Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » TOESPRAAK VAN DNA-VOORZITTER MEVROUW DRS. JENNIFER GEERLINGS-SIMONS BIJ DE VIERING 40 JAAR ONAFHANKELIJKHEID VAN DE REPUBLIEK SURINAME

TOESPRAAK VAN DNA-VOORZITTER MEVROUW DRS. JENNIFER GEERLINGS-SIMONS BIJ DE VIERING 40 JAAR ONAFHANKELIJKHEID VAN DE REPUBLIEK SURINAME

Wanneer een verjaardag en zeker een bigi jari wordt gevierd, zijn we dankbaar dat we de dag mogen meemaken, we bezinnen ons op ons leven, onze fouten en ook op onze successen.
We hopen op een goede toekomst en dat vinden we terug in de goede wensen die we krijgen
van allen die met ons de verjaardag vieren. Het is voor mij niet anders bij de verjaardag van
ons land.

Veertig jaar is een mensenleven maar in de geschiedenis van een land een korte tijd. Op
deze veertigste Onafhankelijkheidsdag feliciteer ik allereerst heel Suriname met het feit dat
we onafhankelijk zijn. Elke persoon, elk volk, wil in staat zijn voor zichzelf te beslissen, de
eigen weg uit te stippelen, zelfstandig de organisatie van het land bepalen, de moeilijkheden
van het leven het hoofd bieden en bepalen met wie wordt samengeleefd en samen gewerkt.
Suriname is aan die weg naar zelfstandigheid precies 40 jaar geleden begonnen en er is veel
gebeurd, er is gestreefd, gewerkt, er zijn fouten gemaakt, successen geweest. Er is verloren,
gewonnen en overwonnen.

De voorbereiding naar de onafhankelijkheid in 1975 gebeurde in een sfeer van gewelddadige
verdeeldheid, etnische en politieke spanningen leidden tot handgemeen en Paramaribo stond
letterlijk in brand. Voor de jongeren van toen, waar ook ik toe behoorde, bracht dit grote
onzekerheid en ook veel angst voor de toekomst. Maar onze eerste overwinning, onze eerste
daad in een echt gemeenschappelijke geschiedenis als volk van Suriname was, dat die
eerste Onafhankelijkheidsdag uiteindelijk in vrede kon worden gevierd. De handen werden in
elkaar geslagen en de verschillen van mening en van politieke visie, van etnische andere
belangen werden even opzij gezet om toch in eenheid aan het leven van onze jonge natie te
beginnen. In plaats van burgeroorlog was er een onvergetelijk feest in Suriname. Wij
memoreren Eddy Bruma als de persoon die onvermoeibaar heeft gestreden voor de
onafhankelijkheid en Henck Arron als de politieke leider die de onafhankelijkheid bracht, maar
we moeten ook de parlementariër George Hindori gedenken, die het niet alleen mogelijk
maakte dat die dag werkelijk kwam op 25 november 1975, maar vooral dat de
vijandelijkheden ophielden en de politieke opponenten elkaar de hand reikten en begonnen
aan het werk om ons land als zelfstandige natie, vorm te geven. Hij heeft daarvoor, zoals dat
gaat, een grote sociale en politieke prijs betaald.

Onze weg is daarna lang niet altijd over rozen gegaan.
Ernstige politieke en etnische verdeeldheid, regelmatige stakingen, een wankele economie
die dreef op een kurk van inkomsten uit de mijnbouwsector toen nog de aluminiumindustrie
en op ontwikkelingshulp waarvan de bestemming voornamelijk door het voormalig
moederland werd bepaald, armoede, gebrek aan sociale voorzieningen, corruptie, oneerlijke
verkiezingen met oplopende etnische tegenstellingen, militaire acties die uiteindelijk leidden
tot een machtsovername, schendingen van mensenrechten, toestanden met huurlingen,
binnenlandse oorlog zijn enkele zaken die we het hoofd hebben moeten bieden.

Daartegenover hebben we sinds 1975 verschillende problemen overwonnen en diverse
successen gehad.

De oproep van de leiders Lachmon en Pengel voor broederschap van de etnische groepen
en de politieke visie van diverse kleine progressieve partijen brachten het besef dat er
samengewerkt moest worden door alle groepen ongeacht de afkomst. De actieve niet
aflatende strijd voor het vormen van een hechte eenheid van Surinamers, ongeacht etnische
afkomst was een van de kenmerken van de jaren 80 en is daarna in 1987 in onze nieuwe
Grondwet vastgelegd. De door actieve inspanning steeds groeiende nationale eenheid en
duidelijke afname van etnische tegenstellingen vormen samen naar mijn mening onze
grootste overwinning zijn en het kostbaarste dat we hebben. Bij veertig jaar onafhankelijkheid
roep ik op dit verder te koesteren en uit te bouwen. We zijn onze broeders hoeder. Als het
met een groep niet goed gaat zal het uiteindelijk met niemand goed gaan. We moeten verder
op deze weg en ons niet laten afleiden door wat er in de wereld gebeurt wat dit betreft.

