Duitse gynaecologen vertrouwden tot eind jaren 60 op kikkers om te zien of een vrouw al dan niet zwanger was. Dat blijkt uit een tentoonstelling in een Weens museum voor voorbehoedsmiddelen.

Mannelijke kikkers kregen urine van mogelijk zwangere vrouwen ingespoten. Als deze zwangerschapshormonen bevatte, produceerde de kikker 3 uur later zaadcellen.

Een vroegere laborante stelt in een video op de tentoonstelling dat ze tot 1969 dagelijks 15 tot 20 van zulke tests uitvoerde. Toen men proefdiervrije manieren uitvond om een zwangerschap vast te stellen, waren de kikkers niet meer nodig.

De tentoonstelling laat veel onorthodoxe maatregelen zien om ongewenste zwangerschappen te voorkomen. Het museum, dat 5 jaar geleden werd geopend, moet mensen bewuster maken van het bestaan van voorbehoedsmiddelen.

(ad.nl)