Suriname was gastland tijdens het 2-daagse Symposium van de CPA in Suriname op 27 en 28 september. Een geslaagd evenement voor de gehele Pluimveesector maar in het bijzonder de broederijen, die van kwalitatieve informatie zijn voorzien, meent de Associatie Pluimveesector Suriname (APSS). De opening is verricht door de minister van LVV, terwijl het ministerie van Handel Industrie en Toerisme een keynote-presentatie heeft verzorgd over de potentie van de sector.

Beide ministeries hebben het belang van de pluimveesector onderstreept en hun “commitment” gegeven aan het realiseren van de doelstelling dat de lokale industrie verder bevorderd moet worden. De organisatie lag in handen van een voorbereidingscommissie die bestond uit vertegenwoordigers van de APSS, L&B Surimix en van genoemde ministeries.

APSS-voorzitter Nemchand Kanhai zegt dat van den Bergh, CEO van de Doksenclub, met zijn reactie de plank volledig mis heeft geslagen als hij aangeeft dat het niet om een Pluimveesymposium ging. “Mogelijk heeft dit te maken met het feit, dat hij niet als stakeholder is aangemerkt vanwege zijn asociaal gedrag op diverse fora tegen de CPA. En laat dit ongepaste gedrag van de heer van den Berg nou net de reden geweest zijn dat hij uit functie als directeur is gezet door de APSS, die dit niet heeft getolereerd”, haalt Nemchand aan.

“Van den Bergh is een aantal jaren geleden naar Suriname gekomen, kennelijk met een minachtende indruk van Surinamers en dacht hier even de Surinamers te laten zien hoe het moet. Het begon met een verhaal waarbij het doksenvlees dat wij al jaren kennen in Suriname niet goed genoeg meer was en hij als Europeaan een superieur Frans ras kon kweken. Zijn doksenvlees werd massaal door de Surinamers afgewezen. Hij gooide het toen over een andere boeg en probeerde zijn doksenvlees op de regionale markt af te zetten. Hij kreeg ontzettend veel ondersteuning van de Surinaamse overheid, die op dat moment niet bekend was met de intenties en het karakter van de heer Van den Bergh”, vervolgt Nemchand.

Hij meent dat elke overheid de exportgedachte van elke ondernemer ondersteunen. Nemchand vervolgt: “van den Bergh kreeg ook veel bijval van de Surinaamse gemeenschap die zijn ware bedoelingen op dat moment niet kende. Immers, hij deed zich voor als het slachtoffer van kwaadwillige mogendheden die de export vanuit Suriname wilden tegenhouden. Toen zijn relatie met de overheid begon te bekoelen en hij hen zelfs op een bepaald moment te bureaucratisch en onprofessioneel noemde, begon hij naar andere opties te zoeken. Zo kon hij op een bepaald moment het APSS-bestuur ervan overtuigen dat hij als hun directeur een beleidsplan voor hen kon uitvoeren. Hij werd door de APSS afgevaardigd naar een CPA-conferentie. Al gauw werd duidelijk dat hij op de conferentie lobbywerk begon te verrichten voor zijn eigen bedrijven in plaats van het behartigen van het belang van de APSS. Hij schoffeerde daarbij de CPA-director. Hij werd hiermee geconfronteerd door de APSS en zonder pardon de laan uitgestuurd. De APSS stelt de notulen van haar vergaderingen hieromtrent beschikbaar aan belangstellenden”.

Nemchand: “de heer Van den Bergh had eerder al een ander listig plan bedacht, namelijk het doen van een vergelijkend voeronderzoek in Suriname, waarvoor hij de ADEK Universiteit wist te strikken. In eerste instantie ging het APSS-bestuur hiermee akkoord, maar zij trokken zich terug toen duidelijk werd waar dhr. van den Bergh mee bezig was. Ondertussen hadden ook de lokale voerfabrieken alle zakelijke relaties met hem verbroken vanwege allerlei nare ervaringen op financieel- en moreel-ethisch gebied. Echter nog voordat het onderzoek gestart was, verraadde hij zichzelf al door in de media te stellen dat het lokaal geproduceerde voer niet van goede kwaliteit was. Het onderzoek was dus eigenlijk niet eens nodig, want de heer van den Berg wist al wat de uitkomst zou zijn. En voilà! Het onderzoek toonde inderdaad aan dat zijn importvoer het beste was. Bijzonder curieus in deze is dat de ADEK-Universiteit zelf nimmer is uitgekomen met het ‘echte’ resultaat”.

Intussen had van den Bergh volgens Nemchand de beleidsmakers zover gekregen dat zij hem groen licht gaven om kant-en-klaar voer heffingsvrij te importeren. Nadat de ministeries om opheldering werd gevraagd door lokale voerbedrijven werd deze toestemming ingetrokken. “Hij is thans listig genoeg om zijn kant-en-klaar voer (dus geen half fabricaat) nog steeds heffingsvrij binnen te brengen, door gebruik te maken van een onjuiste douane code, maar ook dit zal een kwestie van tijd zijn. Zijn hiervoor opgezette verpakkingsruimte noemt hij thans een voerbedrijf”.

Nemchand: “in zijn pogingen zijn voer op de lokale markt af te zetten gaat hij zelfs zover om de Surinaamse productie van breukrijst en slijpmeel met de grond gelijk te maken door aan te geven dat zijn superieure voer deze producten niet bevat. Daarmee heeft hij de overheid die zich heeft ingespannen om zijn exportvergunning voor doksenvlees in orde te maken, een trap na gegeven”, besluit Nemchand.

De APSS heeft volgens hem door middel van deze reactie de gemeenschap willen voorzien van de juiste toedracht van zaken en wenst verder niet in discussie te treden met de heer van den Bergh.

Dit bericht is afkomstig van GFC Nieuws. Bekijk het oorspronkelijke bericht hier.