepakt. Maar het bleef vooral bij populistische woorden. Zijn regering verhief de corruptie tot nieuwe hoogten.

Santokhi, die zich had opgeworpen als een crime fighter, had de kiezers ervan weten te overtuigen dat hij een einde zou maken aan de diepgewortelde cultuur van corruptie in het land

Schandalige verrijking

Er werden door onder meer de Centrale Landsaccountantsdienst (Clad) verschillende zaken onderzocht en ook belastende rapporten gepubliceerd (onder meer over de Naschoolse Opvang, de cassavefabriek nabij Zanderij en Carifesta XIII), maar die verdwenen allemaal in een onderste la. Dus die werden nooit serieus opgepakt door het Openbaar Ministerie. Daardoor zijn (onder anderen) partijgenoten die zich op een schandalige manier zouden hebben verrijkt, vrijuit gegaan. Sommigen bekleden zelfs nu nog hoge functies, waarvoor een enkeling zelfs door de huidige president is benoemd.

Na de aanname van de wet in 2017 en de afkondiging daarvan, gebeurde er nog steeds weinig. Althans, niet zolang Bouterse nog president was. Tijdens de verkiezingen van 25 mei 2020 waren alle ogen gericht op Chandrikapersad Santokhi. Hij had zich opgeworpen als een crime fighter en had de kiezers ervan weten te overtuigen dat hij een einde zou maken aan de diepgewortelde cultuur van corruptie in het land.

Stank van corruptie

Eind 2017 had Santokhi op de Internationale Dag tegen Corruptie – uitgeroepen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties – een zeer vurig pleidooi gehouden tegen “de omvangrijke corruptie in ons land”, die volgens hem een gevolg is van slecht bestuur. “De stank van corruptie is overal en wordt met de dag sterker.

Het ene corruptieschandaal stapelt zich op na het andere”, aldus oppositieleider Santokhi toen. “Corruptie heeft te maken met gebrek aan goed bestuur, democratische controle en transparantie. Corruptie staat de ontwikkeling van een land in de weg, verstoort de marktwerking en verpest het ondernemingsklimaat.”

Begin 2018 reageerde Santokhi namens de VHP publiekelijk op de nieuwjaarsrede die Bouterse had uitgesproken en zei dat de partij bereid was “onbezoldigd een bijdrage te leveren” (…) “en een onafhankelijke unit van experts in wil zetten om de lijst van corruptieschandalen op te lossen en het daardoor verdampte geld van ons volk terug te brengen in de staatskas”.

“Wij hebben de knowhow, hier zijn wij, gebruik ons in het belang van land en volk. Geen zand erover meer bij corruptiegevallen”, zei de VHP-voorzitter destijds. Vervolgens somde hij een indrukwekkende lijst van 26 mogelijke gevallen van corruptie op die zouden moeten worden onderzocht.

Ook Gajadien maakte van corruptiebestrijding al lange tijd één van zijn speerpunten. Toen hij in 2010 in DNA werd gekozen, verzekerde hij dat hij zich vanuit de oppositie sterk zou maken “om patronage en corruptie terug te dringen”. Want “het zijn twee extreme kankergezwellen die het land teisteren.” Dus toen de VHP in 2020 eindelijk regeermacht wist te verkrijgen, waren de verwachtingen ook wat de corruptiebestrijding betrof zeer hoog gespannen.

In Suriname zou er wel een begin kunnen worden gemaakt door publieke personen te verplichten bij een notaris hun vermogen en dat van hun gezin vast te laten leggen

Koe bij de horens

Op 12 september 2022 plaatste minister Kenneth Amoksi van Justitie en Politie een openbare bekendmaking waarin de voorgedragen leden van de anticorruptie commissie werden bekendgemaakt.

