Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » ‘Suriname heeft ook recht op ‘luchtigere’ geschiedenis’

‘Suriname heeft ook recht op ‘luchtigere’ geschiedenis’

In wetenschappelijke onderzoeken naar de geschiedenis van Suriname staan de politiek, grote leiders, slavernij, contractarbeid en andere maatschappelijke onderwerpen vaak centraal. Alledaagse belevenissen, zoals het bioscoopgebeuren dat ook in zekere mate impact heeft gehad op de samenleving, zijn vaak onderbelicht. Daarom is besloten een verkennend onderzoek naar de bioscoopgeschiedenis van Suriname uit te voeren. “De Surinaamse geschiedenis zit vol zware kost over bijvoorbeeld slavernij en uitbuiting. Hoewel deze historische gebeurtenissen belangrijk zijn, heeft Suriname ook recht op wat ‘luchtigere’ geschiedenis”, stelt historicus Thunnis van Oort.

Tekst en beeld Audry Wajwakana

De Nederlander maakt samen met collega Jerome Egger, de assistent-onderzoekers Vishaya Doerga en Randy Berghout deel uit van het onderzoeksproject ‘Histories of Moviegoing in Suriname’. Het project dat vorig jaar oktober is begonnen, duurt negen maanden. Binnen deze periode proberen Van Oort en Egger ook meer collega-wetenschappers, studenten en het bredere publiek te interesseren voor het onderwerp, dat zich leent voor diverse invalshoeken.

Intussen zijn er twee bijeenkomsten – een fysieke en virtuele – georganiseerd, waarbij het viertal middels korte presentaties heeft uitgelegd waarom een onderzoek naar de geschiedenis van bioscopen in Suriname ook belangrijk is. Van Oort: “Het is bij uitstek sociaal-culturele geschiedenis van de twintigste eeuw en een manier om te kijken hoe de Surinaamse samenleving zich ontwikkelde via de bioscoop. Hoe ze zich met elkaar ophielden, maar ook om te kijken hoe zij zich verhielden met de buitenwereld, die werd getoond op het witte doek.”

Anekdote

De bioscoop was toen een manier om virtueel kennis te nemen van wat er in de rest van de wereld gebeurde. Het onderzoek gaat daarom uit van de sociaal-culturele benadering. De centrale onderzoeksvraag is dan ook wat de rol is van een bioscoop in de samenleving. Enkele richtlijnen daarvoor zijn bedrijfsgeschiedenis, filmprogrammering van de bioscopen die in Suriname waren, wetgeving en oude kranten.

Ook de onderzoeksmethodiek van herinneringen/oral history zal daarbij worden meegenomen. Hiermee is assistent-onderzoeker Doerga belast. Zij gaat achter de persoonlijke verhalen aan. Een leuke anekdote die ze hoorde van een reclameschilder is dat hij valse filmposters maakte. Vroeger waren er niet altijd originele posters beschikbaar om een film te promoten. Deze reclameschilder beschilderde oude originele filmposters opnieuw waar de hoofdacteur in speelde. Voor Doerga was dit een nieuwigheid, omdat ze altijd dacht dat de posters rechtstreeks uit India kwamen.

Tijdens haar onderzoek ontdekte ze dat Hindostaanse vrouwen niet naar Amerikaanse films mochten gaan kijken. Ze vermoedt dat dit meer te maken had met de intieme scènes die in de films voorkwamen. Wat ze zelf in haar onderzoek bijzonder vindt, is dat zowel Javanen als Hindostanen naar Indiase films keken.

Amitah Bachan was bij deze bevolkingsgroepen de favoriete acteur, ondanks dat ze geen hindi verstonden. Er werden ook booklets (samenvattingen van films) uitgegeven. Haar voorzichtige conclusie aan de hand van haar onderzoek is dat Indiase films wel degelijk invloed hebben gehad in de sociale vorming van de (culturele) identiteit van Hindostanen. Dat is te zien aan de taal, kleding, muziek en dans.

Emile de la Fuente

Vanaf de opkomst van de film in het begin van de twintigste eeuw vormde de bioscoop wereldwijd één van de meest belangrijke culturele instituties. Ook Suriname beleefde absolute hoogtijdagen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwam door bauxietexport veel geld naar Suriname, waarvan de succesvolle ondernemer en politicus Emile de la Fuente (1898-1977) daar flink gebruik van maakte en eigenaar werd van de vier meest bekende bioscopen: Bellevue, Star, Tower en Luxor.

Assistent-onderzoeker Bergen lichtte het verhaal van De la Fuente toe. Hij kwam uit een familie uit Sefardische Joden (vader Samuel de la Fuente ging van Spanje naar Nederland en vervolgens naar Suriname). Hij volgde zijn vader die al in het bioscoopgebeuren zat. Als politicus gebruikte Emile Bellevue vaak voor politieke vergaderingen van de Nationale Partij Suriname, waar hij lid en ook eens de voorzitter van was. Als ondernemer reisde hij vaak naar de Verenigde Staten en bracht een stuk Amerikaanse cultuur naar Suriname, zoals het laten halen van wereldbekende zangers, onder wie Johnny Nash, Sam Cook en Brooke Benton die allemaal hebben opgetreden in Theater Tower.

Volgens het onderzoek van Berghout was het ook De la Fuente die Coca-Cola in Suriname introduceerde. Hij bracht een Amerikaanse ondernemer in contact met Jules Fernandes, die besloot zijn oude bakkerij te verkopen en de eerste Coca-Cola-machine voor Suriname te kopen. Er werden toen speciale mini-flessen van deze frisdrank gebotteld, die toen alleen in Tower en het Palace Hotel (op de plek waar nu de Congreshal staat)  verkrijgbaar waren.

De la Fuente was volgens Berghout van grote betekenis voor Suriname, waar hij tot nu toe nog een beetje is onderbelicht. De Surinaamse Voetbalbond vernoemde wel één van zijn faciliteiten naar hem: het Emile de la Fuente Sportcentrum aan de Adhinstraat, naast het Franklin Essed Stadion. Het verhaal over hem is een voorbeeld van wat er bij een onderzoek naar de bioscoopgeschiedenis van Suriname verder kan worden onderzocht.

Bioscoopgeschiedenis ontsluiten

Het onderzoeksproject ‘Histories of Moviegoing in Suriname’ is een nieuwe samenwerking tussen de Radboud Universiteit Nijmegen, de Anton de Kom Universiteit van Suriname en het Nationaal Archief Suriname om een Surinaamse variant van Cinema Context in het leven te roepen. Met gebruikmaking van het datamodel van Cinema Context kan de Surinaamse bioscoopgeschiedenis worden ontsloten.

Doel van het onderzoek is om de maatschappelijke geschiedenis van de bioscoop in Suriname in kaart te brengen door het organiseren van workshops voor studenten Geschiedenis aan de Anton de Kom Universiteit en andere belangstellenden. Daarnaast moet het leiden tot het opzetten van een databank met gegevens over bioscopen en filmvoorstellingen in Suriname.

Op 17 februari hield het onderzoeksteam een lezing. Echter, vanwege de uit de hand gelopen protestacties in de binnenstad van Paramaribo, eerder op die dag, was deze bijeenkomst pover bezocht. Een maand later, op 18 maart werd deze presentatie opnieuw gehouden, maar dan virtueel.