De Verenigde Staten moeten bezuinigen, maar dat weerhoudt het Pentagon niet fors geld uit te geven. Zo fors, dat velen de wenkbrauwen beginnen te fronzen.

Het paradepaardje van het Pentagon, het F35 Joint Strike Fighter gevechtsvliegtuig, zal meer dan een biljoen dollar kosten voor alleen al de ontwikkeling. Het project wordt geteisterd door softwarefouten, conflicterende eisen van verschillende diensten, het ontbreken van wapens voor de missie’s die het zal moeten uitvoeren en veel meer problemen.

Het goede nieuws is dat de bondgenoten van de Amerikanen het gemankeerde toestel toch willen kopen.

De USS Gerald Ford, een supervliegdekschip met een vliegdek van meer dan 20.000 vierkante meter, zal naar schatting 17 biljoen kosten aan vooronderzoek en productie. Er zijn ernstige twijfels over de betrouwbaarheid en het kan maar een tiende van het aantal vliegtuigen verwerken dan het zou moeten.

Verschillende andere projecten zijn begroot op vele miljarden tot biljoenen, en allemaal hebben ze één ding gemeen: zij doen niet wat zij zouden moeten doen.

Het Pentagon kan vissen in een bodemloze put van dollars, en het maakt helemaal niet uit of het rendement nihil is. Dus wordt 6 miljoen dollar uitgegeven om een luchtbrug te maken voor 9 geiten, gaat 725 miljoen dollar in een antropologieprogramma om soldaten les te geven in culturen van het Midden-Oosten – een programma dat werd ontsierd door racisme en seksuele intimidatie – en is 400 miljoen dollar beschikbaar voor Syrische rebellen: 100 strijders, die getraind en bewapend werden à raison van 4 miljoen dollars de man.