Een 39-jarige Guyanese man die verdacht wordt van moord op twee van de twintig vissers die in de vroege ochtend van 28 april op volle zee werden aangevallen door piraten en gewond overboord werden gegooid, is door het Openbaar Ministerie van Guyana in staat van beschuldiging gesteld.

Algemeen wordt aangenomen dat de slachting is geleid door de 39-jarige man, omdat hij de moord op zijn broer wilde wreken. De broer werd eind maart in Paramaribo vanuit een rijdende auto doodgeschoten door onbekenden. Waarschijnlijk is ook die moord een wraakactie, gepleegd in verband met de dood van een visser die in februari omkwam bij een zeeroof voor de Surinaamse kust.

Eerdere overvallen
Naast de aanklachten voor moord is de verdachte ook ten laste gelegd dat hij betrokken is bij twee eerdere overvallen op zee. De advocaat van Manohar noemt de beschuldigingen tegen zijn cliënt onjuist en vecht de zaak aan, mede omdat de gebeurtenissen in Surinaamse wateren hebben plaatsgevonden. Maar de aanklager wees erop dat de Guyanese wetgeving vervolging toestaat, zelfs als de misdaad in een ander land heeft plaatsgevonden.

De kleinschalige visserij in Suriname wordt voor het belangrijkste deel uitgevoerd door vissers uit het westelijke buurland. De politiekorpsen van Suriname en Guyana werken nauw samen en zijn nog intensief bezig met het onderzoek.