Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Studenten willen weer toegang tot gebouw stichting Student Housing Camping Village

Studenten willen weer toegang tot gebouw stichting Student Housing Camping Village

De redactie van Dagblad Suriname  benaderd door een ontevreden student Vikash die graag zijn mening wil delen over het gebeuren rondom het gebouw op het terrein van de stichting Student Housing Camping Village, SSHCV.

“Wat een jammere situatie”

De student, die zich afvraagt in wiens belang de campus er staat, zegt meteen daarop volgende dat de campus er is gekomen om studenten van dienst te zijn. Hij merkt dit niet als zodanig op. De klachten die hij krijgt van medestudenten en alles dat hij zelf meemaakt, baren hem zorgen.

Hij vertelt zijn verhaal: “In het begin kwam er een bedrijf die ervoor zorgde dat studenten en docenten van de Natin, de universiteit en de overige studenten van de SSHCV zelf van voeding konden voorzien. Die is inmiddels vertrokken met alle gevolgen van dien. De plek werd niet alleen gebruikt voor het nuttigen van een hapje en een drankje, maar ook als ruimte na lessen gevolgd te hebben. Vele vergaderingen en andere belangrijke evenementen vonden plaats in het gebouw. De studenten van het Natin konden ’s morgens bijvoorbeeld zitten op de voorgevel van het gebouw die genoeg stoelen en tafels had en dat kan nu niet meer. Wat een jammere situatie.”

Geen keuken

Het feit dat de studenten van de campus ook niet beschikken over een echte keuken baart hem nog meer zorgen. “Hoe doen studenten het die niet weten te koken?”, vraagt hij zichzelf af.  Degene die weten te koken kunnen nog iets bedenken, maar er zijn er genoeg die vaak een portie haalde of gewoon een broodje om de honger te stillen. 

Oplossingen

Op de vraag of hij weet dat de spullen (tafels en stoelen) aan de stichting toebehoren, zegt hij dat hij ervan bewust is. De redactie vroeg hem ook of hij weet dat op het moment dat de stichting de spullen buiten laat voor gebruik, dat er vernielingen aangebracht kunnen worden. Daarop zegt hij, dat hij het dus belangrijk vindt dat er een toezichthouder komt, als dat meteen een plek kan worden zoals voorheen, zijn alle studenten en docenten in de buurt geholpen.

Hij spreekt de hoop uit, dat de regering bij deze, de minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur in samenwerking met het bestuur de situatie aan zal pakken en ervoor zal zorgen, dat de leegte wordt ingevuld, omdat de studenten het op prijs zouden stellen wanneer ze weer toegang kunnen krijgen tot de plek.

GW