PARAMARIBO — Suriname heeft het gestelde doel voor het bereiken en handhaven van een vaccinatiegraad van 95 procent niet bereikt voor een aantal vaccinaties. Uit gegevens blijkt dat in de voorbije drie jaren minder ouders hun kinderen hebben gebracht naar een poli voor routine vaccinatie. Deze kinderen lopen zo een risico op achterstand in vaccinatie en zelfs ook om de vaccinatie nooit meer te krijgen.
Voor het jaar 2022 waren de gerapporteerde nationale dekkingen: Pentavalent-3: 94 procent, Polio-3: 90 procent en MMR-1: 82 procent. Hoewel dit op nationaal niveau goede cijfers lijken, bestaan er sub-nationaal nog steeds grote verschillen tussen districten en gemeenschappen. Coronie, Saramacca en Sipaliwini hebben een lage vaccinatiegraad gemeld voor Pentavalent-3 en Polio-3, variërend van 38 procent voor Saramacca, 49 procent voor Coronie en 73 procent voor Sipaliwini. Dit meldt Unicef in een persbericht.
“We moeten de gezondheid van elk kind in Suriname beschermen. Wanneer we kinderen niet vaccineren, brengen we niet alleen hun leven en gezondheid in gevaar, maar ook de groei en ontwikkeling van de samenleving,” zegt Nicolas Pron, Unicef Area Representative voor Guyana en Suriname.
Ter gelegenheid van de Immunisatieweek 2023 roept Unicef de regering en alle gezondheidspartners op om de achterstand in routinevaccinaties van kinderen in Suriname versneld in te halen, zodat elk kind beschermd is tegen ziekten die door vaccinaties voorkomen kunnen worden. De regering moet haar toezegging voor financiering ten behoeve van het verhogen van de vaccinatiegraad waarmaken en nauw samenwerken met de stakeholders om beschikbare middelen vrij te maken.
Het thema voor de Vaccinatie Week in de America’s van dit jaar: “Get up-to-date, each vaccine counts”, is een oproep aan alle partners en gemeenschappen om de draad weer op te pakken en ervoor te zorgen dat alle kinderen worden beschermd tegen ziekten die door vaccinatie voorkomen kunnen worden, zodat niemand achterblijft.
Mogelijke oorzaak
Hoewel de exacte redenen voor de terugval in de vaccinatiegraad van Suriname nog niet volledig bekend zijn, kan de daling aan meerdere factoren worden toegekend, waaronder; de verstoring van het vaccinatieprogramma door de COVID-19-pandemie, de aanbevelingen om thuis te blijven en de angst om het virus op te lopen bij poliklinieken hebben ertoe geleid dat gezinnen vaccinaties uitstelden.
In sommige gemeenschappen speelde ook terughoudendheid tegenover vaccinaties een grote rol. Dit was vooral het gevolg van verkeerde informatie. Bovendien waren de overheidsuitgaven voor gezondheidszorg de afgelopen jaren niet overal gelijk, waardoor investeringen zijn gedaald en er soms vaccin tekorten ontstonden.
Gevolg
Een lage vaccinatiegraad maakt een populatie kwetsbaar voor een aantal ziekten die door vaccinatie voorkomen kunnen worden. De drastische daling van de vaccinatiegraad treft niet alleen kinderen, maar ook gemeenschappen. Ziekten als difterie, mazelen en polio, die vroeger in veel landen in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied onder controle of uitgeroeid waren, steken opnieuw de kop op, waardoor het welzijn van de hele regio in gevaar komt.
In Suriname stellen klimaatrisico’s, zoals overstromingen in het binnenland, meer gemeenschappen bloot aan besmettelijke ziekten. Als kinderen niet tegen ziekten worden beschermd, heeft dat ernstige gevolgen: sommige kinderen sterven en veel meer kinderen leven met levenslange beperkingen.
Inspanningen
Deze terugval vereist dat alle stakeholders zich gezamenlijk intensiever inspannen in het versterken van het nationaal vaccinatieprogramma en vaccinatie diensten. Om geen enkel kind over te slaan, is het van essentieel belang de eerstelijnsgezondheidszorg te versterken, met inbegrip van eerstelijnszorgverleners zoals de regionale gezondheidsdiensten en de Medische Zending; en hen de middelen en ondersteuning te geven die ze nodig hebben.
Momenteel werken de Surinaamse overheid en haar partners in de gezondheidssector samen met Unicef en Pan-Amerikaanse gezondheidsorganisatie (Paho) om de reguliere vaccinatiediensten binnen de eerstelijnsgezondheidszorg te versterken en te verbeteren. Dit gebeurt onder meer door het genereren van data, het identificeren en prioriteren van gemarginaliseerde en kwetsbare gemeenschappen, de aanschaf van koude keten apparatuur voor het opslaan van vaccins, samenwerken met gemeenschappen om de terughoudendheid tegenover vaccinaties aan te pakken en door het mobiliseren van technische en financiële middelen.