Een nieuw verschenen publicatie op het gebied van de Surinaamse beeldende kunst:
Paul Faber, Stuart Robles de Medina. Pionier van de moderne Surinaamse kunst

De Surinaamse kunstenaar Stuart Robles de Medina (1930-2006) noemde zijn twee zoons naar grote schilders uit het verleden, Diego, naar Velazquez en Amedeo, naar Modigliani, een oude en een nieuwe meester. Hij voelde zich met beide verwant.

Stuart, de naam waarmee hij al zijn werk signeerde, was in de jaren ’50, ’60 en ’70 een toonaangevende kunstenaar in de Surinaamse kunstwereld. Hij was een van de drie grondleggers van de moderne Surinaamse kunst, samen met zijn kompanen Erwin de Vries en Rudi Getrouw. Dit drietal vertrok in 1949 naar Nederland om daar een kunstopleiding te volgen. Ze keerden weer terug naar Suriname om les te geven, en waren daarnaast actief als scheppend kunstenaar. Ze waren de hoofdrolspelers binnen de voorzichtig ontluikende Surinaamse kunstwereld van de jaren ’50.

Twee gebeurtenissen spelen daarin een belangrijke rol. In 1955 werd een grote Caraïbische kunstprijsvraag gehouden, georganiseerd door de Alcoa. Stuart behaalde van de Surinaamse inzending de eerste prijs. Zijn schilderijen trokken Amerikaanse aandacht, en omgekeerd zag hij werk van vele kunstenaars uit het Caraïbisch gebied, een welkome tegenhanger van de gewoonlijk sterk op Nederland betrokken kunstactiviteiten in Suriname.

Een tweede gebeurtenis was een tentoonstelling in Paramaribo van het werk van Corneille in 1957. De schilder zelf kwam over en lichtte zijn werk toe. De ervaring maakte diepe indruk en bracht Stuart tot radicale experimenten met abstracte schilderkunst, iets wat een vaste waarde werd binnen zijn veelzijdige oeuvre.

Tijdens een tweede studie in Nederland, van 1959-1961, ontdekte hij de beeldhouwkunst, een discipline waarin hij in de jaren 60 en ‘’70 grote opdrachten voor binnen haalde. Een eerste proeve van zijn kunnen waren de houten panelen boven de deuren van de Centrale Bank aan de Waterkant. Enkele jaren later leidde een belangrijke overheidsopdracht tot het grote bronzen Statenmonument.

Zijn bekendste werk is echter ongetwijfeld het imposante standbeeld van Johan Adolf Pengel, dat drie en een halve meter hoog op een sokkel op het Onafhankelijkheidsplein staat. Het is het enige grote bronzen beeld dat ooit in Suriname zelf is gegoten, het resultaat van een herculische onderneming. Het werd onthuld in 1974, met de onafhankelijkheid in zicht.

De jaren van 1960 tot 1975 vormden een uiterst productieve periode. Naast de genoemde grote projecten, maakte hij tal van kleinere sculpturen, grote abstracte schilderijen en vele portretten. Daarnaast ontwierp hij onder meer verschillende series postzegels. Dit alles deed hij in de tijd die overschoot van zijn eigenlijk werk: dat van leraar. Van de kunst alleen kon hij zijn gezin niet onderhouden. Zijn werken ontstonden dan ook vooral in vakanties en weekends. Hoewel zijn leraarschap zijn roeping als kunstenaar nogal eens in de weg zat, bleef Stuart ook als leraar een toegewijde inspirator, en zijn vele leerlingen bewaren warme herinneringen aan hem.

In de jaren na 1975 werd zijn positie minder dominant, met name door de activiteiten van een groeiende groep jongere kunstenaars. In 1981 werd hij door een noodlottig ongeval in zijn gezin gedwongen naar Nederland te verhuizen, waardoor hij de aansluiting met de Surinaamse kunstwereld kwijtraakte. Aansluiting vinden in de Nederlandse kunstwereld lukte hem niet, al realiseerde hij nog verschillende portretopdrachten en een abstracte sculptuur voor een ziekenhuis in Utrecht. Vlak voor hij overleed in 2006 benoemde president Venetiaan hem tot Commandeur in de Orde van de Gele Ster.

Het boek vormt een gedetailleerde reconstructie van Stuarts loopbaan en oeuvre, maar bevat ook veel nieuwe informatie over de Surinaamse kunstwereld, met name van de jaren ’50 en begin jaren ’60, waar tot nu toe nog maar weinig over geschreven is. Het vormt dan ook een belangrijke bijdrage aan een project dat in de toekomst hopelijk ooit zal worden gerealiseerd: een volwassenen gedetailleerde geschiedschrijving van de beeldende kunst in Suriname in de twintigste eeuw. In elk geval is met deze uitgave een belangrijke lacune opgevuld.

Dit bericht is afkomstig van GFC Nieuws. Bekijk het oorspronkelijke bericht hier.