Live nieuws en radio streams uit Suriname!


Home » Surinaams nieuws » Onverantwoordelijke vicepresident

Onverantwoordelijke vicepresident

VICEPRESIDENT RONNIE BRUNSWIJK heeft woensdag in interviews weer eens karakteristiek zijn kop in het zand gestoken. Vóór aanvang van de raad van ministers ging hij in op vragen van journalisten, waarbij hij dingen zei die er op duiden dat hij geen flauw benul heeft wat zijn verantwoordelijkheden zijn.

Zo wuifde hij kritische opmerkingen van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES), die had gesteld dat hij niets doet en ook medeplichtig is aan de sociaal-economische crisis in Suriname weg. “Dat de vicepresident niets doet, is niet waar. In ieder geval is de vicepresident ook bezig richting te geven aan het beleid. Er worden een heleboel besluiten genomen en goedgekeurd, maar er zijn weinig financiële middelen waardoor weinig kan worden uitgevoerd”, zei hij onder meer.

Zijn opmerking dat hij “openstaat voor kritiek” en men hem “alles kan vragen” wekte de lachspieren van de aanwezige journalisten op

Daarmee gaf hij aan zich totaal niet druk te maken over het feit dat het de regering niet lukt om de economie weer op het spoor te brengen en de verarming van de bevolking tegen te gaan. Want hij kan er niks aan doen. Hij zei zijn taak als vicepresident te kennen en deze uit te voeren, maar wat die taak is, liet hij in het midden.

Zijn opmerking dat hij “openstaat voor kritiek” en men hem “alles kan vragen” wekte de lachspieren van de aanwezige journalisten op. Bij iedereen zijn de beelden van de onbeschofte en misdadige behandeling van collega Jason Pinas nog op het netvlies gebrand. De laatste keer heeft dat zelfs tot een mediaboycot geleid, waar Brunswijk allesbehalve blij mee was.

Het meest bedenkelijke is dat hij het de normaalste zaak van de wereld vindt dat president Chandrikapersad Santokhi en hij veel family and friends mooie banen hebben gegeven. “Wanneer er mogelijkheden zijn, ga je mensen accommoderen. Ik ga niet onder stoelen of banken steken dat ik familie in dienst heb genomen”, zei hij zonder te verblikken of verblozen.

Hij meent dat hij daar het recht toe heeft omdat dit in het verleden ook gebeurde. Brunswijk verwees naar zoon Dino van oud-president Desi Bouterse, die de baas van de Counter Terrorism Unit was en zijn dochter Peggy die was tewerkgesteld op het kabinet van de president. Het is een misvatting van Brunswijk, die hij ook kort vóór de verkiezingen van 2015 uitsprak: toen werd hij erop aangesproken dat in de nadagen van de regering-Bouterse 1, waar hij deel van uitmaakte, via zijn Abop zeker drieduizend mensen op het ministerie van Regionale Ontwikkeling waren aangenomen. “Dat gebeurt altijd, dus daarom hebben wij dat ook gedaan”, zei hij in woorden van soortgelijke strekking.

Dat al die door de politiek aangestelde ambtenaren nu een loodzware belasting vormen voor de staatskas die de huidige regering niet weet te vullen, dringt niet tot de vicepresident door. Dat iets in het verleden gebeurde, wil niet zeggen dat iemand anders het ook moet doen. En zeker deze regering niet, omdat Santokhi vóór de verkiezingen had beloofd dat er in zijn regering geen plaats zou zijn voor patronage.

Maar ook daarover loog Santokhi en dat sterkt Brunswijk ongetwijfeld in zijn gedachte dat hij goed bezig is. Echter, hij moet er van doordrongen zijn dat de samenleving daardoor inmiddels totaal geen geloof meer heeft in politici of in wat zij zeggen.