De regering komt er niet onderuit. Er moet zo snel mogelijk een economisch vangnet worden opgezet, wil de regering uit de huidige financieel-economische malaise geraken. Dit zegt BEP-parlementariër, Ronny Asabina. Het verbaast hem niet dat het internationaal ratingsbureau Moody’s Suriname’s kredietwaardigheid heeft bijgesteld. Moody’s bevestigde Suriname’s Ba3 rating en veranderde het vooruitzicht van positief naar stabiel.

De verandering van positief naar stabiel is ingegeven door de verslechtering van de Staatsfinanciën en de stijgende schulden, door de daling van de grondstoffenprijzen, en door het feit dat lagere grondstoffenprijzen en het begrotingstekort de korte termijn voordelen van het geplande Suriname Spaar- en Stabilisatiefonds beperkten. Het ratingbureau stelt ook vast dat de lagere grondstoffenprijzen de Staatsfinanciën hebben beïnvloed, maar gelooft dat het risico voor verdere fiscale ontsporingen in 2014 gematigd blijft.

Terwijl het ratingbureau erop wijst dat de economische groei sterk is en zal blijven op ongeveer 4,5 % gedurende 2014-2015, merkt zij op dat de Staatsfinanciën van Suriname aanzienlijk zijn verzwakt. Moody’s concludeert dat de rating in de toekomst kan worden opgewaardeerd als het begrotingstekort wordt teruggebracht, indien aanzienlijke besparingen zijn gegenereerd in het Spaar- en Stabilisatiefonds, of als de institutionele versterking van het begrotings- en fiscaal raamwerk zorgt voor verminderde fiscale volatiliteit.

Asabina kan zich helemaal terugvinden in de bevindingen van Moody’s. “We hebben gezien dat die waardering voor een belangrijk deel gebaseerd is op de te plegen investeringen door Newmont en Rosebel Goldmines. Die investeringen zijn echter uitgesteld en zal het sowieso van invloed zijn op onze macro-economische indicatoren”. De overheid kampt bovendien met een ernstig financieel tekort. Er is meermalen aangegeven aan de regering dat er bezuinigd moet worden. “De vette jaren zouden niet eeuwig duren, maar men heeft niet willen luisteren”, vervolgt het assembleelid.

Volgens Asabina wordt sinds de regering Venetiaan gevraagd om een en spaar-en stabilisatiefonds, een economisch vangnet, maar dat is aan doveman oren gezegd. De wet die daarop betrekking heeft, is slechts een keer door het huidig parlement in behandeling genomen. De regering heeft de wet teruggenomen. Asabina verwijt de regering buitensporige uitgaven te plegen. “De regering geeft uit alsof wij een rijk land zijn”.

Asabina legt verder uit dat de basis van de economie in Suriname uitermate kwetsbaar is. We hebben olie en goud en het toeval wil dat het exportproducten zijn waarvan wij de prijsbepaling niet in eigen handen hebben. Afgezien dat wij minder inkomsten hebben, doordat de investeringen zijn uitgesteld, komen bedrijven in gevaar die producten leveren aan deze multinationals hun baan zullen verliezen. De overheid heeft niet gezorgd voor een alternatief, terwijl wij te maken hebben met steeds afnemende inkomsten. Asabina zegt te wachten op een uitspraak van de overheid hoe zij denkt ‘het gat’ te dichten. (Edunet)