Niet alleen mensen, maar ook apen met een lage sociale status lijken minder gezond te eten dan soortgenoten hogerop in de pikorde.
Dat meldde promovenda Carla Moore van Emory University in de Verenigde Staten deze week op het Wereldcongres voor Preventie van Diabetes in Madrid. Een collega-onderzoeker meldt de bevindingen op de website van het British Medical Journal.
Bij mensen is het verband tussen sociale status en gezonde voeding onomstotelijk bewezen. Wie een lagere sociale status heeft, eet minder gevarieerd, minder groente en fruit en krijgt meer calorieën binnen. Over de oorzaak hiervan zijn wetenschappers het nog niet eens.
In arme wijken zou slecht eten goedkoop en alomtegenwoordig zijn, armen zouden minder nadenken over hun toekomst en ze zouden meer last van (sociale) stress hebben waardoor ze eerder grijpen naar troostvoedsel zoals chips en ijs.
Onderzoek bij apen zou wel eens uitsluitsel kunnen geven over de belangrijkste reden voor de verschillen tussen hogere en lagere klassen. Daarom bestudeerde Moore een rhesusapengemeenschap. Die leven in een erg hiërarchisch systeem, waardoor de sociale status gemakkelijk valt te bepalen.
Krijgen deze apen een normaal laboratoriummaal, met weinig vet en weinig calorieën, dan wegen hogergeplaatste apen meer dan lagergeplaatsten, terwijl ze evenveel bewegen.
In het experiment gaf Moore de apen een dieet met weinig vezels, veel vet en veel koolhydraten.
Toen gingen de lagergeplaatsten veel meer eten dan de hogergeplaatsten. Opvallend genoeg bleven ze dat ook doen nadat ze waren teruggezet op het gezonde dieet.
Deze studie vond plaats onder slechts tien apen en duurde maar twee weken. Of de apen ook dikker werden van hun slechte eetgedrag en of laag geplaatste apen ook bij een gevarieerd aanbod vaker voor het ongezonde, calorierijke voedsel kiezen dan hun sociale meerderen, moet uit vervolgonderzoek blijken.
Voorlopig hangt Moore de hypothese aan dat apen met een lagere sociale status meer stress hebben en daardoor minder gezond eten. Bij mensen is aangetoond dat in lagere sociale klassen veel vaker heftige gebeurtenissen zoals ziekte, relatieproblemen en ruzies voorkomen. Mensen die daarmee te maken krijgen, hebben mogelijk geen mentale energie over om te investeren in hun voedingspatroon.
(nu.nl)