De verbinding van Albina met Nickerie door bruggen die onze avonturen met veerboten
hebben gemaakt tot verhalen die we onze kinderen vertellen, De ontwikkeling van onze olie
industrie geheel op basis van eigen natuurlijke hulpbronnen en met eigen mensen is een niet
te onderschatten prestatie van Suriname waar we steeds weer inspiratie uit moeten putten
omdat het ons bewijst dat we het zelf kunnen. De verdere diversificatie van de
mijnbouwsector door de wederopkomst van goudwinning heeft bijgedragen aan de nationale
inkomsten.
Er is veel vooruitgegaan in de infrastructuur, als we Suriname van vandaag vergelijken met
1975. Van het bijna geheel ontbreken van voorzieningen voor ziektekosten rond 1975 zijn we
in diverse stappen gekomen op het punt dat dit voor het grootste deel van de samenleving
geregeld is en het overheidspensioen is door diverse aanpassingen verhoogd tot wat het
vandaag is. Veel meer van onze kinderen bereiken het middelbaar en hoger onderwijs, uit
alle delen van het land en er zijn steeds meer mogelijkheden voor verder studie in Suriname.
Er is meer dat we hier kunnen noemen maar we moeten op deze verjaardag van de
Republiek zeker stilstaan bij vandaag.

Dan maken we voor de zoveelste keer mee wat het voor ons betekent wanneer de
mijnbouwproducten waarvan onze economie zo afhankelijk is gebleven sterk in prijs dalen en
ons meenemen in een terugval in onze welvaart die pijnlijk is voor iedereen maar het meest
nog voor hen die al niet veel hebben.

Suriname is een land dat ons alles biedt wat we nodig hebben om te overleven en te leven,
maar het is ons in tientallen jaren en vele regeringen verder nog niet gelukt om onze
economie weerbaar te maken door het vele te benutten dat de schepper ons heeft
geschonken door ons in dit land bij elkaar te brengen.

De diversificatie waar regering op regering op is gewezen en die vaker in vele
regeerprogramma’s is genoemd, is niet tot stand gekomen veertig jaar na 1975. De
afhankelijkheid van buitenlandse valuta voor het dagelijks leven van Surinamers is zelfs
groter geworden dan toen. Blijkbaar is het realiseren van deze omslag niet zo gemakkelijk
anders hadden regeringen die de achter ons liggende decennia aan de macht waren, tot en
met de vorige regering het zeker gerealiseerd. Blijkbaar vereist deze grote omslag meer dan
gewone door verkiezingen verkregen politieke macht.

De verschillende aspecten van onze economie en onze bestuurlijke organisatie die van
levensbelang zijn voor weerbaarheid van onze samenleving, cruciale randvoorwaarden voor
duurzaam welzijn blijken nu al veertig jaar voor alle regeringen te moeilijk te zijn geweest om
ze te realiseren.
Het is ons niet gelukt, ondanks duidelijke pogingen in de jaren 80 om de nationale productie
te laten groeien tot het punt waarop het ons voldoende deviezen bespaart of opbrengt om in
evenwicht te blijven ondanks ongunstige ontwikkelingen op de internationale markt.
Het is geen enkele regering gelukt, in zoveel decennia om de corruptie te bedwingen.
Onze agrarische sector staat vele regeringen lang op de agenda van de beleidsmakers en
politici in de oppositie. De gewenste ontwikkeling is uitgebleven.

Ik trek daaruit de conclusie dat voor het realiseren van die stabiele basis voor onze economie
er veel meer nodig is dan het winnen van verkiezingen of het spreken vanuit oppositie
banken. Het is de belangrijkste opdracht die we hebben nu bij 40 jaar onafhankelijkheid om
deze fundamentele zaken samen te realiseren, zodat ons volk in de toekomst een meer
stabiel en duurzaam welzijn kan ervaren. Wanneer we in deze moeilijke dagen aan de
regering vragen om alles te doen wat in hun vermogen ligt om de sociaal zwakkeren te
ondersteunen en te beschermen tegen de zwaarste klappen van de huidige situatie, wanneer
we zelf besluiten de minder draagkrachtigen te helpen en te ondersteunen dan is dat toch
slechts een doekje voor het bloeden, een crisis maatregel. Ook wanneer we over een jaar
door gestegen goudproductie en andere inkomsten uit onze mijnbouwsector weer wat meer
inkomen hebben is dat geen fundamentele oplossing. We moeten met elkaar ervoor zorgen
dat we veel meer onze eigen economie met onze eigen hulpbronnen en eigen mensen
brengen op het niveau waardoor we minder getroffen worden door wat er in de internationale
economie gebeurt met de prijzen van de grondstoffen die we exporteren.
Dan zullen we duurzaam welzijn hebben bereikt.

 

The post TOESPRAAK VAN DNA-VOORZITTER MEVROUW DRS. JENNIFER GEERLINGS-SIMONS BIJ DE VIERING 40 JAAR ONAFHANKELIJKHEID VAN DE REPUBLIEK SURINAME appeared first on radioboskopu.