Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Tulsa duikt in Amerikaans Apartheidsverleden, gaat op zoek naar graven van slachtoffers massamoord

Tulsa duikt in Amerikaans Apartheidsverleden, gaat op zoek naar graven van slachtoffers massamoord

De Amerikaanse stad Tulsa gaat opnieuw onderzoek doen naar één van de grote mensenrechtenschendingen die tijdens de Amerikaanse Apartheid plaatsvonden: de massamoord op honderden zwarten door witte criminelen.

Meer dan 300 zwarten werden vermoord, eind mei 1921. Minstens 10.000 mensen raakten ontheemd, van 40 huizenblokken bleven slechts smeulende puinhopen over.

Massagraf

Overlevenden laadden hun zwarte buren, familie, vrienden in treinwagons, dumpten ze in de Arkansasrivier, gooiden hen in anonieme massagraven.

Tulsa zit nog altijd met deze vlek in haar verleden. Het overgrote deel van de bevolking bestaat nog steeds uit zwarten, en nog steeds is er een onderhuidse spanning tussen zwart en wit.

Veel vragen over de massamoord zijn nooit beantwoord, jarenlang mocht er niet over gepraat worden, en het is zelfs niet eens bekend waar de massagraven liggen.

Tulsa had in 1921, net als in de rest van Amerika, een systeem van Apartheid. Moord op zwarten was aan de orde van de dag, duizenden zwarten vonden op deze manier hun einde.

Foto: Twitter | bemuir 

Apartheid geregeld bij wet

De stad had in 1916 een segregatiewet aangenomen die iedereen die niet wit was het recht ontnam om te wonen in gebieden waar voor minstens 75% witten woonden. Zwarten die naar Tulsa kwamen, vestigden zich in de noordoostelijke hoek van de stad in een wijk met de naam Greenwood.

“In 1921 was Greenwood uitgegroeid tot een sterke, welvarende, zichzelf onderhoudende gemeenschap met 10.000 inwoners. Afro-Amerikanen bezaten ondernemingen en mooie huizen en de economische boom binnen de gemeenschap gaf Greenwood Avenue de bijnaam ‘Black Wall Street,” schrijft het Yale National Initiative

Maar er speelde nog iets. De Eerste Wereldoorlog was pas afgelopen, zwarte soldaten hadden het vaderland vertegenwoordigd in de strijd. Wit Amerika vreesde dat de veteranen hoge eisen zouden stellen vanwege hun rol in de oorlog, en deden van alles om zwarten monddood te maken

‘Verkrachting’ in het openbaar

Nog maar kort voor de massamoord van eind mei hadden witte inwoners een zwarte vermoord toen Dick Rowland, een zwarte schoenpoetser, het Drexel Building binnenliep op zoek naar het enige toilet in het stadscentrum dat toegankelijk was voor zwarten. Toen hij in de lift stapte begon Sarah Page, een witte liftbediende, te gillen.

Rowland werd gearresteerd omdat hij de vrouw zou hebben verkracht, “op klaarlichte dag, in een openbare lift”, staat in het rapport van een onderzoek naar de “Rassenrellen van Tulsa”. De plaatselijke krant Tulsa Tribune riep in een redactioneel artikel op “To Lynch Negro Tonight”.

Kort nadat de krant was uitgekomen, verzamelde een witte meute zich voor het gerechtsgebouw waar Rowland gevangen zat. Daar werden zij opgewacht door zwarte veteranen uit de Eerste Wereldoorlog, die Rowland wilden beschermen.

Brandbommen

De strubbelingen ontaardden toen honderden witten in een moorddadige massa trokken door Greenwood (Little Africa bij de witte gemeenschap), de zwarte wijk van Tulsa.

De zwarten in dit stadsdeel waren overwegend zeer welgesteld en hadden eigen artsen, scholen, kranten en kerken. De wijk stond dan ook bekend als “The Negro Wall Street” of “Black Wall Street”.

De rijkdom van de zwarten was het witte volksdeel altijd al een doorn in het oog. Op 31 mei en 1 juni 1921, 48 uren lang, reageerden zij hun frustraties af door elke zwarte die op hun pad kwam, te doden.

Witte mannen gingen met vliegtuigjes over de stad en bekogelden Greenwood met brandbommen. Plunderaars trokken van woning tot woning en haalden er alles uit wat van hun gading was. Wat niet bruikbaar was, werd in puin geslagen en verbrand.

Een grand jury bepaalde later dat jaar dat de rassenrellen de schuld van de zwarte gemeenschap waren. Niemand werd vervolgd.

Foto: Wikipedia 

Genocide

Greenwood in Tulsa was niet het enige geval van zwarte genocide in Amerika. In januari 1923 werden volgens officiële overheidscijfers zes zwarten en twee witten gedood, maar ooggetuigen noemen minstens 150 zwarten die in de stad Rosewood (Florida) werden vermoord. De stad werd volledig vernietigd en bestaat niet meer.

In 1919 huurden zwarte pachters een witte advocaat in om een eerlijker aandeel in de winsten van hun arbeid af te dwingen. Ieder jaar weer werden zij afgeperst door witte landeigenaren.

Op 30 september waren de pachters bijeen in een kerkje in Elaine (Arkansas) om hun zaak te bespreken. Zij werden beslopen door een groep witte mannen, onder wie politieagenten, die in het wilde weg begonnen te schieten op de mannen in de kerk.

Business as usual

De pachters beantwoordden het vuur, één aanvaller werd gedood. Dat werd vertaald als een opstand tegen de witte inwoners van Philips County, waar Elaine onder viel.

De gouverneur van de staat haalde 500 soldaten naar de stad, die de zwarten omsingelden. De troepen doodden volgens officiële cijfers minstens 200 zwarten, hoewel dat er volgens ooggetuigen veel meer waren.

Het aantal gevallen van massamoorden op zwarte Amerikanen loopt in de tientallen, het aantal ‘gewone’ moorden op individuen die maar één ding fout hadden gedaan: zwart zijn, is gigantisch.

Toch verwelkomen de zwarte nazaten van de toenmalige bewoners van Black Wall Street het voornemen van burgemeester George Bynum om op zoek te gaan naar de massagraven van Tulsa. Voor de burgemeester is het business as usual: de stad heeft gewoon de verantwoordelijkheid om erachter te komen wat er is gebeurd, “of dat nou een moord uit 2018 of een moord uit 1921 gaat”.