PARAMARIBO, 2 aug – Suriname lijkt erin geslaagd te zijn meer hulpgeld los te krijgen bij de Europese Unie. Volgens parlementariër Rabin Parmessar (NDP) gebeurde dit binnen het samenwerkingsverband met de groep van voormalige koloniën, ACP. DE EU was aanvankelijk bereid ‘slechts’ negen miljoen euro te geven voor de bananenindustrie.

Het geld is bestemd voor het handjevol ACP-landen waar exportbananen worden geteeld. Suriname hoort bij deze groep. Tijdens een recente vergadering in Brussel wisten de Surinaamse parlementariërs het aan te sturen op heronderhandelingen. Het werd uiteindelijk veertien miljoen. “Als parlement hebben we ons werk gedaan en als het niet loopt, zullen we van de regering vernemen waar wij weer een bijdrage kunnen leveren”, zegt Parmessar tegenover de Times of Suriname.

Aanvankelijk was negentien miljoen euro gevraagd via de ACP. De EU hakte daar stevig in. Volgens Parmessar mag het eindresultaat er wezen. Belangrijker is dat de bananenproducerende ACP-landen eindelijk op dezelfde lijn zitten. Dat is jarenlang een knelpunt geweest bij het onderhandelen. De nieuwe samenwerking wil Parmessar ook op het conto schrijven van de Surinaamse afvaardiging. Binnen de relatie tussen EU en ACP doen parlementariërs het voorwerk.