Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » ’60 procent van mijn medestudenten heeft geen hoop meer’

’60 procent van mijn medestudenten heeft geen hoop meer’

Met een inkrimpende economie van -13 procent en default rating op de schuldenlast zag Suriname zich genoodzaakt in zee te gaan met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in 2021. Er waren wel andere opties, maar de afwegingen werden gedaan en het IMF leek de beste voor het soort hervormingen dat Suriname nodig had. Maar waar er gehakt wordt vallen spaanders en die IMF-spaanders vallen meedogenloos neer op het volk.

Tekst en beeld Euritha Tjan A Way

Shakoor Blijd is een goedlachse jongeman van 21 jaar. Hij woont in de buurt Van Dijk en zit nog op school. Maar veel van zijn klasgenoten van de Imeao hebben het gaandeweg opgegeven. “Als ik vergelijk hoe het nu is en hoe het toen was, zeg maar drie jaar terug, dan is mijn klas bijna leeg. We zijn begonnen met twintig leerlingen en er zijn nu maar zes over. Veertien hebben geen hoop meer dat is bijna zestig procent.”

Volgens Shakoor hebben de kinderen die wegblijven geen geld om de bus te betalen om naar school te gaan, een trend die hij ook ziet in andere klassen. “Een busrit kost SRD 12,50 en sommige leerlingen moeten vier bussen pakken. Dat kost bijna SRD 2000 in een maand per kind. Dat kunnen hun ouders niet opbrengen”, zegt hij. 

“Alle regeringen nemen het volk in de maling, maar deze regering laat zien niet geïnteresseerd te zijn in onze toekomst”

Shakoor Blijd

Het gemiddelde salaris komt veelal niet boven SRD 7.000. Toen de regering begon met het Stabilisatie- en Herstelprogramma heeft zij goedkoper schoolvervoer voor scholieren beloofd. Shakoor heeft zich geregistreerd. “Maar ik heb niets gehoord”, zegt hij.

Werken om te leven

Drie jaar terug werkte hij al. “Maar nu werk ik niet om te leven. Ik werk om te eten. Ik kan ondanks dat ik nu bijna elke dag werk, bijna niets voor mezelf doen. Mijn geld gaat naar het huishouden en ik ga mijn eigen schoolspullen kopen”, zegt de jongeman die komt uit een gezin van vijf kinderen.  

Zijn zus Dinota is 20 jaar en zit op het Natin. Ze wil landmeter worden. “Vroeger kregen we pakketten van de regering, maar wat we nu krijgen soms is heel armzalig”. Ze vlecht haren en doet kleine werkjes om toch haar busgeld bijeen te krijgen.

Shakoor kan niet begrijpen dat de keuzes van deze regering hem, zijn familie en vrienden dieper de afgrond indrukken. “Bij Bouterse kregen we pakketten. Dat is niet goed, maar nu voelen we de pijn die wij niet hebben veroorzaakt. Alle regeringen nemen het volk in de maling, maar deze regering laat zien niet geïnteresseerd te zijn in onze toekomst.” Hij droomt van een toekomst buiten Suriname.

“Hier kan ik niets bereiken. Ik zie mensen weggaan en zij gaan voorruit.” Dinota klaagt van onderwijzers die wegtrekken naar andere landen en ook andere sectoren waardoor sommige vakken niet gedoceerd worden. “Natin van vóór Covid en na Covid is echt een groot verschil”, illustreert zij met een wijds gebaar tussen twee handen.

Plantage-economie

Tijdens een presentatie in Grun Dyari die als centrale thema had ‘IMF, stabilisatie of niet’ begint econoom Karel Eckhorst die een bijzondere trackrecord heeft en ook hoofdonderhandelaar van Suriname bij het IMF is met de constatering dat Suriname nog steeds functioneert als een plantage economie: veel is afhankelijk van grondstoffen, vrijwel geen economische diversificatie en gelden van multinationals worden niet in Suriname geïnvesteerd.

Uit eerder onderzoek is al gebleken dat het land te maken heeft met een laagopgeleide bevolking. Tel daarbij op de enorme braindrain die nu plaatsvindt. Dan lijkt de geconstateerde macro-economische vooruitgang die geboekt wordt met het huidig IMF-programma, zeer fragiel.

