De Nationale Assemblée (DNA) heeft recent de ontwerpwet over vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee aangenomen. De technische wet zal veel betekenen voor de versterking van de pluimveesector. Het moet zorgen voor een grotere bewustwording van de behoefte aan Surinaams product, zegt Jennifer Vreedzaam, voorzitter van de Commissie van Rapporteurs die gelooft dat de verhoging van de importkosten van 20 – 40 % de eerste stap is. De wet is bekrachtigd in de DNA, omdat er nieuwe tariefposten erbij zijn gekomen.
60% van de kip die we in Suriname gebruiken is afkomstig van de import. Om voedselzekerheid en eiwit voorziening te garanderen moet de lokale pluimveesector gestimuleerd worden. Daar zijn de kleine boeren voor nodig, maar kleine kwekers worden gemanipuleerd als het gaat om de verkoop van hun producten. Dit kwam ook naar voren tijdens de discussies in het parlement over de wet op kip en kipdelen.
Er zijn geen slachterijen waar kleine kwekers terecht kunnen om hun kip te slachten en aan de man te brengen en er zijn geen voorzieningen voor opslag. Kleine pluimveeboeren zijn afhankelijk van de grote bedrijven als het gaat om slachten, verwerken en opslag van hun producten. In de hele keten bestaat er dus de mogelijkheid om schaarste te creëren. Vreedzaam is er voorstander van dat de keten bekeken wordt.
Het gat moet gedicht worden, maar daarvóór moet er nog heel wat gebeuren. Gezondheid issues en hygiëne vraagstukken moeten worden opgelost. De verantwoordelijkheid voor het opzetten van standaarden hiervoor ligt bij het LVV. Het welzijn van zowel de mens als het dier moet op de eerste plaats staan. Ook het ministerie van Handel en Industrie speelt een grote rol bij het vaststellen van standaarden en onderhandelingen met de sector.
Jennifer Vreedzaam zegt de blij te zijn met de bundeling van kleine kwekers en de trainingen vanuit het ministerie van LVV. “De import kunnen we niet 100% stoppen, vanwege de grote landen die middels handelsverdragen invloed willen hebben op onze kleine economie. Maar er moet een balans zijn”, zegt zij. De verhouding tussen import en lokale kip is nu 60 – 40 %, maar de parlementariër gelooft erin dat we binnen twee tot drie jaren op een 50 – 50 verhouding kunnen zijn.(GFC)