In eerste instantie vatte Santokhi de koe bij de horens. Op 6 augustus van dat jaar installeerde hij de presidentiële commissie Anticorruptiewet onder voorzitterschap van  de jurist Carmen Rasam. Deze commissie moest in zes maanden “een inventarisatie maken van alle uitvoeringsbesluiten en nagaan welke mechanismen gereed moeten zijn voor de bemensing en effectuering van de nationale anticorruptie commissie”, meldde de Communicatiedienst Suriname (CDS).

Dit orgaan, dat uit vijf tot zeven personen moet bestaan en als belangrijk onderdeel wordt beschouwd bij de uitvoering van de veelbesproken Anticorruptiewet, ziet dus pas drie jaar na de installatie van de presidentiële commissie het levenslicht. Er moeten drie kandidaten worden voorgedragen door het Openbaar Ministerie, de Clad en de Dienst der Belastingen.

De overige leden moeten in ieder geval de nodige kennis en ervaring hebben om hun werkzaamheden naar behoren te kunnen verrichten. En bovenal mogen de leden geen strafblad hebben of op andere wijze in aanraking zijn gekomen met justitie, niet werkzaam zijn als advocaat, accountant of notaris en ook geen functie in de ‘formele structuur van een politieke organisatie’ vervullen.

Dus de leden van de commissie, die onafhankelijk corruptiegevallen van politici en ambtenaren moeten beoordelen en eventueel onderzoeken, moeten 100 procent van onbesproken gedrag zijn. Dat klinkt natuurlijk hoopvol, maar het feit dat het zo lang duurt, betekent kennelijk dat Santokhi er ook niet zo’n haast mee heeft. Dat valt ook wel te begrijpen, want zijn regering grossiert inmiddels ook in corruptiezaken, die maar zelden worden onderzocht.

En als er wel een onderzoek komt, dan verdwijnen de resultaten in een hermetisch afgesloten lade. En dat wil hij graag zo houden. De Rekenkamer van Suriname en de Clad, die onder meer corruptie zouden moeten signaleren en onderzoeken, opereren ook niet (meer) onafhankelijk en de president heeft ze min of meer in zijn zak. Want daar zitten nu mensen die door Santokhi zelf zijn benoemd.

Vermogen laten vastleggen

Corruptie is van alle generaties en komt onder alle regeringen en in alle politieke partijen voor. Dus uitbannen zal wel nooit helemaal. In Suriname zou er wel een begin kunnen worden gemaakt door – zoals is vastgelegd in de Anticorruptiewet – publiekelijk personen te verplichten bij een notaris hun vermogen en dat van hun gezin vast te laten leggen.

Hierdoor kan worden gecontroleerd of ze gedurende hun lidmaatschap van het parlement of tijdens een ministerschap buitensporig rijker zijn geworden of enorme lappen grond hebben. Maar daar is bij de huidige politici veel verzet tegen, want dan moet je iedere cent of stuk grond die je krijgt verantwoorden. En dat doen ze niet graag, wat al veel over hun integriteit zegt.

Alleen DOE-voorzitter Steven Alfaisi heeft dat vóór de verkiezingen van 25 mei 2020 gedaan. Maar desondanks verloor de partij haar enige zetel in het parlement, mede dankzij het mislukte avontuur in de regering-Bouterse/Adhin en vooral het niet zo integere ministerschap van DOE-bewindsman Regilio Dodson.

De actie van Alfaisi zal in de toekomst in ieder geval navolging moeten krijgen en voor iedereen die een bestuurlijke functie wil bekleden, moet het de gewoonste zaak van de wereld worden. Zoals het al in de meeste landen in de wereld gemeengoed is, waardoor het vermogen verkregen gedurende of na een periode als publieke functionaris, transparant en te traceren is.

Het is een illusie te denken dat misstanden die onder Santokhi’s leiding worden gepleegd, worden aangepakt. Zolang hij de macht heeft en De Nationale Assemblee er ook niets voor voelt om zichzelf te laten controleren en dus geen haast maakt met het in uitvoering brengen van de wet, blijft die Anticorruptiewet slechts een tandenloze papieren tijger waarmee de corruptie niet kan worden uitgebannen.