“Ik heb aan het begin toen mij werd gevraagd om te onderhandelen met de regering met het IMF gevraagd of we niet konden wachten en een jaar werken aan het versterken van de instituten, maar de regering had haast”, zegt Eckhorst die deze redenering ook begrijpt.

Stanley Raghoebarsing de tweede minister van Financiën en Planning sinds het Kabinet Santokhi/Brunswijk aantrad drie jaar geleden bevestigt tijdens het tussentijdse debat van de VES dat Suriname mogelijk inderdaad eerst de capaciteit had moeten versterken van het uitvoeringsapparaat om daarna pas programma’s uit te zetten.

“Kijk naar die poppenkast regering met een koning. Ik probeer te vergeten dat ik van Suriname kom”

Shelly

“Maar het enorme gebrek aan kader heeft onze aandacht en is een belangrijk punt. Daar moeten we naar kijken”, ging dit probleem op de stapel waarnaar gekeken moest worden volgens Raghoebarsing.

Toch is het dat gebrek aan uitvoeringscapaciteit dat het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting parten speelt. Uitvoering van het sociaal programma is vrijwel in de soep gevallen. Veel mensen die behoefte hebben aan en recht hebben op financiële ondersteuning krijgen die niet. Maar bronnen weten te bevestigen dat het geld daarvoor er al lang ligt.

Internationale lobby

Stichting Projekta heeft de afgelopen tijd met een aantal webinars getracht het maatschappelijk veld te betrekken bij de internationale lobby die de werkwijze van het IMF ter discussie stelt.

Het afbouwen van subsidies en het op orde brengen van de overheidsfinanciën leiden vaak tot toename van de armoede in landen waar IMF-programma’s worden uitgevoerd. Daarnaast is het instituut niet altijd eerlijk naar alle landen toe; zo wegen Amerikaanse belangen altijd zwaar.

Argentijnse experts die ervaring hebben met de werkwijze van het IMF vertelden bij de webinars dat hun overheid juist wel veel expertise erbij had gehaald in de discussie over de samenwerking met het IMF.

Op dit moment leent Argentinië al dertig procent van het kapitaal dat het IMF ter beschikking heeft. Het land dreigt om nu lid te worden van de tegenhanger van de Westerse allianties, namelijk de Brics landen. Daar zitten China, Rusland en Brazilië ook bij. China en Rusland zijn de tegenhangers van Amerika. China heeft Suriname enorm veel geleend tegen schappelijke rente.

Bij monde van Raghoebarsing is het niet meer mogelijk een technische overeenkomst te krijgen met China over de schuldencrisis; “het zal politiek opgelost moeten worden.” Eerder bevestigde de Chinese ambassadeur in Suriname Han Jing, tegenover de Ware Tijd al dat China geen haast heeft met de schuldaflossing. De grootmacht wil mogelijk een overeenkomst zoals Oppenheimer die kreeg, met olie-opbrengsten gecompenseerd worden, indien die er komen.

Niets meer met Suriname

Shelly die wegens privacyreden niet met familienaam in de krant wil, wist twee jaar terug al dat ze niet wilde wachten op hoe het zou gaan met IMF en olie-opbrengsten. “Het kon me echt gestolen worden. Ik werkte al zeven jaar als operatie-assistente en ik kwam zo slecht uit met mijn geld. Ik zou in 2015 eindelijk met de bouw van mijn huis kunnen starten toen het drama met Hoefdraad en de koersen en de leningen begonnen”, zegt ze stellig.

“Ik heb toen besloten dat ik bij de eerstvolgende mogelijkheid weg zou gaan en het is me gelukt. Ik ben nu twee jaar in Nederland, ik kan doorstuderen terwijl ik werk in het ziekenhuis en intussen heb ik mijn eigen (huur) huis. Mijn twee kinderen zijn er ook al en mijn man is in februari gekomen. Ik ben klaar met Suriname”, zegt ze lachend.

Ze wordt daarna weer stil. “Het is een goed leven hier en ik kom niets tekort, maar Suriname -het land zelf hoor- verdient beter. Kijk naar die poppenkast regering met een koning. Ik probeer te vergeten dat ik van Suriname kom”. Shakoor en Dinota willen precies hetzelfde.