SURINAME STAAT OP het punt de internationale koolstofmarkt te betreden. Naast exploitatie van zijn natuurlijke hulpbronnen zoals hout, olie, gas en andere delfstoffen wil de regering ook de koolstofmarkt als potentiële inkomstenbron benutten ter ondersteuning van de nationale ontwikkeling.
Olie en gas worden katalysator van de economische ontwikkeling van het land. Dat heeft president Santokhi de aanwezigen bij de officiële opening van de derde Suriname Energy, Oil and Gas Summit in Royal Torarica voorgehouden.
Het staatshoofd stelde daarbij dat de regering zich onwrikbaar ten doel heeft gesteld het institutionele kader te ontwikkelen om Suriname op een duurzame basis tot een ontwikkelingsland te maken. De olie- en gasvoorraden voor de kust zullen als katalysator dienen voor deze ontwikkeling.
Met de inkomsten uit olie- en gaswinning zal de ontwikkeling van andere economische sectoren en diversificatie van de economie worden gefinancierd. Het ontwikkelen van hernieuwbare energiebronnen zal ook worden gestimuleerd en op termijn zal het gebruik van fossiele brandstoffen worden afgebouwd.
Suriname zal zijn status als CO2-negatief en groenste land op aarde inzetten om geld te verdienen op de koolstofmarkt. President Santokhi somde verschillende modellen op waarvan Suriname gebruik zou kunnen maken. Plannen van de regering om via de zogenoemde carbon credits geld te verdienen zijn overigens niet van nu.
De eerste geluiden dateren van de periode van Michael Jong Tjien Fa als minister van Ruimtelijke Ordening, Grondbeheer en Bosbeleid meer dan tien jaar geleden. De afgelopen jaren is het steeds bij praten gebleven, maar concrete acties van opeenvolgende regeringen zijn uitgebleven.
Naarmate er internationaal steeds meer stemmen opgaan om de vervuilende fossiele brandstoffen en productie daarvan in de ban te doen is het geboden dat de regering nog meer vaart zet achter de intenties om carbon creditfondsen binnen te halen. Deze potentiële inkomstenbron is al veel te lang onbenut gebleven.