Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » RGD eist voortzetting dienstverlening zonder artsen te betalen

RGD eist voortzetting dienstverlening zonder artsen te betalen

Bij de onlangs gehouden ontmoeting tussen VRA en RGD stelde de leiding van de RGD dat de artsen de dienstverlening onverkort moeten continueren. Het CAO- wensenpakket kon nog niet aan de orde komen. Over het feit dat de artsen over 2014 nog geen cent vergoeding voor de BZSR-  groep cliënten hebben ontvangen, wordt er geen woord gerept. Wel over de te nemen sancties tegen de artsen.
En de wijze waarop de Algemeen Directeur meent om in de pers aan de integriteit van RGD artsen te komen.
Alsmede de wijze waarop de Algemeen Directeur meent het recht te hebben om buiten alle regels om allerlei onterechte strafmaatregelen tegen artsen te mogen nemen. Deze handelwijze van de langer dan tien jaar aanzittende leiding, is de artsen reeds lang bekend en de maat is vol!
De VRA heeft steeds de hoop gekoesterd dat de leiding lering had getrokken uit het verleden van herhaaldelijke momenten van staken van dienstverlening. De VRA heeft tot het uiterste getracht om middels dialoog de leiding op andere gedachten te brengen. Helaas tevergeefs en de VRA betreurt het ten zeerste dat wederom voor de derde keer in de afgelopen acht maanden de dienstverlening in gevaar dreigt te komen.
In een brief gericht aan de leiding van de RGD hebben de artsen een ultimatum gesteld.
Voor vrijdag 18 juli 2014 verwachten de artsen van de leiding van de RGD duidelijke schriftelijke garanties aangaande de vereffening van achterstallige betalingen over de afgelopen 6 maanden. Indien dit uitblijft, zal per maandag 21 juli 2014 de dienstverlening van de artsen aan de bijkans 55.000 BZSR patiënten ingeschreven bij de RGD worden stopgezet.
Alle goede bedoelingen van de regering van Suriname om de gezondheidszorg naar een hoger niveau te tillen ten spijt, maar de RGD leiding brengt deze zelfde gezondheidszorg continu in gevaar. Kwalitatieve goede zorg kan immers nimmer gegarandeerd zijn bij uitblijven van beloning van de dienstverleners.
Namens de VRA,
J. Cruden, voorzitter