President Maduro van Venezuela. Bij een betoging in zijn land zijn twee personen om het leven gekomen

Door Jan Gajentaan

Bij een betogingen tegen president Nicolas Maduro van Venezuela zijn woensdag twee doden gevallen. Circa 50.000 aanhangers van de oppositie gingen de straat op in Caracas. De oppositie stelt dat twee betogende studenten om het leven zijn gekomen, terwijl de regering zegt dat één van de doden juist een aanhanger van de president was.

De onrust is vorige week begonnen met studentenprotesten naar aanleiding van de torenhoge criminaliteit in Venezuela, dat met 24.000 moorden in 2013 één van de meest onveilige landen ter wereld is. Bendes maken er de dienst uit en studenten die op een campus leven, krijgen daar steeds meer last van. Vorige week waren er vreedzame studentenprotesten in de staten Tachira en Merida, na de verkrachting van een studente aan de Universiteit van Los Andes in Tachira.

Verschillende studenten werden aangehouden tijdens deze vreedzame protesten en bleken na hun vrijlating zwaar afgetuigd te zijn door de politie. Vervolgens ontstonden er nieuwe protesten en escaleerde de zaak verder door het hele land. Zoals gebruikelijk in het hopeloos gepolariseerde Venezuela, buitelen regering en oppositie over elkaar heen om elkaar de schuld te geven van de dramatische gebeurtenissen.