Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Volksgezondheidsminister: “Mijn integriteit en reputatie zijn besproken”

Volksgezondheidsminister: “Mijn integriteit en reputatie zijn besproken”

De minister van Volksgezondheid, Amar Ramadhin, zegt nooit denigrerende uitspraken te hebben gedaan bij het Mungra Medisch Centrum (MMC) dat het personeel genoegen zou moeten nemen met SRD 1100 aan koopkrachtversterking. “Wie daarmee niet blij is, zal ontslag moeten indienen.” Tegenover journalisten liet Ramadhin gisteren weten, dat hij een gesprek had met vertegenwoordigers van de ziekenhuisbonden en gevraagd heeft hoe men daaraan komt.

Met deze beschuldigingen aan zijn adres heeft men de integriteit en de reputatie van hem wel besproken. Er is zelfs een brief gekomen van de afdelingshoofden van het MMC, van de voorzitter van de algemene bond van verpleegkundigen en directie en het stichtingsbestuur van MMC waarin duidelijk is aangegeven, dat Ramadhin als minister deze “denigrerende” uitspraken niet heeft gedaan. Hij laat deze kwestie in het midden en hoopt dat de bondsvertegenwoordigers dit op hun eigen manier wel rechttrekken. “Het is een principiële kwestie voor mij die gecorrigeerd moet worden”, zegt Ramadhin.

De volksgezondheidsminister is er niet blij mee dat termen als oorlog worden geroepen vooral niet wanneer de gebeurtenissen van 17 februari nog vers in het geheugen liggen. Volgens hem zou men juist zulke termen moeten vermijden.

Imro Edam, bondsvoorzitter van een aantal ziekenhuisinstellingen, die ter plekke was toen de minister de media te woord stond zegt dat de minister zaken niet om een andere bocht moet gooien waar men gefaald heeft om de gezondheidzorg te verbeteren. Zelf vindt hij dat men de term als ‘oorlog’ te letterlijk opvat, terwijl die wel een vakbondsterm is. Hij zal de term ‘oorlog’ blijven gebruiken en hoe de regering die wil gaan opvatten is voor hun rekening.

Edam laat weten dat er geen correctie hoeft te komen vanuit de bondsvoorzitters. Tijdens het congres zaterdag hebben de vertegenwoordigers van de ziekenhuisbond van Nickerie de informatie met betrekking tot de denigrerende uitspraken van de minister aangekaart. Daar is te kennen gegeven dat aan de bewindsman zou worden gevraagd als de informatie op waarheid berust. Intussen heeft de minister zelf aangegeven, dat hij die uitspraken niet heeft gedaan.

Edam merkt op dat de bewindsman van oordeel is dat er ook aan wederhoor gedaan zou moeten worden. Hij vraagt zich daarbij af aan wie wederhoor gevraagd moet worden als de minister zelf nooit reageert op brieven van de bonden. “Ik app de meneer en de meneer reageert nooit”, zegt Edam.

Hij merkt dat de minister wel van zich heeft laten horen na een brief van de ziekenhuisbonden. Het woord ‘oorlog’ heeft hem getriggerd en gewerkt. De bonden zijn nu wel uitgenodigd om te praten. De rode draad van het geheel is dat de vakbondsmannen opkomen voor alle medewerkers in de zorg en dat ze allemaal een koopkrachtversterking willen.