Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Overdracht collectie Dobru

Overdracht collectie Dobru

Robin Raveles(29 maart 1935 – 17 november 1983)
Vandaag vindt de overdracht plaats van de collectie van Robin ‘Dobru’ Raveles door de R. Dobru Raveles Stichting aan het Nationaal Archief Suriname.
Deze collectie bevat publicaties, drukwerken, archiefstukken die voor de historie van ons land van grote betekenis zijn.
Na de overdracht zal de collectie toegankelijk zijn voor het publiek.
Dobru overleed op 17 november 1983. Hij was dichter, schrijver en politicus (Statenlid voor de PNR en na 1980 een half jaar onderminister voor Cultuur).
Als dichter en voordrachtskunstenaar was R. Dobru dé representant van het nationalisme, met name met het gedicht ‘Wan bon’ uit zijn debuutbundel Matapi in 1965. Het werd in veel talen vertaald. Dobru stimuleerde velen tot schrijven in het Sranan en Surinaams-Nederlands en werd door velen nagevolgd.
Zijn poëzie heeft in de vroege jaren enkele zuivere gedichten opgeleverd, maar verviel meer en meer in het afwikkelen van een recept. Hij speelde in op de politieke actualiteit, bijvoorbeeld met het gedicht ‘Gooi een stoel’ toen er op 11 juni 1979 in de Staten van Suriname een vechtpartij uitbrak waarbij er met stoelen werd gesmeten.
Dobru schreef altijd over twee vaste thema’s: liefde en revolutie. Met de coup van 1980 ging hij enthousiast mee en hij werd op handen gedragen. Zijn beste gedichten werden bijeengebracht in Boodschappen uit de zon (1982).
Postuum werd hem in 1989 de Gouden Ster van de Revolutie toegekend.
In 2006 kreeg hij, eveneens postuum, de Gaanman Gazon Matodja Award. Toen hem eens gevraagd werd of hij leefde van de pen, antwoordde hij: “Ik leef van de revolutie! Ik wil dat de ogen van mijn volk opengaan.”
Vroege leven
Dobru raakte al op jonge leeftijd geïnteresseerd in het Surinaams nationalisme. Op school werd hem verboden om Sranan, zijn moedertaal, te praten. Dit had ten gevolg dat hij zich lange tijd schaamde om zich in het Sranan uit te drukken.
Hij zegt hierover: “Ik heb duizend strafregels moeten schrijven op de lagere school: ik mag geen Negerengels spreken. Thuis moest je tegen je ouders Nederlands spreken, al spraken ze je in het Surinaams aan. Een keer heb ik het geprobeerd – er is mij door mijn moeder bijna een tand uit de mond geslagen. Ik was oneerbiedig.”
Uiteindelijk kwam hij in aanraking met Wie Eegie Sanie, een beweging die het Surinaams en de Surinaamse cultuur wilde bevorderen. Hij zou uitgroeien tot een van de belangrijkste figuren binnen deze beweging.
Bron: Wikipedia