PARAMARIBO, 11 jan – De hulde aan arbeidersleider Louis Doedel komt laat. Dit zegt vicepresident en Doedels achterneef, Robert Ameerali. Doedel overleed in 1980 en heeft nu pas een bronzen kopstuk staan. Hoewel vaker kritiek geleverd wordt door de vakbeweging op wat werkgevers en overheid verkeerd doen, is dit een misser uit eigen kamp. “In alle voorbije regeringen was de vakbeweging erbij”, aldus Ameerali.

Toch duurde het ruim dertig jaar. “Misschien wachtte Doedel wel op mij”, zei Ameerali tijdens de onthulling. De bronzen kop prijkt op het plein van het Scholingsinstituut voor de Vakbeweging in Suriname, Sivis. De aanzet komt van onder meer Emile Wijntuin. De oud-parlementsvoorzitter noemt Doedel ‘Suriname’s eerste echte revolutionair’. Hij kwam op voor arbeiders en werklozen in de jaren dertig van de vorige eeuw.

Eerst op Curaçao en later in eigen land organiseerde Doedel protestdemonstraties tegen honger en werkloosheid. Na uit Curaçao gezet te zijn, gaf hij terug in Suriname aan de situatie niet te willen pikken. Er werden manifesten uitgegeven waarin om oplossingen werden gevraagd. Onder andere moesten grote publieke werken worden uitgevoerd om banen te scheppen. Louis Gerardus Doedel werd ruim veertig jaar opgesloten in het gekkenhuis, waar hij ook stierf.