Suriname is niet in staat om in de eigen behoefte van ananas te voorzien. Niet alleen de productie valt tegen, ook de kwaliteit laat te wensen over. Wat deze twee belangrijke zaken betreft, is Guyana het land voorbijgestreefd. Het buurland produceert 37,5 duizend ton ananas per jaar, ongeveer negen keer zoveel als Suriname en is exporteur, ook naar Suriname. Terwijl in ons land twee keer per jaar wordt geoogst, heeft het buurland door zijn teelttechniek een voortdurende productie het hele jaar door met ananas van goede kwaliteit en smaak.
Tekst en beeld Sharon Singh
Het hoofddoel van de ‘Discussie over de ananasontwikkeling in Suriname’ dinsdag was het bevorderen van de ananas waardeketen. Het is op initiatief van de door de Verenigde Naties gefinancierde Agri-Food Systems Transformation Acceleration Pineapple Joint Program en het door de Europese Unie gefinancierde Suriname Agriculture Market Acces Project (Samap) in samenwerking met de overheid.
Sprekers hebben de directe problemen blootgelegd waarmee producenten te kampen hebben. Ook werd gesproken over een consumentenstudie waarin staat dat Surinamers vaker ananas willen eten tegen een redelijk bedrag en van hoogwaardige kwaliteit.
Samenwerking
De samenwerkingsinitiatieven (met diverse internationale organisaties, private sector en de overheid) sluiten aan bij de wereldwijde actie, Global Action on Green Development of Special Agricultural Products: One Country, One Product gelanceerd door de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO). Deze heeft tot doel groene en duurzame waardeketen voor speciale landbouwproducten te ontwikkelen.
“We zijn met dit project in 2018 begonnen. Op drie plekken in de wereld werd er een waardeketen analyse gedaan; in Bangladesh (melkveehouderij), Tanzania (palmolie) en Suriname”, vertelt Swami Girdhari van de Organisatie van Verenigde Naties voor Industriële Ontwikkeling en Asta. De overheid koos voor ananas.
Begonnen werd met een literatuurstudie, maar al gauw bleek dat er bitter weinig beschikbaar was. Diverse belanghebbenden werden betrokken en er is een waardeketen analyse gemaakt en een actieplan ontwikkeld, maar er was geen geld. Met behulp van de financiële ondersteuning van vier organisaties binnen de Verenigde Naties Organisaties konden de eerste activiteiten beginnen.
“Het uiteindelijke doel is te komen tot een ananas sector die voldoet aan internationale standaarden, waarbij er voor lokale consumptie en export producten zijn van een hoogwaardige kwaliteit. Dit wensen we in 2030 te hebben gerealiseerd.”
Op dit moment produceert Suriname 4.000 ton aan ananas per jaar. Tegen 2030 zou het land een producent moeten zijn van ruim 20.000 ton verse en verwerkte ananas. Uit cijfers van 2021 blijkt dat Costa Rica met een productie van bijna drie miljoen ton per jaar de grootste ananas producent van de wereld blijft. De mondiale productie is 27,7 miljoen ton per jaar.
Achteruitgang
Eén van de opmerkingen tijdens de discussie is dat de lokale kopers vaak worden geconfronteerd met zure vruchten van eigen bodem of fruit dat van binnen is aangetast en moet worden weggegooid. De consument pakt dan het zekere voor het onzekere en gaat voor het buitenlandse product wat direct verklaart hoe Suriname vorig jaar zeventig ton ananas heeft geïmporteerd.
Dat de landbouwsector, vooral wat fruit betreft, achteruit is gegaan, is duidelijk. Citrus, sapotille, Fransman birambi en guave zijn fruitsoorten die vaak schaars zijn. In een presentatie tijdens het Landbouwcongres van stichting d’Ons in 2022 heeft de agrarische ontwikkelingseconoom Iwan Poerschke dat met cijfers aangetoond.
Dinsdag deelde Glenn Chin A Foeng, directeur-eigenaar van Michi Natural Foods, zijn ervaring. Zijn bedrijf produceert zuivelproducten en verwerkt fruit tot diverse eindproducten. “Met de fruitteelt is het bijzonder slecht gesteld. Fruit vind je met mondjesmaat. Het is dus nog altijd een grote uitdaging, om, ongeacht de soort, om aan fruit te komen.”
Om zijn productie te garanderen heeft hij in 2012 besloten om zelf fruit te planten. Hij is in Saramacca begonnen met pomme de cythere, mopé en lemmetje. In 2014 kwam hij toevalligerwijs een boer van Asidonhopo tegen, met wie hij een samenwerking is aangegaan voor het planten van vijftienduizend pomme de cythere-bomen.
“Sinds 2015 hadden we een prettige samenwerking tot maart vorig jaar toen een enorme nachtmerrie zich voordeed door onprofessionele handeling van Staatsolie. De totale aanplant was verwoest. Arbeid van acht jaar was gewoon binnen een dag totaal vernietigd, zonder enige compensatie. Weet je hoeveel het kost als we deze aanplant weer zouden opstarten”, vraagt Chin A Foeng retorisch. Tegenwoordig kost een piepkleine pomme de cythere plant SRD 150.
Dubbele agenda
Hij heeft ook de onbetrouwbaarheid van sommige boeren aangehaald, in die zin dat ze afspraken niet nakomen. Ook de overheid die serieuze ondernemers niet ondersteunt, kaartte Chin A Foeng aan. Hij heeft voor het telen van vijftien soorten fruit in 2017 landbouwgrond aangevraagd, maar heeft daarop nooit een reactie gekregen.
Alle sprekers gaven aan dat Suriname slechts door samenwerking vooruit kan komen. Chin A Foeng: “Alleen door samenwerking, en zonder dubbele agenda, kan de sector vooruitgaan.”
Zijn vraag, in het bijzonder aan fruittelers wat de kostprijs van ananas is, kon door niemand worden beantwoord. Jerry Birambi, voorzitter van Agro Coöperatie Redi Doti/Pierrekondre, heeft beloofd een kostencalculatie alsnog voor de ondernemer te sturen.
Birambi is één van de telers die zijn aanplant heeft kunnen uitbreiden dankzij de hulp van Samap. Ook heeft deze organisatie machines aan de coöperatie geschonken, waardoor het werk efficiënter kan plaatsvinden. Maar duidelijk is dat geen van de driehonderd telers in Suriname zover is om met de buitenlandse markt te concurreren.
Financiering
Ook werd de opmerking gemaakt naar LVV-minister Parmanand Sewdien toe – de bewindsman was aanwezig – om eventueel een financieringsmodel als het markoesaproject in overweging te nemen. Bij dat project geldt dat boeren die een halve hectare beplanten zonder onderpand in aanmerking kunnen komen voor een lening bij Nofa met een aflossingsvrije periode.
Naast het Nationaal Ontwikkelingsfonds voor Agribusiness (Nofa) heeft Trustbank Amanah meegedaan aan deze discussiedag. De participanten hebben aangegeven een aparte discussiedag te prefereren, liefst met diverse financiële instellingen.