Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » ANALYSE — Duivels dilemma: Kiezen tussen IMF en Brunswijk

ANALYSE — Duivels dilemma: Kiezen tussen IMF en Brunswijk

De duimschroeven worden bij president Chandrikapersad Santokhi steeds strakker aangedraaid. Niet alleen lukt het zijn regering maar niet om de valutakoersen in bedwang te krijgen, ook het Internationaal Monetair Fonds (IMF) lijkt het op te geven en de handen binnenkort van Suriname af te trekken. Wil Suriname nog een kans maken om het forse restantbedrag van de afgesproken lening te krijgen, dan zal de president in ieder geval vicepresident Ronnie Brunswijk moeten laten vallen, zo denkt de gezaghebbende Britse Emfi Group Limited, dat heldere financiële analyses maakt.

Tekst Armand Snijders

Beeld dWT archief

Toen de VHP en Santokhi na de verkiezingen van mei 2020 besloten om samen met Abop, Pertjajah Luhur(PL)  en NPS een regering te vormen, voorspelden velen dat dit verbond binnen een jaar al gruwelijk mis zou lopen. Want met twee omstreden en onbetrouwbaar geachte politici – Paul Somohardjo van PL en Brunswijk van Abop – in één coalitie zitten, is op voorhand vragen om problemen. Zeker omdat beide mannen ook de eerste regering-Bouterse in het zadel hadden geholpen waarin de basis werd gelegd voor de huidige crisis.

Als de gewenste hervormingen niet worden doorgevoerd, is de overeenkomst met het IMF ‘dood’, verwacht de Emfi

Nadat Brunswijk het vicepresidentschap had binnengesleept, verwachtte ook niemand dat de ministersploeg door hem professioneel en met de noodzakelijke deskundigheid zou worden geleid. Dat had Santokhi naar verluidt ook al snel door en hij schoof – als het maar even kon – minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking naar voren om deze te leiden.

Hoofdpijndossier

Niet dat Brunswijk daar echt wakker van lag; hij is al blij met het feit dat hij vicepresident mocht worden. Met name van financiële zaken heeft hij geen kaas gegeten, dus hij vindt het prettig dat hij zich niet met dit belangrijkste hoofdpijndossier van de regering hoeft te bemoeien.

Met de belangen van hemzelf, zijn familie en die van zijn partijgenoten bemoeide hij zich des te meer. Zo zeer zelfs dat Santokhi, die het patronisme zelf ook al een nieuwe dimensie had gegeven, in het eerste regeerjaar al voldoende redenen had om de samenwerking te verbreken. Los van alle capriolen die Brunswijk uithaalde en de regels die hij overtrad.

Maar dat deed Santokhi niet, wetende dat de regering dan zou vallen. En hij dan bij nieuwe verkiezingen opnieuw zou moeten knokken om het felbegeerde presidentschap binnen te slepen. Immers, daar houdt hij net zoveel van als zijn plaatsvervanger van diens functie als vicepresident.

Chantagepolitiek

Brunswijk en de Abop bleven dus, waar Santokhi nu waarschijnlijk spijt van heeft. Want met zijn chantagepolitiek heeft de vicepresident al heel wat afgedwongen. Zoals de vervanging van minister Diana Pokie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB), wat binnen een normaal functionerend kabinet alleen wordt besloten door de president.

De percelen die door haar opvolger Dinotha Vorswijk massaal zijn uitgegeven op – onder meer – het Sabakuproject, durfde het staatshoofd uit angst voor de toorn van Brunswijk niet in te trekken. Ook heeft de vicepresident het voor elkaar gekregen dat de zeer noodzakelijke maatregelen van de regering om meer te halen uit de goudsector – waar Brunswijk zelf enorme belangen in heeft – sterk werden afgezwakt.

Ook de recente en omstreden benoeming van zijn broer Leo tot directeur bij de Energiebedrijven Suriname (EBS) is een gevolg van die chantagepolitiek. Maar Santokhi slikte het allemaal om maar aan de macht te kunnen blijven. Dat Brunswijk en veel van zijn ministers eerder een last dan lust voor de president zijn, is van ondergeschikt belang.

Sta-in-de-weg

Maar de verrichtingen van de leiders worden wel nauwlettend gevolgd in het buitenland, in het bijzonder door instellingen die het land ondersteunen, zoals het IMF. Daar heeft Suriname zelf om gevraagd. Het IMF maakte vorige week bekend de financiële steun middels een lening weer op te schorten. Als reden is opgegeven dat de regering opnieuw niet aan de afspraken heeft voldaan.

In de analyse die daarop is uitgebracht door Rosamnis Marcano, senior economist van de gezaghebbende Emfi, waarop veel potentiële internatonale investeerders hun besluit om geld beschikbaar te stellen op projecteren, wordt de vloer aangeveegd met het regeerbeleid omdat er nauwelijks hervormingen worden doorgevoerd. Vooral Brunswijk wordt als een sta-in-de-weg voor de ontwikkeling van het land gezien.

Het is bijzonder dat de deskundige een zondebok met naam en toenaam noemt; dat komt zelden voor. Brunswijk wordt ook als belangrijkste oorzaak gezien dat de laatste IMF-evaluatie niet door is gegaan. De organisatie verwacht zelfs “dat de regering weerstand tegen een evaluatie zal bieden zolang de samenwerking met vicepresident Brunswijk doorloopt”, valt in de analyse van 24 maart te lezen.

IMF-overeenkomst ‘dood’

Ook de Emfi concludeert dat Santokhi Brunswijk binnen zijn coalitie wil houden om zijn presidentschap niet te verliezen. Maar als de gewenste hervormingen niet worden doorgevoerd, is de overeenkomst met het IMF ‘dood’, verwacht de Emfi.

Echter, Santokhi beweerde dinsdag tijdens zijn teleurstellende speech in De Nationale Assemblee (DNA), over de verontrustende koersontwikkelingen, het tegendeel. Hij zei dat Surinaamse deskundigen nog steeds in gesprek zijn met het IMF en beweerde opnieuw dat men verwacht er “binnenkort” met de instantie uit te komen.

Dus hij denkt er nog niet aan om een keus te maken tussen het IMF en de honderden miljoenen US dollars die ze willen lenen en zijn bekritiseerde ‘rechterhand’ Brunswijk. Volgens de Emfi zal Brunswijk Suriname steeds verder in het moeras drukken.